Als katholiek jongetje in de Oostelijke Mijnstreek, opgegroeid in Kerkrade onder de rook van het orthodoxe seminarie Rolduc van de conservatieve bisschop Gijssen, werd mijn geloof vooral gevormd door religieuzen: Franciscanen en paters van de Afrikaanse Missie (SMA). Thuis heerste een vrijzinnig gelovige sfeer: geloven moet je doen en zichtbaar maken in (wat ik nu noem) gerechtigheid. Zo ontstond vanuit kerk en gezin de onlosmakelijke band tussen geloven en solidariteit. Het bijbels verhaal roept op tot bevrijding van mensen uit onleefbare woestijnen, uit slaafse omstandigheden,  uit alles wat je leven onvrij maakt en het zegt je dat je je leven niet hoeft te laten bepalen door je eigen demonen. Jezus en de verhalen over zijn handelen, spreken en leven spelen hierin voor mij een heel belangrijke rol. Maar al snel beantwoordde ik vraag naar historiciteit met: ‘niet van belang’.

Tijdens mijn theologiestudie werd ik gepokt en gemazeld in de bevrijdingstheologie en de sociale ethiek en ontvouwde het bijbels verhaal zich meer en meer als bevrijdingsverhaal. Jezus bleef daarin een belangrijke rol spelen, maar ik ontdekte ook de onlosmakelijke verbinding tussen hem en zijn Joodse traditie. Een nieuwe wereld ging open en de eretitels die in het christendom aan Jezus gegeven zijn vielen niet zozeer van hun voetstuk, maar kwamen wel in een heel ander licht te staan.

Over de historische Jezus weten we niet heel veel. Paulus zegt er het een en ander over en we beschikken over het werk van Flavius Josephus, de ‘geschiedschrijver’ in dienst van de Romeinse bezetter. De evangelieverhalen zijn pas geschreven na het jaar 70, het jaar van de catastrofe: Het einde van de grote Joodse oorlog met als resultaat de verwoesting van de stad Jeruzalem en het heiligdom. De naam ‘Joodse oorlog’ verraadt al dat er in die tijd nog helemaal geen sprake was van christendom, de messiaanse beweging rond Jezus was nog volop onderdeel van het veelkleurige Jodendom. Vanuit die totale uitzichtloosheid van verwoesting en belastingmaatregelen die de joden (dus ook de volgelingen van Jezus) kregen opgelegd zijn de evangelieverhalen ontstaan. Eerst Marcus, voorzichtig met een blijde boodschap nog in mineur van een leeg graf en van angst wegrennende vrouwen. Later, wanneer de grote rouw voorbij is en er nieuwe perspectieven ontstaan, schrijven andere evangelisten pas verhalen over verrijzenis uit het graf en verschijningen.

Over de historische Jezus weten we niet veel, bijna niets. In elk geval niet meer dan dat hij een onuitwisbare indruk achtergelaten heeft bij een groep mensen en dat hij als staatsgevaarlijke oproerkraaier – net als duizenden anderen – is gekruisigd. Maar is dat erg, dat we niet zoveel van hem weten? Doet het er toe, wat historisch waar is en wat er aan verhaal rond hem later is ontstaan? Nee, voor mij is dat niet van belang. Belangrijker is namelijk de onuitwisbare indruk die hij achterliet en die voor de evangelisten als vliegwiel heeft gefungeerd voor de verhaalvorming: Jezus de bevrijder, de messias, de Gezalfde. Eretitels die hem plaatsen in de traditie van Mozes en Profeten. In zijn optreden werden weer glimpen zichtbaar van de bevrijdende Tora, te midden van onderdrukking en uitzichtloosheid. Dat gegeven is omlijst met verhalen, beelden, symboliek.

Jezus is zo beeld geworden van een nieuwe wereld die komen zal, sterker nog: die er al is. Want er zijn altijd mensen, in iedere tijd, die tegen de verdrukking in beginnen en bezig zijn met bouwen aan een andere en betere wereld. In een tijd dat gruwelijke dictators, Romeinse Keizers, de Assads van deze wereld, de onderdrukkende Farao’s van alle tijden, zichzelf een goddelijke status aanmeten en zichzelf titels geven als Zoon van God, Gezalfde, Redder, is het een daad van verzet om te zeggen en te geloven: Jezus is zoon van God, Jezus is de gezalfde, Hij alleen de messias. Het impliceert een ontkenning van de heersende orde, de keuze voor een ander programma, het richt de blik op een andere wereldorde dan deze.

Over de historische Jezus weten we niet zo veel, wat mij betreft hoeft dat ook niet. De vraag naar historische waarheid en de mogelijke antwoorden daarop zullen mijn geloof in het bevrijdingsverhaal niet veranderen, want ook nu kan ik zeggen: niet economie is god, niet consumptie is heilig, niet de huidige wereldorde is van Goddelijke komaf, maar ik belijd met Paulus: Jezus, gekruisigd en verrezen, is gezalfde, zoon en messias, want hij is beeld van een andere wereldorde dan deze wanorde.

Symposium ‘Jezus: mens, mythe, dogma?’

Vrijdag 12 februari: een symposium over de vraag naar het belang van Jezus’ historisch bestaan in de Bergkerk te Amersfoort. Met Edward van der Kaaij, Cees den Heyer, Tjeu van de Berk, Janneke Stegeman, Klaas Douwes en Lydia van Ketel. Deelname €50,- (incl. koffie/thee en lunch). Info en aanmelden www.bureaumamre.nl

 

Franck Ploum

Directeur van Bureau Mamre
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.