“Niet voor niets begint iedere ontmoeting in Suriname met de vraag: wie is je vader en wie is je moeder?  Dus: waar kom jij vandaan, wie ben jij, wat is jouw verhaal? houdt deze uitnodiging tot kennismaken in.

Als kind opgroeiend in Suriname ben ik met verhalen grootgebracht. Daar hoorden uiteraard ook de verhalen van de spin Anansi bij. Mijn vader was een meesterverteller van deze verhalen.

Deze fabels zijn meegekomen uit Afrika, met de tot slaaf gemaakten. Het zijn verhalen die moed gaven, verhalen van protest, zonder dat de plantage-eigenaren dat door hadden. En steeds weer is in die verhalen de spin Anansi, dat kleine onooglijke insect, uiteindelijk zelfs de machtige Koning Leeuw, de sterkste Olifant of grootste Walvis te slim af.

De boodschap is duidelijk: ook al ben je klein en onooglijk en denken anderen dat je niets voorstelt, je hebt altijd nog je eigen waarde, je waardigheid, je creativiteit, en dus kansen. Jij kunt, door jouw keuzes, altijd het verschil maken.

Anansi, dat kleine onooglijke diertje, is daarbij het enige wezen op aarde dat in staat is draden te maken waarlangs hij van boven naar beneden kan bewegen om zo verbindingen te leggen, het enige wezen dat hemel en aarde kan verbinden.

We beleven intensieve tijden, we komen uit een Covidcrisis en zijn op zoek naar het nieuwe normaal. Verplicht testen? Verplicht vaccineren? Gaan we vaker thuiswerken, gaan we elkaar weet drie zoenen geven? Of twee, of één of geen? Onzekerheden in ons dagelijks leven.

Onzekerheden zijn er ook op grotere schaal. In de uitwerking van mijn Anton de Komlezing die ik in 2019 hield en die later werd uitgegeven onder de titel ‘Hoe wij hier ook samen kwamen’, heb ik de Covidperiode geduid als een heel bijzondere kans die ons gegeven is. Omdat ons individuele leven in het oog van de orkaan kwam stil te vallen, konden we des te scherper kijken naar de koers van ons collectieve bestaan. Waar zijn we naar toe op weg? Waar zijn we mee bezig, als wereldgemeenschap, als nationale gemeenschap, als lokale gemeenschap?

Kathleen IJburg1
Kathleen Ferrier op de kansel van Vrijburg

Covid bood ons de kans ons ten diepste bewust te worden van onze verbondenheid als mensen, omdat virussen geen rekening houden met de grenzen die wij zelf tussen ons en anderen aanleggen. We werden ons bewust van onze kwetsbaarheid en het feit dat oplossingen voor een groot vraagstuk als dat waarvoor Covid ons plaatst, niet uit één koker, één bubbel, één manier van denken kunnen komen. Wetenschap, overheden, maatschappelijke organisaties, er moest samenwerking gezocht worden.

En Covid liet ons ook pijnlijk scherp zien waar de zwakke plekken zitten in het weefsel van onze menselijke samenlevingen. Want de klappen vielen en vallen opnieuw het hardst op die plekken waar mensen de minste kansen hebben, op gezonde voeding, scholing , toegang tot kwalitatieve gezondheidszorg, enzovoort.

Dus enerzijds beseffen we nu onze individuele nietigheid en hoezeer we elkaar nodig hebben, en tegelijkertijd voelen we ons niet in staat als zodanig te handelen, omdat we een systeem van machtsverhoudingen gecreëerd hebben waarin we als individuen onzichtbaar zijn en dus geen macht lijken te hebben.

Dat zien we internationaal en nationaal, bijvoorbeeld in de toeslagenaffaire. Het individu dat onzichtbaar wordt tegenover het machtige systeem. Die machteloosheid, dat besef van eigen nietigheid vertaalt zich maar al te vaak in moedeloosheid.

Maar die weg moeten we niet gaan. Hoe moeilijk dat ook is, in een wereld van ongelijkheid. Hoe moeilijk dat ook is in een land dat op allerlei fronten dreigt vast te lopen en waar politieke instituties uitgehold worden en men niet lijkt te beseffen dat democratie een groot goed is, dat, als je het eenmaal kwijt bent, niet makkelijk en al helemaal niet vanzelf terugkomt.

Die weg van moedeloosheid niet kiezen vraagt lef. Want bedenk dat leven het meervoud is van lef. Het betekent ook dat je je kwetsbaar moet durven opstellen. Bewust van je eigen nietigheid, maar: niet zonder macht.

Want net als dat kleine mosterdzaadje en net als het kleine onooglijke insectje, de spin Anansi, heeft ieder van ons alles in zich om het verschil te maken. En dat hoef je niet alleen te doen.
Daarom is er geen enkele reden om je bedreigd of onzeker te voelen, omdat we, in al onze menselijke kwetsbaarheid en nietigheid, er nooit alleen voor staan. Omdat we, ook bij al deze grote uitdagingen, altijd en onder alle omstandigheden mogen vertrouwen op de aanwezigheid en de liefdevolle begeleiding van de Eeuwige.

Het mooie van geloven vind ik dat het ‘geloven’ heet en niet ‘weten’. Geloven is vertrouwen. Etymologisch komt het neer op ‘voor lief nemen’, heeft dus met liefde te maken. Zonder het zeker te weten, zonder empirisch bewijs, mogen we erop vertrouwen dat die goede en liefdevolle krachten om ons heen zijn. Krachten die ons begeleiden en ons nooit in de steek zullen laten.

Alles wat het geloof van ons vraagt is lef. Lef om Jezus voorbeeld te volgen en dus onbevreesd te zijn. Zonder angst je hand uitsteken naar de ander, ver te blijven van vooroordelen en stereotypen, woorden vinden die verbinden in plaats van verdelen, verhalen vertellen die perspectief bieden in plaats van verhalen die anderen klein en jezelf groot maken.

Ik heb moderne Spaans-Amerikaanse literatuur gestudeerd en een van mijn favoriete schrijvers is de Peruaan Mario Vargas Llosa. Eén van zijn beste boeken vind ik El Hablador, in het Nederlands vertaald als: Het woord van de verteller. In dit boek neemt de auteur de lezer mee naar één van de nog geïsoleerd levende inheemse stammen in het Amazone-gebied van Peru, de Machiguengas. En vertelt hij het verhaal van Mascarita, een hablador, een verteller.

Vertellers zijn bij de Machiguengas invloedrijke mensen, het zijn de brengers van het nieuws, vergelijk het met wat vroeger hier de troubadours waren. Vertellers die van dorp naar dorp trekken om te vertellen wat er zoal in de wereld gebeurt.

Het bijzondere vind ik dat de habladores, de vertellers bij de Machiguengas hun verhaal voortdurend onderbreken met de uitspraak: ‘dit is tenminste wat ik gehoord heb’ of ‘dit is tenminste zoals ik het heb begrepen’. En hierdoor wordt steeds benadrukt dat het verhaal dat de verteller vertelt, het verhaal vanuit haar of zijn perspectief is: zo kijk ik er tegenaan, maar er zijn ongetwijfeld andere manieren om hier tegenaan te kijken.

Juist dat ontroert mij in dit boek, het besef dat er meerdere perspectieven zijn, dat mijn manier van kijken niet de enige is, mijn waarheid niet de enige en dat ik, daarom aangeef dat ik bereid ben een stap opzij te zetten, om ruimte te maken voor andere visies, waarheden en perspectieven.

Zusters en broeders, dit zijn de tijden waar het erop aan komt. Hoe veren we terug na Covid? Hoe herpakken we ons als samenleving waar in van alles vast lijkt te lopen? Wij kunnen het verschil maken! Als individuen door keuzes te maken waarbij we ons kwetsbaar durven opstellen, we staan er immers niet alleen voor.

Dat we daarvoor lef tonen en dat we de moed hebben niet vast te gaan zitten in onze eigen werkelijkheid en ons eigen gelijk, maar door de keuzes die we maken, de woorden die we kiezen, ruimte durven scheppen en bieden, voor meerdere, voor andere perspectieven. Alleen dán kunnen we werkelijk de verbindingen leggen die nodig zijn om oplossingen te vinden voor de grote uitdagingen waar we als wereldgemeenschap voor staan en waar we ook in ons land voor staan.

Deze tijden vragen het van ons, bieden ons die kans. Wij kunnen, ieder van ons kan, het verschil maken. Deze tijden doen dat dringende beroep op ons allemaal. Om niet apathisch te zijn, ons niet te laten ontmoedigen of verlammen als individu tegenover ongrijpbare machtssystemen, maar om bewust het verschil te wíllen maken.

Net als dat kleine mosterdzaadje en om, net als Anansi, opgewekt op pad te gaan, vol vertrouwen, wetend dat je zelfs de machtigste leeuw, sterkste olifant of de grootste beer op de weg te slim af kunt zijn, als je werkelijk verbinding zoekt, met liefde, vanuit je hart, met de ander en met boven.”

Kathleen Ferrier

Kathleen Ferrier

Voorzitter nationale UNESCO-commissie

Kathleen Ferrier was Kamerlid voor het CDA van 2002-2012. De afgelopen vijf jaar heeft zij in Hongkong, China, gewoond en gewerkt. Sinds 1 …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.