In Molivos kun je van dichtbij meemaken wat de vluchtelingen-toestroom voor de kleine gemeenschap van dit stadje (in de winters niet meer dan 800 inwoners) en voor enkele andere dorpjes in de buurt betekent. Zij zijn vooral het laatste jaar ongewild een centrum van de wereldpolitiek geworden, en momenteel komen ze enigszins op adem na de turbulente periode waar het elke dag ging om leven en dood van vluchtelingen die regelmatig ook letterlijk tussen wal en schip terechtkwamen.
In een klein haventje in het dorpje Skala Sikaminias is een Britse filmploeg bezig twee vissers te filmen in hun bescheiden vissersbootje, een boomlange dertiger en een grijzende vijftiger. Ik raak in gesprek met de regisseur. ‘Deze twee mannen’, zo legt hij uit, ‘hebben met hun bootje samen het afgelopen jaar duizenden mensen gered: vrouwen, kinderen, baby’s, iedereen.’ Er zijn vele van deze verhalen over de hulpvaardigheid en heldhaftigheid van gewone mensen. In een van de restaurantjes van Molivos werden wij bediend door een jongeman wiens vader de voorpagina van de New York Times heeft gehaald: de foto van deze man die met een peuter op zijn nek het strand op loopt kreeg plotseling iconische betekenis. Maar het meest trof mij een detail dat hierbij werd vermeld. Deze man en zijn puberzoon die voor de kost in een restaurant werkt zijn zelf illegale Albanezen: illegalen die illegalen uit zee redden – misschien is dat wel de existentiële kern van de wereldpolitieke houdgreep waarin Europa en Turkije door de chaos in het Midden-Oosten terecht waren gekomen. Wie dat tot zich door laat dringen gaat het interessante essay De vrijheid van de grens (2016) dat politicoloog Paul Scheffer schreef in het kader van de maand van de filosofie toch anders lezen. Wanneer wij zijn advies volgen, en de grenzen van Europa effectief gaan bewaken (in zijn jargon: Europa als ‘vrijheidsgemeenschap’ moet ook een ‘veiligheidsgemeenschap’ worden), dan is de grote vraag: zal dat het probleem van de ‘illegalen’ en de realiteit van ‘illegalen die illegalen redden’ in de reëel bestaande chaos van ons werelddeel oplossen of eerder verergeren? Daarom dient Scheffers betoog te worden aangevuld met de waarschuwing van oud-minister Ernst Hirsch Ballin, die onlangs schreef: ‘Grenzen zijn een manier om het leven te ordenen. Het is echter een illusie dat met het beter bewaken “sluiten” ervan – als dat al zou kunnen zonder een grimmig netwerk van muren, prikkeldraad en bewapende grenswachten – het “vluchtelingenvraagstuk” is opgelost. Elke grens heeft een andere kant, en dus blijft het altijd de vraag of men kan verwachten dat mensen daar blijven en eventueel afdwingen dat ze teruggaan.’ En hij schreef ook dat de toekomst, een ‘menswaardige toekomst’ van vluchtelingen, niet altijd alleen in Europa kan liggen, ‘maar ze moet wel ergens zijn.’ (Christen Democratische Verkenningen, Lente 2016).
Wereldwijd gezien zijn we al langer bezig, een nieuwe categorie mensen te scheppen: zij, die nergens welkom, nergens legaal, nergens thuis en overal ontheemden zijn – mensen die in de wereld zijn, maar niet bij de wereld horen. De Duitse, Islamitische schrijver Navid Kermani spreekt over een ‘permanente uitzonderingstoestand’, waarin steeds grotere groepen mensen leven – hij kreeg voor zijn boek Ausnahmezustand (2013) de vredesprijs van de Duitse boekhandel. Wanneer veiligheidsgemeenschap Europa dat probleem niet aanpakt en niet over haar grenzen heen blijft kijken, dan zal haar mensenrechtenretoriek met de dag holler gaan klinken en uiteindelijk verstommen ten gunste van een natuurtoestand van staten en imperia.
Terug naar Molivos en Lesbos. De laatste tijd is er veel geïnvesteerd in het schoonmaken van de stranden. Onze vrienden brengen ons naar wat zij aanduiden als het cemetery of life jackets, het zwemvestenkerkhof ergens midden op het eiland (zie foto hierboven). Langdurig dwalen wij rond bij deze enorme berg met oranje zwemvesten, kleren en schoenen, het verstilde bewijs van de humanitaire noodsituatie die hier tot voor kort heerste. Maar wie langs de stranden wandelt, treft ook daar nog regelmatig de restanten aan van een geïmproviseerde en wanhopige overtocht: stukken van bootjes of vloten, babyschoentjes, T-Shirts. Bij ons hotel werpen de golven al anderhalve dag telkens een knalrode jurk naar de rand van het strand.
Zo is Molivos momenteel een dorp met de talloze verhalen over wat er recentelijk gebeurde en misschien opnieuw staat te gebeuren. Er is een restaurant aan de haven waarvan de eigenaar vorig jaar een drastisch besluit nam: zij transformeerde haar restaurant en het bijbehorende terras in korte tijd tot een soort NGO, begon aan fondswerving te doen, zodat vluchtelingen in haar etablissement bij konden komen en een maaltijd kregen. Momenteel doet zij pogingen het ingezamelde geld ook te gebruiken voor bewoners van Molifos zelf – zij die getroffen zijn door de teruglopende inkomsten als gevolg van een opdrogende toeristenstroom.
Het prachtige stadje is het laatste jaar ook het centrum geworden van vluchtelingenorganisaties en vrijwilligers, ook Nederlandse. Zij hebben daar belangrijk werk verricht, al tref je bij hen soms ook dat typisch Nederlandse gidsland-moralisme aan. Zo vertelde een Engelse gepensioneerde hoogleraar ons dat hij samen met andere toeristen op het vliegveld van Mytilini werd aangesproken door een net aangekomen Nederlandse vrijwilligster, die hen op bestraffende toon vroeg wat zij op Lesbos te zoeken hadden. ‘Dit is het eiland van de vluchtelingen!, zo luidde haar statement. Voor haar sluiten hulp aan vluchtelingen en toerisme elkaar uit. Het pijnlijke is dat deze vrouw de inwoners van Molifos met deze opvatting niet erger kan benadelen, want zij worden voor hun hulpvaardigheid bij de vluchtelingeninstroom zoals gezegd momenteel gestraft met het gegeven dat het aantal vakantieboekingen dit jaar dramatisch is gedaald. Tussen vrees en hoop levend wachten de inwoners nu het lente wordt dan ook op het seizoen dat komen gaat.
Wie doorvraagt merkt dat er op Molifos de laatste maanden een discussie is losgebarsten tussen inwoners die de hele vluchtelingenstroom zo snel mogelijk willen vergeten (‘toeristen willen hier niet mee worden lastiggevallen’) en mensen die graag vertellen over hun ervaringen met Syriërs en andere ontheemden. Maar iedereen is het erover eens dat de inwoners van dit stadje niet de dupe mogen worden van de stuiptrekkingen van een wereld in crisis. Zelf denk ik dat de vrouw met het restaurant aan de haven het goede voorbeeld geeft: zij toverde haar business om tot een voertuig om acute nood het hoofd te bieden, maar vergat ook haar eigen gemeenschap niet. Think global, act local.
Wat opvalt is vooral de combinatie van praktische zin en gelatenheid waarmee Molivos’ inwoners reageren op de gebeurtenissen – ook dat verschilt hemelsbreed van de overspannen, apocalyptische toon die het gesprek over vluchtelingen en hun opvang in Nederland niet zelden overheerst. Ik moet bekennen dat een zekere gêne over mijn eigen land me soms bekroop wanneer ik het mengsel van lijdzaamheid en gastvrijheid dat ik op Lesbos aantref vergelijk met de mix van slachtoffergedrag en berekening die de Nederlandse houding kenmerkt.
Terwijl wij er zijn vindt ook het Grieks-Orthodoxe Pasen plaats. Vanaf Goede Vrijdag tot aan Tweede Paasdag stromen de vier kerkjes die Molivos kent vol. Uit deze kerken klinken de oproepen aan de gelovigen om samen te komen. Vier dagen lang klinkt er gezang dat tot op het strand te horen is, terwijl Pasen wordt ingezet met alomtegenwoordige barbecues en afgesloten met een flink vuurwerk. Dit is een land waar de (roodgekleurde) paaseieren die je overal in de winkels aantreft nog niet zijn omgedoopt tot ‘verberg-eitjes’, zoals in de winkels van onze HEMA.
Onze vrienden ontwikkelen intussen plannen om in Molifos een soort filosofisch café op te zetten onder de titel Talking Tables: een plek waar bewoners en gasten van elders worden uitgenodigd om tijdens de maaltijd middels ‘socratische gesprekken’ die onderwerpen te behandelen die iedereen aangaan: van plaatselijke issues tot aan de geopolitieke wanorde waarvan Lesbos willens nillens deel is gaan uitmaken. Aan de website van hun initiatief wordt momenteel hard gewerkt.