Suurland is in 2012 als rechtstheoreticus gepromoveerd op de ideologische verwantschap tussen nazisme, communisme en islamisme. Je mag van hem dus een academisch betoog verwachten, al zou het feit dat hij promoveerde bij Afshin Ellian, een hoogleraar die we verder vooral kennen als columnist met uiterst onacademische betogen, die verwachting wat kunnen temperen.
Suurland maakt korte metten met de vele moslims die zeggen dat van jodenhaat geen sprake is en dat ze alleen reageren op de onderdrukking van Palestijnen door de staat Israël. Volgens hem is dat ongeloofwaardig want diezelfde moslims protesteren niet als moslims door moslims worden vermoord. Dat laatste klopt grosso modo, maar daarmee zijn we er niet. Suurlands betoog vereist een tweede premisse, die hij impliciet laat en die niet klopt, namelijk dat je alleen oprecht tegen bepaald onrecht kunt zijn wanneer je je even nadrukkelijk tegen elk ander vergelijkbaar onrecht uitspreekt. En aangezien geen mens ter wereld zo consequent is in zijn verontwaardiging, zou dat betekenen dat dat elke verontwaardiging over wat dan ook waar dan ook – Suurlands verontwaardiging over islamitisch antisemitisme incluis – ongeloofwaardig is.
Dat wat zich als antisemitisme voordoet in werkelijkheid anti-zionisme is, doet Suurland af als ‘semantische truc’. ‘Zionisten’ is voor moslims gewoon een ander woord voor joden – net zoals ‘communisten’ dat was bij de nazi’s en ‘kapitalisten’ dat was bij de communisten. Dat zou blijken uit het feit dat demonstrerende moslims blijk geven van dezelfde anti-joodse vooroordelen als eerdere antisemieten, maar dat ze die koppelen aan ‘zionisten’. Opnieuw: feitelijk is wat hij zegt niet volledig onwaar. Er zijn tegen het zionisme demonstrerende moslims die over zionisten dezelfde kwaadaardige onzin verkondigen als nazi’s en communisten eerder over joden debiteerden. En dat is beslist verontrustend. Maar Suurlands stelling was dat het antisemitisme diep in de islamitische gemeenschap verankerd is en daar breed gedragen wordt. En dát volgt daar nog geenszins uit. Je zou dan toch eerst moeten aantonen dat die op de vingers van een paar handen te tellen demonstrerende moslims met akelige vooroordelen over het zionisme representatief zijn voor demonstrerende moslims in het algemeen, en dat demonstrerende moslims in het algemeen representatief zijn voor ‘de’ islam. Dat zijn erg grote stappen die Suurland nergens rechtvaardigt. En zelfs al deugden die stappen, dan waren we er nog niet, want je zou ook nog moeten aantonen dat het daarmee boven water gehaalde ernstig bevooroordeelde antizionisme in werkelijkheid antisemitisme is, en dat doet Suurland nergens. Uit het feit dat demonstranten met akelige vooroordelen – en die zijn er – over zionisten hetzelfde zeggen als wat nazi’s en communisten vroeger over joden zeiden, volgt nog op geen enkele manier dat die demonstranten het eigenlijk over joden hebben.
Het islamitisch antisemitisme, aldus Suurland, wortelt in de islamitische theologie die de joden “vrijwel uitsluitend in negatieve termen” beschrijft. En alweer, helemaal onwaar is dat niet. De islamitische traditie kent, net als de christelijke traditie overigens, tal van teksten die negatief over joden zijn, al gaat het dan in veel gevallen waarschijnlijk om welbepaalde groepen joden waarmee de jonge islamitische gemeenschap een politiek conflict had. Maar diezelfde traditie is over christenen evenmin enthousiast, en in beide gevallen staan daar teksten tegenover waarin zowel de Profeet als de Allerhoogste oproepen tot een uiterst fatsoenlijke behandeling van deze andersgelovigen – en dat soort teksten kent de christelijke traditie niet. Dat joden in de islamitische theologie als “vanzelfsprekende vijanden van Allah en de islam” gelden, zoals Suurland beweert, is gewoon onzin. Die conclusie laat zich alleen trekken bij een zeer oppervlakkige en eenzijdige lezing. En zeker, er zijn beslist moslims die hun eigen traditie slecht genoeg kennen om te kunnen menen dat een echte moslim antisemiet moet zijn. Maar dat maakt zulk antisemitisme nog niet tot iets dat diept in die traditie verankerd is.
In het tweede deel van zijn verhaal komt Suurland dan toch nog echt met cijfers over het oordeel van moslims over joden, en dat oordeel is in veel islamitische landen zeer negatief. Zelf voegt Suurland hier de volgende waarschuwing aan toe: “Let wel het gaat hier om joden, niet om Israëliërs.” Maar dát was nu net de vraag. Maakt de doorsnee burger in Pakistan of Egypte onderscheid tussen joden en Israëli’s? Suurland meent kennelijk van wel, maar waar velen dat nu juist nadrukkelijk aanvechten, zou zijn verhaal aan kracht winnen als hij kon laten zien waar hij zijn “Let wel …” precies aan ontleent. ’t Wordt een beetje saai, maar zijn conclusie vindt opnieuw geen steun in de feiten die hij aanvoert.
Dat Suurlands standpunt maar door weinig deskundigen gedeeld wordt, bevreemd hem intussen niet:
“Inmiddels, …, moet een hele generatie aan islamwetenschappers, cultureel antropologen, mensenrechtenorganisaties en politici door hun banden met moslims en de islamitische wereld weten hoe zeer het antisemitisme daar speelde en speelt. Maar zij hebben bewust hun mond gehouden of, nog erger, het probleem vergoelijkt. Natuurlijk, je wilt je politieke achterban niet van je vervreemden, je wilt die door een Golfstaat betaalde beurs voor je academisch onderzoek niet verliezen en als je politieke focus op het bestrijden van Israël of het kwaadaardige Westen ligt, dan is de islamitische wereld een wel heel gulle medestander.”
Suurlands diep in de islam verankerde antisemitisme is inmiddels naar Europa meegeëmigreerd: 40% van de moslims is hier antisemitisch, zo leren we – een minderheid dus, denk ik dan toch even. En opnieuw benadrukt de auteur: “Daarbij gaat het expliciet niet om anti-Israëlische maar om anti-joodse meningen.” En opnieuw laat hij zorgvuldig in het midden waar hij die stelligheid aan ontleent.
Mijn ervaring in gesprekken met moslims is dat schijnbaar antisemitisme, die schaarse keren dat ik het inderdaad tegenkwam, bij enig doorvragen wel degelijk antizionisme bleek te zijn. Laten we wel zijn: de meeste mensen komen zelden of nooit een als zodanig herkenbare jood tegen. Daar wordt het onderscheid tussen joden en Israëli’s niet vanzelfsprekender van. En de doorgaans nadrukkelijke solidariteit met de staat Israël van groepen die zich in de media zonder al te veel tegenstem opwerpen als vertegenwoordigers van de joodse gemeenschap helpt hier ook niet echt. Het enige wat een eind kan maken aan het antisemitisme waarover Suurland zich terecht zorgen maakt en dat hij ten onrechte als wezenlijk islamitisch beschouwt, is een geluid waarin het wezenlijke onderscheid hoorbaar wordt tussen het jodendom dat naar vrede en rechtvaardigheid streeft, en het door verblinde militanten gekaapte zionisme dat precies de andere kant uit wil, Een Ander Joods Geluid dus. Alle door Suurland gesignaleerde gulheid van de islamitische wereld ten spijt is die instelling volledig afhankelijk van onze donaties. Aanbevolen!
Ik vrees dat Voorzanger te optimistisch is. Kijk eens wat er dagelijks gebeurt in al die multiculturele buurten waar ook joden lopen. Je weet niet wat je ziet.
Beste Daan,
om misverstanden te voorkomen: ik ben me er terdege van bewust dat joden op straat regelmatig de akeligste dingen naar hun hoofd krijgen, en dat er ontspoorde types rondlopen die joodse instellingen als legitiem doelwit voor gewelddadige aanslagen zien. Maar met onzin over een inherent antisemitische islam ga je dat niet verhelpen.
Op grond van jarenlange ervaringen in de dialoog en samenwerking met moslims kan ik een eind meegaan in het rustige betoog van Voorzanger. Soms schuurt het, maar al doorpratend komen de nuances – aan weerszijden, bij joden en moslims. Vreemd genoeg ontspoort deze nuttige recensie tegen het eind: zionisme (als zou er maar één zionistische stroming bestaan) en Een Ander Joods Geluid (in hoofdletters, het gaat kennelijk om de organisatie met deze naam) zouden de twee alternatieven zijn. Je kunt echter van Israël met al zijn tekortkomingen houden én je inspannen voor dialoog én zelfkritiek uitoefenen én op een constructieve manier in debat gaan met moslims die eenzijdige en ongefundeerde anti-Israëlische standpunten betrekken . De werkelijkheid is nog complexer en gevarieerder dan Voorzanger zelf schetst.
Bart Voorzanger lijkt op de slang die kronkelend reageert als daar de voet op wordt gezet.
Laat Rachel Reedijk zich realiseren dat ze het pad door lui als Voorzanger betreden, heeft geëffend.
Een korte reactie op de claim van een “islamitisch antisemitisme” als islamitisch theoloog:
1. Over Joden in de Quran verwijs ik naar het werk van mijn collega prof. Aisha Musa: http://www.askmusa.org/site/c.ehLKKZPJLuF/b.3125653/k.7027/The_Jews_and_the_Quran.htm
2. Vele grote islamitische theologen als Abd al-Jabbar en wetenschappers als Ibn Sina hadden joden als leerling. Sommige theologische werken van Abd al-Jabbar waren verloren gegaan totdat ze werden teruggevonden in joodse collecties. Het is de ultieme uiting van tolerantie, men was elkaars leerling in filosofische theologie.
3. Bij de vele jodenvervolgingen in Europa zochten joden hun toevlucht in moslimlanden. De Ottomaanse sultan bouwde voor Spaanse en Portugese joden een eigen wijk in Istanbul.
4. Vaak waren joden de hofartsen van de moslimleiders, maar ook ambassadeurs.
5. In de vroege Quran exegeses (tafsier) komt het vaak voor dat de vroege moslims, vooral het metgezel Ibn Abbas, joden advies vroeg over oudtestamentische profeten en geboden. Ze werden geaccepteerd als adviseurs in religie (ze werden vaak aangeduid met “Ahl al-Torah”, volk vd Tora) en niet als vijanden. Verschillende joodse stammen vochten met de moslims mee bij de vroege veroveringen. Ze hoefden geen Jizya te betalen noch bekeerden zij zich. Ze hadden ook een belangrijke stem in de beslissingsraad van het moslimleiderschap.
6. In het verdrag van Medina die de profeet Mohammed sloot met alle bewoners van Medina, werden joden en moslims tot één umma, religieuze gemeenschap, gerekend. De joodse stammen werden uiteindelijk verdreven of gedeeltelijk gedood vanwege dat zij de oorlog verklaarden, niet omdat zij joods waren. Mohammed sloot ook belangrijke verdragen met andere joodse groepen met de belofte hen te beschermen in zowel leven als religie. http://m.huffpost.com/us/entry/4410652/
7. Bij de (geweldloze) inname van Jeruzalem eiste moslims dat joden weer, na eeuwen verbanning, werden toegelaten, iets waar de Byzantijnse christenen tegen protesteerden.
8. Moslimlanden als Albanië en Marokko beschermden duizenden joden tegen de Nazi’s. Mufti’s riepen hiertoe zelfs op.
Ja, er was discriminatie van niet-moslims, en ja, joden werden gezien als “de Ander”, maar ze waren niet de gehate Ander. Zoals met alle minderheden was er sprake van vooroordelen over hen onder de meerderheidsbevolking, maar er zijn geen tot zelden enige polgroms geweest vanuit de moslimbevolking. De enkele leiders zoals al-Hakim in de 12e eeuw die opeens tot vervolging overging deed dat zelden puur gericht op joden alleen, alle minderheden, ook niet-orthodoxe moslimgroepen, werden vervolgd. Maar dit zijn gelukkig uitzonderingen en die tegen de klassieke Sharia ingingen. Wanneer minderheden zich hielden aan hun verdragen en belastingen hadden ze een beschermde (dhimmi) status die als sacrament werd gezien. Als moslims die zouden verbreken overtreden ze Gods gebod met de hel als gevolg. Vanaf het geforceerde ontstaan van Israel ontstond er langzaam een afkeer tegen joden, vooral ook toen vele midden-oosterse joden naar Israel emigreerden, waarbij het onderscheid tussen een algemene jood, Israeliër en zionist niet altijd gehanteerd werd. Dus voor veel ouderen bestaat dit onderscheid niet echt, voor veel jongeren tegenwoordig wel. Maar een inherent “islamitisch antisemitisme” is complete onzin.
https://www.nieuwwij.nl/column/islamitisch-antisemitisme/
Goede reactie van Voorzanger. Ik vind vooral het effect dat een betoog als dat van Suurland heeft op het publieke debat over schadelijke denkbeelden als antisemitisme en islamofobie uitermate kwalijk. Dat debat kan alleen maar op een integere manier gevoerd worden als de loopgraven niet bij voorbaat al gegraven worden. Dat laatste is precies wat Suurland juist wel doet. Niet gehinderd door enige kennis verbindt hij flarden geschiedenis en flarden islamitische theologie aan het denken, doen en laten van moslims overal op de wereld. Nergens, ook niet in zijn proefschrift overigens, doet hij een poging om te begrijpen waarom sommige moslims onder bepaalde omstandigheden bepaalde denkbeelden ventileren. Hij verklaart alle moslims per definitie antisemiet en maakt daarmee iedere moslim die antisemitisme afwijst bij voorbaat suspect of in elk geval een curieuze uitzondering op de regel. Dit is geen wetenschappelijk betoog, maar een knullige ‘semantische truc’.