Wanneer we de zaal binnengaan, zien we de personages al rondlopen. De aandacht komt te liggen bij de krijgsoefeningen van een jonge kruisridder. De scènes wisselen elkaar in rap tempo af. De jonge ridder Koert wordt gevangen genomen, maar vrijgelaten omdat de sultan en de patriarch van Jeruzalem een wapenstilstand zijn overeengekomen. Deze is noodgedwongen want de wapens zijn op en het geld ook. De sultan heeft ook wel genoeg van de oorlog, tegen de zin van zijn zus die meent dat hij daarmee zijn plicht verzaakt. De ridder op zijn beurt weet niet goed wat hij met zijn genadetijd aan moet, maar redt onderwijl wel de dochter van de joodse wapenhandelaar uit haar brandende huis. Zij, Recha, ziet in hem, Koert, een reddende engel bij wie ze terecht kan met haar grote levensvragen (“Is er iemand die wij niet zien maar die ons wel ziet?”). Haar moeder tempert haar religieus verlangen en is maar al te blij wanneer doorschemert dat de brand niet het gevolg is van een zoveelste aanslag, maar van een ongeluk met een brandende kaars. Want ze heeft het wel even gehad met de beproevingen die God haar lijkt te laten verduren. Toch laat de vraag naar God haar niet met rust. De zus van de sultan dringt aan op een godsdienstgesprek om haar zo onder druk te zetten om wapens te leveren op afbetaling, goedschiks of kwaadschiks. Ze ontsnapt aan de fuik door het verhaal te vertellen dat bekend is geworden als de parabel van de drie ringen. Het slotbeeld is voor Koert en Recha. Hij, de gedesillusioneerde gelovige, gelooft enkel nog in de liefde. Zij, die ongelovig is opgevoed, wil geloven dat er meer is. “Is er Iemand die ziet dat ik bang ben. Of ben alleen ik, die bang is?”
Het toneelstuk Nathan de Wijze van G.E. Lessing verschijnt hier gestript en gemoderniseerd voor bezoekers van 15 jaar en ouder. Doordat emoties en thema’s eerder worden aangeduid dan uitgespeeld en uitgewerkt, blijft het stuk licht te verteren. Met geluid, muziek, geprojecteerde beelden en een inventief gebruik van de ruimte wordt een belevenis gecreëerd die een serieuze opvolger is van wat 11 kilometer meer noordelijk in de Efteling wordt geboden. Angela Rooijakkers van Het Zuidelijk Toneel vertelt mij dat door de week busladingen scholieren worden afgeleverd in het kader van de Culturele en kunstzinnige vorming (CKV). De eerste keren verliep dat niet goed: scholieren schreeuwden en spuugden tijdens de voorstelling. Niet alleen zijn velen van hen nog nooit in een theater geweest, ook het thema ligt gevoelig. Nu vullen ze op school van te voren een formulier in met vragen over geloof. In de bus krijgen ze een video te zien waarop een acteur een inleiding geeft over jodendom, christendom en islam. Na afloop krijgen ze workshops theater. Hier wordt op meerdere terreinen missie bedreven. Minstens geeft het stuk jongeren een aanzet om na te denken over het verband tussen de grote godsdiensten en hun eigen levensvragen. Heel subtiel gaat het er niet aan toe. Aan de andere kant: er kan gelachen worden en dat is niet verkeerd bij een beladen onderwerp als dit.
Voor meer informatie: www.hzt.nl. Gezien op: 13 oktober. ‘Heilig Vuur’ is nog te zien t/m 17 november 2012.