Nee, dan is de teleportatie zoals ze die in onder andere de tv-serie Star Wars beoefenen een stuk gemakkelijker. Of de aloude zielsverhuizing waarbij dat onwetenschappelijke ding van het ene naar het andere lijf verkast (reïncarnatie). Maar daarvoor moet je eerst dood gaan en dat is ook zowat. Hoewel, ik ervaar mijn verhuizing wel als een beetje sterven, want we moeten downsizen. Dat betekent afscheid nemen van boeken, brieven en merkwaardige cadeautjes waaraan emoties kleven die ik vaak vergeten was. Als een soort externe schijf, hebben die dingen voor mij altijd die gevoelens, met het verhaal erbij, onthouden.
Voor Jezus was zijn verhuizing eveneens gedoe. Volgens het kerstverhaal werd hij in jeukend stro gelegd, hij kreeg de vieze adem van buiten slapende herders over zich heen, hij moest het getut van moeder Maria verduren terwijl in de verte koning Herodes zijn messen sleep. Ave verum corpus, zei de aarde, ‘Gegroet, waarachtig lichaam’.
Wat liet Jezus achter? De hemel. Wat werd zijn nieuwe adres? Een stal in het gat Bethlehem. Over downsizen gesproken. Toch heeft hij volgens het evangelie ook veel plezier van zijn lijf gehad: hij genoot van de bloeiende lelies op het veld en at en dronk graag in gezelschap; hij liet zich zalven met niet de minste olie – om uiteindelijk de marteldood te sterven. Ja, dat kan ook gebeuren als je een lichaam hebt. Toen werd het hem kennelijk te bar, zodat hij weer terug verhuisde naar de hemel (hemelvaart).
Maar elk lichaam laat een indruk achter. Sindsdien wordt hij overal herinnerd door de dingen. Door de lelies van het veld die flirten met onze ogen. Door de tekening van Banksy in Bethlehem van een demonstrant die met een bos bloemen gooit. Door de maag van vluchtelingen die vanwege de VN een broodvermenigvuldiging krijgen. Door de muziek van Bach die met je oren doet wat lelies met de ogen doen.
Leve de herinnering aan Kerst. Leve het lichaam.