Discussies over religie lopen meestal al mis voor ze begonnen zijn omdat het onderwerp niet gedefinieerd is. Er bestaat geen algemeen aanvaarde definitie van religie. Iedereen kan het zich naar believen toe-eigenen. Ook Koert van der Velde geeft in zijn artikel geen definitie van religie. We moeten ze uit de context afleiden.
Hij begint met over mindfulness te zeggen: “Het boeddhisme waaruit zij voortkomt is ontmanteld. Gestript is het centrale boeddhistische idee dat het leven lijden is. Gestript zijn ook de fundamentele uitgangspunten zoals karma en reïncarnatie. Gestript is het hooghouden van een traditionele morele gedragscode – zoals het verbod op het genieten van seks en alcohol. Gestript zijn de lange dagen van zwijgen, vasten en mediteren. Een minicursus van acht avonden is genoeg. Oppervlakkig gezien zit er niks religieus meer aan, en dat is een beeld dat men graag naar buiten brengt.”
Er zijn veel boeddhistische stromingen, maar ik ken er geen enkele die zich in dit karikaturale beeld van het boeddhisme zou thuisvoelen. Wat deze omschrijving wel doet, is de duistere bril zichtbaar maken waarmee de auteur naar het fenomeen ‘religie’ kijkt. Zijn beeld lijkt meer op het christendom dat Robert Long bezingt: “Want het leven was lijden, als je danste een heiden…” Religie komt uit zijn tekst naar voren als grimmig, leerstellig, moralistisch, autoritair en hypocriet.
Een even grimmige visie op religie vinden we bij de radicale atheïst Daniël Dennett. Hij beseft dat religie ook goede dingen voortgebracht heeft en hij zegt: “We should ransack the tool house of organized religions for the best tools, the best methods, the best things.” Zijn geestesgenoot Sam Harris plaatst mindfulness in deze context: mindfulness gered uit de klauwen van de religie.
Door het ontbreken van een algemeen aanvaarde definitie van religie is ook een heel andere insteek mogelijk. Je kunt de openheid van aandacht, zoals die in mindfulness gecultiveerd wordt, definiëren als juist de essentie van alle religie. Het is een idee dat ik zelf exploreer in mijn boek Iedereen Weet. Zo gedefinieerd is mindfulness per definitie religieus, maar ontdaan van alles wat het zou bezoedelen en daarmee onreligieus maken: het grimmige, het leerstellige, het moralistische, het autoritaire en het hypocriete. Dat laatste hebben we in de geschiedenis van religies al te vaak gezien. Daarom krijgt religie tegenwoordig zo een slechte pers. Deze visie is niet waar of onwaar, het is een optie.
De Amerikaanse zenleraar Norman Fischer merkte op: “Religion is evolving under our noses, but we are not noticing it because we are stuck on old forms and old terminologies”. De mindfulnessbeweging is daar een symptoom van. Toen ik als psychiater met mindfulness begon te werken was mijn enige bedoeling om een werkzame techniek aan mijn therapeutisch arsenaal toe te voegen. De wereldwijde hype had ik in mijn wildste fantasie niet kunnen bedenken.
Deze beweging ontsnapt volledig aan de oorspronkelijke context. Zelfs al zou dat wel de bedoeling geweest zijn, hoe zou iemand dit ooit hebben kunnen doordrukken? Dit is geen top-down fenomeen maar bottom-up. Het groeit uit een verlangen van mensen. Het ontsnapt aan de bekende kaders waarmee we gewend zijn om naar religie te kijken. Niemand weet hoe dit verder zal evolueren.
De analyse van Koert van der Velde probeert een nieuw fenomeen als mindfulness op te sluiten in een kooi van oude vormen en terminologieën. Het resultaat is dat hij er compleet naast grijpt en alleen maar een visie op religie zichtbaar maakt waar veel mensen zich zoeken van te emanciperen.
Inderdaad, Koert van der Velde heeft niet alleen een rigide kijk op het begrip religie, hij verwart ook nog eens het belangrijke begrip dharma met religie.
Dharma is een verzamelbegrip voor een effectieve levenswijze om tot zelfverwerkelijking of zelfrealisatie te komen.
Religie is niet hetzelfde als dharma omdat religies mede allerlei aspecten bevatten die het doel van dharma niet actief ondersteunen.
Mindfulness is een klein, maar niet onbelangrijk onderdeel van een dharmisch systeem of een dharmische levenswijze net zoals vasten of een zuiver dieet of een moreel systeem van denken en handelen daar ondersteunend onderdeel van uit kunnen maken.
Al dat soort elementen maken samen nog geen religie.
Voor een religie heb je zaken nodig als heilige teksten of priesters die zich op irrationele wijze veroordelend afzetten tegen andere systemen, ritualisme zonder veel spiritueel voordeel, systemisch misbruik van leken door priesters of andere bedenkelijke zaken die kenmerkend zijn voor religies.
Het is logisch dat in dit tijdsgewricht veel mensen liever niet meer met religies geassocieerd willen worden, mensen kennen het begrip dharma in het westen (nog) niet.