Paul Kingsnorth, een voormalig milieuactivist en begenadigd schrijver is hier terughoudend in. “Instead of trying to “save the earth,” Kingsnorth says, people should start talking about what is actually possible.” Vaak leidt activisme tot een schadelijke omgang met de natuur. “Plant een boom om CO2 te compenseren”, hoor je dan. Maar een boom is er niet om ons CO2 probleem op te lossen. Denk je wel over bomen als de oplossing voor een CO2 probleem dan zit je nog steeds in het verkeerde paradigma. Een boom is er om boom te zijn in de natuur. Ze is er niet voor ons en al helemaal niet om onze problemen op te lossen. Maak van de natuur geen factor in een economische transactie, zou Kingsnorth zeggen.
Scenario Thinking
De gedachte dat wij de wereld kunnen redden omdat het “vijf voor twaalf” is gaat uit van het scenario van een maakbare wereld. “Als wij x doen dan kunnen wij y voorkomen”. Natuurlijk is er een verband tussen menselijk gedrag en de schade aan de natuur en de verandering van het klimaat. De vraag is echter: moeten we niet meerdere scenario’s hebben voor de toekomst van de wereld?
Een ander scenario is eenvoudig: het “vijf over twaalf” scenario. Als het waar zou zijn dat “vijf voor twaalf” mogelijk is, dan wordt het vanzelf “vijf over twaalf”. In dit scenario gaan we er vanuit dat er allerlei samenhangende rampen gebeuren omdat we met z’n allen niet op tijd zijn gaan veranderen. Ik noem er enkele:
- De wereldbevolking blijft stijgen tot 10 tot 11 miljard mensen. Dit komt voornamelijk door armoede en grote gezinnen en gaat gepaard met kindersterfte.
- Om de wereldbevolking uit de armoede en dus uit de stijging te krijgen is het nodig de armoede op te lossen door bijvoorbeeld educatie aan vrouwen, gezondheidszorg, eerlijke economische systemen, einde maken aan corruptie, aanpakken van droogte etc. Stel dat dit lukt dan komen veel mensen uit Afrika, Azie en Zuid-Amerika in de “middenklasse” en zullen ze meer gaan consumeren. We zien dit wereldwijd gebeuren en de trend zal zeker niet afbuigen, is de verwachting.
- Er is een bekende formule om te berekenen hoe het klimaat er in de toekomst uit zal zien. I = PAT. De impact op het klimaat (I) is gelijk aan de populatie (P) x gemiddelde consumptie per hoofd van de bevolking (A, Affluence) x de mate van vervuiling van de technologie (T). De enorme bevolkingsgroei (P) zal weliswaar afnemen, maar de affluence (A) zal toenemen. Deze groep heeft geen middelen nog de toegang tot zeer schone technologie. De I zal dus blijven stijgen.
Daarnaast moet je er in een scenario vanuit gaan dat systemen met elkaar samenhangen. Klimaat en economie, biodiversiteit en voedselvraagstukken, migratie en macht, gebrek aan natuurlijke bronnen en technologie… alles systemen beïnvloeden elkaar. Het kan misschien wel goed gaan met het ontwikkelen van schone technologie, maar misschien gaat het wel slecht met de biodiversiteit. Misschien hebben we nu nog controle over migratiestromen, maar kan dit uit de hand lopen bij de ineenstorting van ecosystemen. In een “vijf over twaalf” scenario ga je er van uit dat de systemen elkaar deze eeuw negatief gaan beïnvloeden en we een meer of minder dystopische toekomst niet meer kunnen vermijden. Het is te laat.
Spiritualiteit
Veel van de opkomende ‘groene spiritualiteit’ gaat er vanuit dat spirituele of gelovige mensen de opdracht hebben om goed voor het klimaat te zorgen. Hoe waar dit ook moge zijn… misschien zal het op een gegeven moment te laat zijn. Het wordt vanzelf “vijf over twaalf” en valt er niets meer te redden.
Het is goed om te gaan werken aan een andere spiritualiteit. Eén waarin we geen opdracht hebben om de wereld te redden, omdat dat toch niet mogelijk is. De wereld gaat haar eigen gang. Wij zijn er niet om het grotere geheel te “redden” ook niet als het “vijf voor twaalf” is. Het grotere geheel is iets waar wij deel van uitmaken en wat ons zal beïnvloeden in plaats van andersom.
Spiritueel zijn betekent dan: hoe weet ik dat ik onderdeel ben van iets wat groter is dan mijzelf? Hoe stop ik met te denken dat wij mensen het grotere geheel kunnen beïnvloeden? Hoe leer ik dus weer open te staan voor het ritme van het leven, ook al zou dat leiden tot mijn eigen ondergang? Hoe kan ik echt rouwen om het verlies van de natuur?
Daarna is er pas ruimte voor andere vragen: wat moet ik wel doen en waarom? Als ik iets duurzaams doe, waarom doe ik dat dan? Niet om het klimaat te redden, maar omdat duurzaamheid hoort bij een leven in het ritme van het grotere geheel. Je doet het omdat het grotere geheel dit zo voorschrijft. Je kunt dit ritme niet veranderen. De vraag is: leef ik in harmonie met het grotere geheel?
En wanneer het met het grotere geheel fout gaat – vanuit menselijk perspectief -, wat is dan mijn opdracht? Moet ik misschien leren om in rampscenario’s te zorgen voor geweldloosheid, zorg, zelfvoorzienendheid? Moet ik nu gaan werken aan karaktervorming wat in tijden van crisis overeind kan blijven? Kunnen wij ons samen voorbereiden op een wereld waarin alles wat ons nu lief is ons kan ontvallen? En wat is dan van waarde?
Dit “vijf over twaalf” scenario zal ons misschien aanzetten tot een diepere spiritualiteit, dieper rouwen en omgang met het lijden, oefenen in karaktervorming en compassie en het zien wat van waarde is – ook als alles wegvalt.
Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd op 4 november 2020 en is opnieuw geplaatst in het kader van de Nieuw Wij Zomerherhalingen.
Graag vul ik dit mooie inhoudelijk artikel aan met een gedachte die deze morgen op mijn netvliezen kwam van Henri Nouwen uit het boek: 365 meditaties van Henri Nouwen / Voor elke dag van het jaar. Uitg.Lannoo
10 november . Verdriet dat zegen bergt…
Wat moeten wij doen met onze verliezen? We moeten om onze verliezen rouwen. We kunnen ze niet ongedaan maken met woorden of daden, maar we kunnen er wel om huilen en diep verdriet over hebben.In het verdriet verliezen we elk gevoel van veiligheid en beseffen we pijnlijk hoe kwestbaar we zijn.
Het verdriet toont ons de diepe verscheurdheid van ons bestaan, waarin niets vastligt, helder of duidelijk is, alles verschuift en verandert voordurend.
Maar midden in deze pijn is er een vreemde, verontrustende maar ook wonderbaarlijke stem te horen. Die stem zegt: ‘Gezegend wie verdriet hebben , want zij zullen getroost worden.’
Dat is onverwacht nieuws: er zit een zegen verborgen in ons verdriet. De zegen is niet voor degene die troosten, maar voor degenen die verdriet hebben. Op de een of andere manier is er een geschenk verborgen onder onze tranen. Onder onze tranen begint een dans. De schreeuw die opkomt uit onze verliezen maakt deel uit van ons lied van dankbaarheid.
Ik zelf vul persoonlijk aan: laat WIJ deze zegen in-werken over alle grenzen heen bij elk uniek mens-en-kind in stille gedragen verbondenheid waarbij niets moeT, echter wel de moeD opbregen om spiritueel verder te gaan elke nieuwe dag om onze zegeningen te tellen in waarachtige verdraagzaamheid.
Een hartelijke warme groet.
Jan ( Contexueel rouwtherapeut)
Interessante beschouwing. Eens dat bomen tekort gedaan worden door te doen alsof ze er alleen voor ons zouden zijn. Het zijn zelfstandige levende wezens.
Het stuk roept wel vragen bij me op. Is verdere klimaatverandering voorkomen een kwestie van ‘dé wereld’ wel/niet redden? Of liggen de zaken minder zwart-wit? Iedere extra 0,1 graad mondiale opwarming leidt tot meer soorten die onomkeerbaar uitsterven. Het is zeker vijf over twaalf, want zelfs bij 1,5 graad opwarming sterven al soorten uit. Maar bij de relatief beperkte opwarming van 1,5 graden blijven gelukkig óók vele honderdduizenden (bedreigde) soorten over, wiens (ervarings)werelden niet verloren hoeven te gaan. Dan is verdere opwarming voorkomen toch altijd goed?
Het heelal en de aardbol blijven bestaan ongeacht wat mensen doen. Maar over dat allergrootste geheel hebben we het niet als het over klimaatverandering gaat. Klimaat betreft de dunne schil van leven en ecosystemen die zich bevinden tussen dode steen (planeet) en lege ruimte (heelal). Het feit dat antropogene klimaatverandering bestaat, is dan een lakmoesproef voor spiritualiteit. Dat het grote (klimaat)geheel zich juist wél door ons laat beïnvloeden, is immers wetenschappelijk vastgesteld.