Wonderlijk zijn de emoties waarmee kerkdiensten mét kerkgangers worden verdedigd. Terwijl ook op zondagmorgen het overgrote deel van kerkelijk Nederland zich keurig houdt aan de gestelde normen die voor alle bijeenkomsten gelden, zijn er broeders die menen dat ze God in dezen gehoorzamen door niet naar de overheid te luisteren.
Vrijheid van godsdienst of levensovertuiging is een grondwettelijk recht, vooral als het om de publieke uitoefening daarvan gaat. Maar als dat recht wordt geclaimd als een soort voorrecht dat godsdienstig georganiseerde burgers toekomt, is er toch iets mis. Zou deze vorm van zelf-isolatie het gevolg zijn van de voortgaande secularisering van de Nederlandse samenleving? Van een samenleving waarin voor religie geen gemeenschappelijk erkende plaats meer is? Van een samenleving waarin religie alleen nieuws is bij controverse en conflict?
In onze buurlanden gaat het dan toch anders. In Duitsland werden de coronadoden herdacht in een indrukwekkende nationale herdenkingsbijeenkomst waarin vertegenwoordigers van de belangrijkste religieuze gemeenschappen een fundamenteel aandeel hadden. In het Verenigd Koninkrijk werd de kerkelijke uitvaart van de prins-gemaal het even indrukwekkend bewijs hoe corona het leven van nabestaanden tot het meest essentiële terugbrengt.
Misschien moet er tijdens het pas begonnen formatieproces van een nieuwe regering een zo breed mogelijk beraad worden georganiseerd waarin alle gemeenschappen vanuit hun, al dan niet godsdienstige, levensovertuiging de tijd nemen om stil te staan bij de werkelijke impact van de pandemie – die we uiteindelijk alleen samen onder controle krijgen.