Richard Sennett schreef er een boek over: Respect in a World of Inequaliy (New York 2003). Volgens hem roepen tegenwoordig alleen economisch succes en andere prestaties respect op. Er is weinig respect voor hen die niet veel kunnen presteren. De overheid heeft weinig belang bij mensen zonder talent. Hoe rijker een maatschappij wordt, des te meer wantrouwt ze de armen. Waarom blijven mensen arm in een steeds rijker wordende samenleving? Dat moet wel aan henzelf liggen!
We graven wat verder dan Sennett. Het woord ‘respect’ komt van het Latijnse werkwoord ‘respicere’. Het betekent allereerst: ‘omkijken’. Allereerst in de zin van: wat gebeurt er achter mijn rug? Vervolgens ook: ‘kijken naar iets’, ‘op iets wijzen’ en zelfs ‘voor iemand zorgen’. Het gaat om de relaties tussen mensen. Hoe kijken we naar elkaar?
Wanneer het woord ‘respect’ in 1528 vanuit het Frans in het Nederlands terecht komt, heeft het de betekenis van ‘ontzag voor de lichaamskracht van een ander’. Kijk uit, hij is waarschijnlijk sterker dan jij, houd je gedeisd, neem je hoed voor hem af. Dat is ook wat groepen jongeren die zich achtergesteld voelen, willen uitstralen: wij zijn samen sterker dan jij, betuig je respect, we willen gezien worden, anders zouden we je wel eens in elkaar kunnen slaan.
Respect heeft te maken met bewondering voor de kracht van de ander, met ontzag voor de sterke ander, met vrees. Bewondering gaat gemakkelijk over in vrees. Je kunt vaak beter niet in de buurt komen van mensen die je bewondert. Respect draagt een geur van vrees met zich mee. Elk mens dwingt respect af. Want hij of zij is een potentiële bedreiging. Wij zijn dus aan het begin van een kennismaking voorzichtig; we houden onze rug gedekt. Die groepen jonge mensen roepen angst op. Zolang de armen zich niet organiseren en zich laten horen, is de rijkere mens niet bang voor hen. Ze krijgen daarom geen respect. De armen naar wie Sennett verwijst, boezemen geen angst in; daarom tellen ze niet mee.
De verschillende godsdienstige tradities bevelen ons respect aan: God is een fascinerend en te vrezen mysterie. De vreze des Heren is het begin van alle wijsheid (Psalm 111, 10). Volgens Calvijn is het geloof verbonden met vrees. Weliswaar gaat het hier niet om de angst van een slaaf maar om het ontzag van een kind voor zijn ouders. God verdient respect. En in dit respect trilt de vrees mee.
Nu is angst een waardevolle emotie. Zij zorgt er mede voor dat we niet als gekken over straat lopen en vervolgens overreden worden. Maar het is niet gezond als je leven beheerst wordt door angst. De eerste brief van Johannes gaat een stap verder: de liefde drijft de vrees uit (4, 17-19). Dit is een uitnodiging om de vrees en ook het respect achter ons te laten en te kiezen voor betrokkenheid, empathie en zorg voor het goede leven. Laat de jongeren merken dat je ze ziet, groet ze, begrijp en waardeer hun verlangen gezien te worden. In plaats van de afstandelijkheid van het respect, nabijheid, aanwezig zijn, empathie en meeleven.