Vier jonge predikanten lanceren het Pamflet Kerk 2025 om de gelijknamige nota die binnenkort door de landelijke vergadering van de Protestantse Kerk in Nederland behandeld gaat worden, een kontje te geven. In deze nota, geschreven door secretaris Arjan Plaisier, regeert het realisme. De kerk moet niet langer krampachtig proberen een instituut in de benen te houden dat al over zijn houdbaarheidsdatum heen is. De jonge dominees beamen dat.
In de maandageditie van Trouw van 12 oktober krijgen ze gelegenheid om hun hart te luchten. “Als ik wil, kan ik de hele dag vergaderen als een bestuurder”, zegt Jasper van Schaik, ter onderstreping van de kritiek van Plaisier op de kerkelijke vergadercultuur. Jantine van Iersel heeft kritiek op de kerkvorm: “Als iemand zomaar binnen zou komen, zou die niet begrijpen wat we doen”. Het is een echo van Plaisier’s opmerking over de kerkdienst als Chinees schouwspel.
Het is een beproefde protestantse traditie om de kerk voortdurend te willen verbouwen. Iedere tijd kent zijn ‘het is nu of nooit’. Zijn deze vier jonge herdershonden met hun handtekeningenactie de belichaming van de huidige variant?
Daarvoor lijkt mij hun pamflet toch wat te bleek en – hoe ironisch – te kerkelijk. Want wat wil men nu precies? Back to basics? Niet langer zuchten onder het juk van een voorbije vorm van de kerk? De sprong wagen en ons te laten zenden door de Geest? Het zijn allemaal kreten uit het pamflet, waar je het niet mee oneens kunt zijn, maar die tegelijkertijd weinig uitgesproken zijn. “Wat is het hoopvol dat we op een punt zijn aanbeland waarop we de kracht hebben gevonden om het roer radicaal om te gooien”, is een kernzin uit het pamflet. De ingewikkelde constructie onthult het problematische van dit pamflet. Het blijft steken in een oppervlakkige oproep, die bovendien nauwelijks breder kijkt dan de interne problematiek van een kerk in transitie.
Natuurlijk moet het in de kerk volledig anders. Dat is nooit anders geweest. Maar kom eens los van dat kerkelijk navelstaren en richt je op wat er in de wereld gebeurt en wat mensen echt bezig houdt. Het gaat mij niet om de toekomst van de kerk, maar om een kerk van de toekomst. Die relevant is en verstandige dingen doet en zegt, die een platform biedt voor discussie, verdieping en actie om de wereld een beetje mooier te maken. Daar knapt de kerk vanzelf ook van op. Want, vorm volgt inhoud. Laten we met dat laatste dan ook beginnen.
—
Toch nog even nagezocht. Inderdaad, dominee 2.0 is alweer drie jaar geleden. Waar blijft de tijd? Voordat je het weet is het 2025…
Natuurlijk herken ik de reactie van Bert en toch reageer ik zo niet. Als (betrekkelijk) jonge mensen iets roepen in de kerk, ben ik van mening dat ouderen dat als eerste reactie gewoon steunen.
Dan zijn er ook nog wel wat vragen bij te stellen.
Dan pas komt de constatering (die ik dan bij voorkeur voor me hou) dat ook dit allemaal eens onder de zon is geweest.
Een aantal jaar geleden deed ik mee als theologiestudent aan het initiatief dominee 2.0. Ik ben inmiddels 27 en sinds een week proponent. Dat laatste roept vragen op. Zo gauw ik iemand iets over mijn vak of beroep zeg, reageren mensen met: ‘De kerk? Nemen die nog wel mensen aan?’ De gemiddelde voorbijganger gelooft niet zo in de toekomst van de kerk. Misschien heeft dat wel te maken met het vertrouwen van de gemiddelde kerkganger: Wat geloven die over die toekomst. Ik denk dat dit initiatief en het vorige (ds. 2.0.) willen zeggen dat er nog jonge (en oude) dominees zijn die geloven in een toekomst voor dit eeuwenoude instituut. Zij geloven dit omdat de God van alle eeuwen erop toe ziet en ook vandaag relevant is voor de gelovigen. Waar men niet zo in gelooft, is dat de kerkvormen van nu die boodschap goed vertolken.
Hoe die boodschap wel vertolkt moet worden, dat is natuurlijk de million-dollar-question. Ik ben er ook niet uit, maar ik denk dat zoekend en tastend de enige manier is om dat uit te vinden. Ik doe mee aan die zoektocht! Jullie ook? Misschien zien we elkaar op het platform voor die zoektocht, het Landelijk Missionair Festival op 7 november. Tot dan!
Dank Sifra voor je reactie,
het punt is volgens mij dat je wel kunt zeggen (doe ik ook) dat God relevant is, maar dat het er helemaal op aan komt hoe dat dan blijkt. Gaat het in de kerk over de thema’s van vandaag? Spreken we in de kerk de taal van deze tijd? Maar vooral, doen we de dingen die we moeten doen, als het gaat om een boodschap van hoop, van vrede en gerechtigheid en zorg voor de schepping?
Ik denk dat het niet zozeer de vormen zijn die ons in de weg zitten, maar dat de inhoud is verbleekt. Teveel binnenkerkelijk en teveel op eigen gelovig comfort gericht.
Het LMF is een goede tip. Vorig jaar deed ik mee. Dit jaar gaat op die dag mijn project in Assen van start, waar we de eerste kerkelijke popupwinkel van Nederland starten.,, zie FB PopUp-winkel Mooi Verhaal.
Dus toch een nieuwe vorm?
We hebben van de landelijke kerk, zowel dienstencentrum als van Plaisier, al heel wat stukken over ons heen gehad waar we probleemloos ons heel wat vergaderingen mee bezig kunnen houden. Vaak gebeurt dat ook. Dat zal ook met dit stuk het geval zijn.
Toch vind ik het boeiend om te zien dat er nu weer vier jonge mensen enthousiast kunnen worden over dit stuk dat we van vanuit het landelijk instituut aangeboden krijgen: Kerk2025.
Ik vermoed dat Bert Altena gelijk heeft. We hebben behoefte aan een bepaald soort visioenen, een bepaald soort jargon dat ons doet denken aan frisheid, elan en aan een nieuw enthousiast begin.
Toch doen we er wijs aan om niet alleen op de toon te letten, maar ook op de inhoud.
Die is niet zo gemakkelijk te bepalen, want de ideeën en voorstellen zijn nog niet uitgewerkt en er is dus moeilijk voor te stellen wat de consequenties zullen zijn (iets wat denk ik ook een beetje een kenmerk is van de landelijke kerk, dat kwam bijvoorbeeld ook naar voren ten tijde van het optuigen van de RDC’s, en het vormen van de huidige kerkorde, de bouw van Baruch, de toekomst van de PThU in Groningen en Amsterdam, de bouwplannen van nieuw Hydepark en de inrichting van de PE voor predikanten). We zullen dus door het enthousiasme en de roep om met veel vertrouwen de deskundige leiding van de kerk te volgen heen moeten kijken.
Als ik kijk naar de gevolgen van dit plan zie ik in ieder geval een paar dingen:
– De kerkelijk vastgoedpoot (LDC en nieuw Hydepark), met andere woorden ‘de stenen’ wordt niet aangepast en zal dus meer dan ooit het grootste deel van de kerkelijk inzet vragen.
Mijn vraag: moet de kerk zoveel vastgoed in bezit houden en daar risico mee lopen, of heeft de kerk een andere ‘core-business’?
– De inbreng van de theologie wordt verkleind. Als toekomstige predikanten wordt vooral gekoerst op die mensen die het op kunnen brengen om ruim zes jaar te studeren om op een verantwoord niveau voor de kerk te werken, maar die daarnaast de tijd en energie kunnen opbrengen om elders een inkomen te verwerven om zichzelf en eventueel hun gezin in leven te houden en de opgebouwde studieschuld af te lossen.
Mijn vraag: Als het waar is dat de mensen dat geld om predikanten en HBO-theologen niet meer kunnen en/of willen opbrengen, zijn er dan geen slimere methodes denkbaar om minder geld uit te geven aan professioneel pastoraat?
– We gaan veel minder (classicaal) vergaderen. Daar zal iedereen wel blij mee zijn, en ik denk ook dat dit kan en moet.
Mijn vraag: wat is het alternatief om als kerk, landelijk en plaatselijk, de juiste beslissingen te nemen om aan het werk te gaan.
Zou er ook enthousiasme zijn om alle plannen om de kerk te vernieuwen goed te doordenken, zodat we nu dingen gaan doen waarvan we over tien jaar nog zeggen dat we destijds de juiste keuzes hebben gemaakt?