Sta op en ga naar de koning, zoals Ester dat deed in de bijbel. Sta op en ga naar de Koning, in naam van hen die verdrukt worden in onze samenleving… Graag neem ik jullie hiervoor mee naar het verhaal van Ester en het tijdperk waarin zij leefde.
Buigen voor mensen
Ester is een boek in de Hebreeuwse Bijbel en daarmee ook de naam van de hoofdpersoon van dit boek: Ester. Het verhaal gaat over wijze waarop de uitroeiing van alle Joden in het Perzische Rijk werd afgewend. Dit verhaal speelt zich af in de vierde eeuw voor Christus. In die tijd was Koning Ahasveros aan de macht. Hij was getrouwd met Vasthi. Zij weigert tijdens een feest aan de verzamelde gasten haar schoonheid te tonen. Dit was natuurlijk een schande voor de koning en daarop verstootte hij haar. Ester, die daarvoor Hadassa heette, werd uit een groot aantal huwelijkskandidaten door Ahasveros gekozen als zijn nieuwe vrouw. Daarop krijgt zij de Perzische naam Ester.
Een ander belangrijk persoon in dit verhaal is Mordechai. Mordechai is de neef en voogd van Ester. Hij werkt in de poort van de koning en ontdekt daar dat twee hovelingen een aanslag tegen de koning beramen. Hij meldt dat en de samenzweerders worden ter dood gebracht.
De vierde belangrijke persoon is Haman. Haman is door koning Ahasveros benoemt tot grootvizier. Haman, is een man die erg naast zijn schoenen loopt en verwaand is ingesteld. Hij eist dat dat iedereen voor hem buigt en maakt zich kwaad omdat de Joodse Mordechai dat weigert te doen. Want in het jodendom wordt het buigen voor mensen als een vorm van afgoderij beschouwd. God gebood het joodse volk om voor niemand anders dan voor hem te buigen. Hij laat een wet uitvaardigen waarin staat dat het hele Joodse volk uitgeroeid moet worden, en wel op een door het lot bepaalde datum.
Haman wist echter niet dat Ester ook Joodse is. Hij wil haar volk uitroeien. Ester neemt grote risico’s om dát te voorkomen. Ze zet haar leven op het spel. Uiteindelijk slaagt ze. Zij zwicht niet. Ze gaat naar de koning en haar volk wordt gered.
Misschien bent u zelf al een Ester. Dat is mooi. Maar misschien zit u hier en denkt u: wat moet ik met dit verhaal? Ik geloof niet eens in God, laat staan in de bijbel. Dat hoeft ook niet. Dit woord deel ik niet met u om u het Christendom op te leggen. Ik deel het met u omdat ik in Nederland mensen zie die gebukt gaan onder wetgeving en beleid van de machtigen onder ons. De Hamans en de koning Ahasverossen onder ons. De Judeeërs van deze tijd.
Ik denk aan de Syrische man die met zijn gezin in een gammele boot op de vlucht is voor bommen maar bij aankomst bij de Griekse grens teruggestuurd wordt naar Turkije omdat er geen plek voor hem is in Europa. Wij hebben het hier goed en dat willen we zo houden ook. Vluchtelingen vormen een bedreiging voor onze welvaart en onze beschaving.
Niet zelfredzaam
Ik denk dus aan mensen die op de vlucht zijn voor oorlog, vervolging, onderdrukking. Maar ook aan mensen die op de vlucht zijn voor armoede, uitzichtloosheid en gebrek aan kansen. De gelukszoekers. Ik denk aan mensen die hier al zijn, burgers van dit land. Ze kunnen onze buren zijn. Hun kinderen kunnen met onze kinderen in dezelfde klas zitten. Mensen die ziek zijn, gehandicapt, werkloos, ontslagen en daardoor aangewezen zijn op voorzieningen in de sociale zekerheid of zorg. Mensen waarvan de maatschappij denkt dat ze mislukt zijn in het leven. Omdat ze niet zelfredzaam zijn. Omdat ze geen werk hebben en niet kunnen voorzien in hun eigen inkomen. Mensen die kwetsbaar zijn en daardoor afhankelijk zijn van de zorg van anderen. Stuk voor stuk zijn dat mensen die wel een Ester kunnen gebruiken in hun leven.
Ik denk aan de Moslims in dit land en mensen zoals ik met zwarte huidskleur, mensen met wortels in Afrika. Die dag in dag uit vanuit de media via politici op rechts met name moeten vernemen dat ze minderwaardig zijn dat hun geloof achterlijk is, gevaarlijk is en dat op basis van de angsten van anderen geen plek is voor hen in deze samenleving. De samenleving waarin velen van hen zijn geboren. Waar ze aan bijdragen. De samenleving waar zij zielsveel van houden.
Ik denk aan de jongens en meiden die een vmbo-opleiding volgen en niets anders horen dan dat ze dom en kansloos zijn. Ik denk aan de vaders en moeders die met de handen in het haar zitten, niet alleen omdat ze hun kroost niet van ontbijt kunnen voorzien maar vooral door het gevoel van machteloosheid die hen bekruipt terwijl ze moeten toezien hoe hun kinderen met grote messen rondlopen. Ze doen dat ter zelfverdediging. Om te voorkomen dat zij als eerst gestoken worden. Er gaan stemmen op, ook binnen onze partij, om de ouders dan maar te beboeten. Waarom? Als een teken van daadkracht? Lekker stoer denk ik dan. Ik denk aan het minderjarige meisje dat uit ellende maar zelfmoord pleegt in de instelling waar zij verblijft. Omdat ze zich door niemand gehoord en gezien voelt.
Ik denk aan Marjan, die al twintig jaar in de bijstand zit en daarmee onderdeel is geworden van het granieten bestand. Ik denk aan de 1,2 miljoen Nederlanders die in armoede leven. De 420.000 kinderen in armoede. De 320.000 werkende armen en de 40.000 dak- en thuislozen. Ik denk aan de 555.000 huishoudens met problematische schulden. Dat zijn gezinnen die reikhalzend uitzien naar de uitbetaling van vakantiegeld omdat ze dan met hun kinderen naar Zandvoort kunnen en een ijsje voor hen kunnen kopen. Wanneer het vakantiegeld niet verrekend wordt met hun schulden.
Rijkdom eerlijk verdelen
Gezinnen die onder de tafel duiken zodra ze de deurbel horen gaan. Uit angst voor deurwaarders. En de brievenbus ook niet meer legen. Uit angst voor aanmaningen. En brieven van de belastingdienst die hen op een zwarte lijst hebben staan. Uit angst voor een overheid die gegevens over hen verzamelt omdat ze bij voorbaat verdacht zijn van sociale fraude. Ze wonen immers in een wijk waarvan de overheid denkt dat daar veel gefraudeerd wordt. Mensen die hun eigen overheid niet meer kunnen vertrouwen.
Een paar dagen geleden hoorde ik op de radio dat het aantal mensen dat gebruik maakt van de voedselbank weer is toegenomen. En het zouden er zomaar meer kunnen zijn dan we denken omdat veel van hen zich uit schaamte niet melden voor onderzoek. Armoede is meer dan een gebrek aan geld. Het gaat dikwijls gepaard met problemen op andere leefgebieden.
Mijn oproep aan u is: sta op en ga naar de Koning. Vertel hem over Marjan, over de Syrische vluchteling en de jonge Nigeriaan die in een rubberen boot armoede ontvlucht. Sta op en ga naar de koning. Vertel hem om zijn wetten en beleid die mensen in de verdrukking duwen aan te passen. Vraag hem de rijkdom in dit land eerlijk te verdelen zodat niemand naar de voedselbank hoeft om te eten, of met een lege maag naar school moet.
Vertel de koning dat er een eind moet komen aan de onzekerheid en flexibilisering van de arbeidsmarkt. Dat je in dit land kan werken en toch niet in staat bent om jouw huur te betalen en op straat belandt. Vraag de koning om maatschappelijke opvang en zorg weer in ere te herstellen. Opdat ouderen, chronisch zieken en gehandicapten niet hun hand hoeven op te houden bij familie, vrienden en kennissen maar de zorg, opvang en begeleiding krijgen die zij nodig hebben om een menswaardig leven te kunnen leiden. Vertel hem dat de participatiesamenleving niet voor iedereen is weggelegd. En dat de terugtrekkende overheid terug moet naar het publieke domein waar hij thuishoort.
Vertel hem dat we toe moeten naar een samenleving waarin de mens en niet het grootkapitaal en multinationals centraal moeten staan. Vertel hem dat dat zijn plicht is. Immers hij staat aan het hoofd van een rijk en beschaaf land waarin we moeten omzien naar elkaar en waarin iedereen een menswaardig leven kan leiden. Of je nu arm of rijk bent geboren. Vertel hem dat het schatkist overloopt en dat er een budgetoverschot is van 16 miljard euro.
Vertel dit aan de koning. Wees niet bang. Maar wees dapper. Zoals Ester. Vrees niet voor zijn toorn. Of voor jouw goede naam, reputatie, baan of jouw eigen kerngezin. Vrees voor niets wat jou zou kunnen tegenhouden. Laat je niet verleiden tot het idee dat het hun eigen schuld is, of dat iedereen verantwoordelijk is voor zichzelf en die verantwoordelijkheid maar moet pakken. De mens is inderdaad verantwoordelijk voor wat hij of zij doet. De mens heeft het recht op zijn of haar individualiteit. Maar dat ontslaat ons niet om te zien naar elkaar. De mens is weliswaar een individueel wezen maar wij zijn vooral sociale wezens. Ons leven krijgt pas zin in relatie tot het leven van anderen. Onze identiteit wordt pas helder in relatie met de identiteit van een ander. Wij zien wie wij zijn omdat anderen er ook zijn.
Ik herhaal: het feit dat wij ons kunnen verbinden aan anderen geeft ons leven zin. Het feit dat we ons kunnen spiegelen aan anderen maakt dat ons zelfbeeld scherper wordt. Wij zijn individuen die andere individuen nodig hebben. Wij zijn sociale wezens. We hebben de ander nodig om te kunnen zijn.
Gevaar voor eigen leven
Wie is dan de koning vraagt u zich misschien af. Is dat Willem Alexander? Is dat Mark Rutte? Is dat mijn burgemeester? Wie is die koning? De Koning is eenieder die invloed heeft. Eenieder die het systeem vormgeeft. Eenieder die in zijn of haar functie het systeem vertegenwoordigt. Eenieder die verantwoordelijk is voor wetgeving, beleid, uitvoering, financiering. Eenieder van hen.
Maak een lijst van de mensen die jij kent. Schrijf op wat jij vindt dat zij kunnen doen voor de verdrukten. Trek je terug en maak een plan zoals Ester deed. Ester besloot te vasten, haar mooiste jurk aan te trekken en twee etentjes te organiseren. Ze besloot naar de Koning te gaan met gevaar voor eigen leven. Als ik sterf dan is dat zo. Dat is nogal wat. Voor de duidelijkheid ik jaag niemand de dood in he? Dit is slechts figuurlijk. Naar wie je ook gaat en wat jouw pleidooi ook moge zijn zorg dat je de kracht en energie hebt die benodigd is. En vergeet niet: voorkom dat je er alleen voor staat. Schakel de hulptroepen in.
We hebben allemaal een Ester in ons leven nodig. Ook ik heb Ester meerdere malen in mijn leven ontmoet. Ooit woonde ik in een land waar mensen moesten leven met een dollar per dag. Ester stond op en ging naar de Koning. De koning maakte het vervolgens mogelijk dat mijn vader die hier ongedocumenteerd verbleef mij naar Nederland mocht halen. Daardoor kreeg ik een kans om mijzelf van armoede te bevrijden. Ik kon naar school zonder dat mijn ouders daar heel veel geld voor hoefden neer te tellen. Daar leerde ik dromen. Zover dat toen een leerkracht vroeg wat ik later wilde worden ik riep: president van Ghana. Dan ga ik terug om mijn oma te helpen die ik heb achtergelaten en die heel arm is. Toen al was ik mij van bewust dat ik later ooit een Ester zou worden voor de armen.
Ooit deed ik een Cito-toets. Ik scoorde Havo-Vwo. De leerkracht keek naar mij en mijn ouders en zei: dat wordt te ingewikkeld voor jou. Ga maar naar de Mavo. Dan kan je daarna snel aan het werk en jouw ouders helpen. Toen kwam Ester in de vorm van een schooldirecteur op mijn pad. Hij gaf mij toegang tot zijn school en zei: jij krijgt van mij een kans. Jij mag hier naar school. Je krijgt twee jaar de tijd om op onze school met brede brugklassen Havo/Vwo te bewijzen dat je het kan.
Ooit was ik ZZP’er. Met twee jonge kinderen. Een koopwoning, twee auto’s voor de deur. Alles ging goed totdat de economie instortte. Avond na avond ging ik huilend naar bed. Ik voelde mij mislukt. Als de buren in de ochtend naar hun werk gingen keek ik toe vanuit het raam van mijn werkkamer. Bezig met de administratie. Om de boel op orde te krijgen en een uitweg te vinden. Ik keek naar mijn kinderen en voelde mij mislukt en leeg. Ik zag bijna niemand meer wat plots had ik geen geld meer voor de leuke koffie afspraakjes, uitstapjes en etentjes. Ik leerde om niet meer naar de AH te gaan en daar zakjes met voorgesneden uien te kopen. Nee ik leerde om naar de Aldi en de Lidl te gaan. Ik leerde om lekker te koken voor tien euro per dag. Ik leerde de leukste tweedehands winkels kennen. Waar ik nog steeds graag kom. Na een half jaar lang huilen, overleven en solliciteren kwam Ester op mijn pad en bood mij een baan aan. Die bood mij een baan aan. In schaal 13. Ik werkte mij uit de schulden en kreeg daarna de ene fantastische baan na de andere. Vele Esters kwam ik toen op mijn pad. Wat had ik gemoeten zonder de Esters in mijn leven?
Obstakels
Daarom doe ik wat ik nu doe met grote dankbaarheid. Ik ben voorzitter van de Landelijke Cliëntenraad. De LCR komt op voor de collectieve belangen van cliënten in de sociale zekerheid. Dat kunnen zijn werklozen met een WW-uitkering, een WIA-uitkering, jonggehandicapten met een Wajong uitkering, werklozen met een bijstandsuitkering in de participatiewet, minima die in armoede leven en of problematische schulden hebben. De alleenstaande weduwe, 48 jaar die het moet zien te rooien met haar puberdochter nadat haar man plotseling tijdens een vakantie in Frankrijk kwam te overlijden. Geïnspireerd door de verhalen van al deze mensen roep ik u op: Ga naar de Koning. Zoals Ester dat deed.
Dit is een oproep om niet meer aan de zijlijn te staan maar een actieve houding aan te nemen voor anderen die onze steun hard kunnen gebruiken. Ik vraag u om samen met mij een pad te bewandelen dat moet leiden tot bevrijding van mensen die in de verdrukking leven. Op ons pad komen we ongetwijfeld obstakels en moeilijkheden tegen. Ik heb daarom ook gedacht aan een strijdlied. Something inside so strong van de Zuid-Afrikaanse zanger Labi Siffre:
The higher you build your barriers
The taller I become
The further you take my rights away
The faster I will run
You can deny me, you can decide
To turn your face away
No matter ‘cause there’s
Something inside so strong
I know that I can make it
Though you’re doing me wrong, so wrong
You thought that my pride was gone, oh no
There’s something inside so strong
Oh, something inside so strong