Het verhaal van de geboorte van Jezus is met zekerheid het meest bekende bevallingsverhaal van de wereldgeschiedenis. Juist omdat in dit verhaal het alledaagse samenvalt met iets wat alomvattend en buitengewoon is.

Elke dag worden er kinderen geboren, we komen allemaal zelf voort uit een dergelijk verhaal en velen van ons zijn door zo’n verhaal zelf moeder of vader geworden. Maar het kerstverhaal overstijgt deze verhalen. Hier ontstaat niet enkel een nieuwe relatie met ons nageslacht, hoe groots en alles veranderend dit ook is. Hier ontstaat een nieuwe relatie op kosmische schaal, een verbinding van ons mensen met het alles omvattende geheel van de schepper van het heelal: God die op een verrassende manier mens wordt, klein en nederig: één van ons. En dat verandert álles.

Op deze manier bekrachtigt God zijn eigen oordeel direct na de schepping van hemel en aarde ten volste: zijn oordeel dat de schepping “goed” is. De oude Griekse filosofie was ervan overtuigd dat alles wat wij om ons heen waarnemen, slechts gemankeerde schaduwen van hemelse ideaalbeelden zijn. Ons eigenlijke doel was om onze lijfelijke materie te overstijgen, richting die hemelse idealen. “Nee,” zegt God met zijn menswording met Kerst, “de materie zélf is het doel. Sterker nog: jullie mensen zijn het doel, samen met mijn hele schepping. Want wat ik schiep, is in zichzelf al werkelijk, waar en goed!”

Deze boodschap leidt tot vreugde over en genot van het aardse leven. Zo kunnen we van elkaar genieten en de schoonheid van de natuur beleven. Het bekrachtigt ook de noodzaak dat we strijden voor het behoud van de natuur, het klimaat en de biodiversiteit.

Maar er is meer. Met kerst bevestigt God dat wij mensen naar zijn evenbeeld zijn geschapen. Door nu zélf mens te worden, bekrachtigt zij of hij zijn radicale toewijding aan de waardigheid en de waarde van élk menselijk wezen. Want, stel, je hebt een briefje van 50 euro op zak. Puur materieel bezien bezit je dan iets dat ongeveer vier en een halve cent waard is, want zoveel kost het om dat briefje te maken. En toch kan je van dat briefje, mits je het niet overdrijft, samen met je partner lekker uit eten. Omdat wij er allemaal 50 euro aan waarde aan dat briefje toekennen. In diezelfde trant hebben mensen onmeetbare waarde, omdat deze aan ons wordt toegekend, door God, die zélf onze wereld binnenkwam, mens werd en onze eigen ervaringen deelde – liefde, vreugde, medeleven, vriendschap, woede, rouw, eenzaamheid, verlaten zijn tot aan de meest pijnlijke, meest smaadvolle dood aan toe.

Voor christenen is God niet ver weg, losgezongen van ons eigen lot, hij of zij gaat mee en leeft mee, zelfs door de meest donkere en pijnvolle dalen heen. Dat God menselijk werd, maakt al onze ervaringen hier op aarde, hoe klein en onbeduidend, hoe licht of hoe duister ook, goddelijk. Op deze manier legde deze oerknal het fundament voor onze ideeën over de individuele waardigheid van elke mens en dat elk mens onvervreemdbare rechten heeft. De Universele Verklaring van de Mensenrechten én onze Grondwet, met het verbod van elke vorm van discriminatie op grond van wie mensen zijn, komen hieruit voort.

En méér nog: God wordt in het Kerstverhaal juist niet in een paleis, als zoon van de keizer, als heerser, maar juist in een onbeduidende uithoek van de wereld geboren, ver weg van alle machtscentra. Als kind van arme, jonge, ja zelfs ongehuwde ouders die al gauw voor een bloeddorstige machthebber moesten vluchten. Het schamele herdersdorp Bethlehem (wat letterlijk ‘broodhuizen’ betekent) wordt met Kerst het middelpunt van het universum.

Allereerst zijn het mensen onderaan de sociale ladder, de herders, die het kind begroeten. Daarna komen de hogergeplaatste koningen. Daarmee bekrachtigt God in zijn menswording niet alleen de waardigheid van elk mens, maar ook dat ieder mens dezelfde onmeetbare waardigheid toekomt. Omdat elk mens telt: pauper én miljardair, nietsnut én CEO, man én vrouw, autochtoon én allochtoon, homoseksueel én heteroseksueel, zondaar én rechtvaardige. En ook wie niet in deze categorieën past.

Zeker toen, maar ook vandaag, is dit een ongekend revolutionaire gedachte. Een gedachte die voor ons tot oerknal wordt, want wij hebben aan deze menswording het fundament van onze rechtsstaat te danken, het inzicht dat iedereen gelijk is voor de wet én onze democratie. Want onze democratie drijft op het vertrouwen dat ieders stem telt, ongeacht wie je bent of hoeveel macht je hebt. Onze democratie drijft op het vertrouwen dat uiteindelijk ieder mens evenveel in de melk te brokkelen heeft als het om het bestuur en de inrichting van onze samenleving gaat.

Het bepaalt ons ook bij de crisis van onze democratie. De oerknal van de menswording staat onder druk. Want hoeveel mensen vertrouwen erop dat zijzelf ook iets in de melk te brokkelen hebben? Veel mensen ervaren gevoelens van machteloosheid, van niet meer gehoord worden. En dat vertaalt zich snel in woede, agressie of cynisme. De vaardigheid om met je hart en vanuit oprechte nieuwsgierigheid te kunnen luisteren, wordt daarvan altijd het eerste slachtoffer. Daarom zijn zoveel mensen vooral bezig om anderen de maat te nemen of hen van de eigen opvatting te overtuigen zonder belangstellend naar de verhalen van de ander te willen luisteren die het levensgevoel of de meningen van de ander hebben gevormd.

De mens wiens geboorte wij met Kerst vieren, heeft in zijn leven altijd op naastenliefde en barmhartigheid gehamerd, juist als het om de machtelozen gaat, om hen die nooit worden gehoord en die helemaal geen stem hebben. Zijn buitenproportionele aandacht en zorg voor de weduwen en wezen, voor de armen en de vluchtelingen, de zieken en gevangenen, de gemarginaliseerden en buitengeslotenen én zijn opdracht aan ons om hem dit na te doen, trilt vandaag de dag misschien nog het hardst na.

Deze trillingen klonken eerder toen mensen zich inzetten voor de afschaffing van de slavernij, wanneer zij vluchtelingen opvingen, tegen onderdrukking en apartheid streden. Ze zijn nog steeds overal te horen waar zich mensen met zachte krachten en stemmen verzetten tegen het overtrokken gekrijs van wij-tegen-zij, tegen het harde gedreun van marcherende laarzen en ontploffende bommen.

Je voelt de trillingen in elke voedselbank, bij elke maaltijd voor daklozen, bij zorgprojecten voor drugsverslaafden, in opvanghuizen voor vrouwen en LGBT-jongeren die thuis met geweld te maken kregen en overal waar mensen met oprechte nieuwsgierigheid een luisterend oor bieden voor hen diens stemmen nergens nog worden gehoord.

De oerknal van Bethlehem heeft de onmeetbare waarde van élk mens in het centrum van onze beschaving geplaatst. Daarom roept de oerknal van de menswording ons op tot solidariteit, medeleven en naastenliefde, tot nieuwsgierigheid en opmerkzaamheid voor het verhaal van de ander. God die mens is geworden, zegt ons: wij zijn resonantiewezens, geschapen voor de verbinding met elkaar, over alle grenzen heen die mogelijk tussen ons in kunnen staan. We zijn geschapen om de trillingen van deze oerknal aan elkaar resonerend, weerklinkend door te geven. Dat is iets om nooit te vergeten.

axel 2 groot

Axel Wicke

Predikant

Axel Wicke (Berlijn, 1972) is predikant binnen de Protestantse Kerk in Nederland.
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.