Onder de aanwezigen waren ook de burgemeester van 020, Andrée van Es en veel bekende Amsterdammers en Nederlanders waaronder politici, kunstenaars en journalisten.
Helaas was er maar een handjevol moslims aanwezig.
Het gedeelte van het debat waaraan ik heb deelgenomen ging over: wat laat je wel zien en wat niet? Waar loop je als nieuwsmedium tegenaan? Wat kan wel en wat niet, en hoe komt dat? Ik was door de organisatie gevraagd vanwege de Moslimkrant maar ook door de nog te verschijnen Mohammed Glossy eind juni 2015.
Ik heb Kurt Westergaard nog nooit in het echt gezien of gesproken en dat geldt, denk ik, voor velen van ons.
Als ik eerlijk mag zijn, ik vond zijn Persvrijheidlezing geen literair hoogstandje. Misschien ook wel omdat Engels niet zijn moedertaal is. De mijne is het in ieder geval niet.
Na zijn lezing kon het debat beginnen en daar zat ik dan op het podium in een compleet uitverkochte De Balie. Je kunt je voorbereiden op een debat maar het echte werk gebeurt als je op een podium bent. En sinds de Twitter-gieren de journalisten rechts hebben ingehaald, moet je letten op wat je wel en niet zegt. Mijn leraar, Jan Blokker, heeft op de Erasmus Universiteit ooit tegen mij gezegd: ‘Woorden hebben betekenis’.
Een oude man van tachtig jaar
Op het podium zag en hoorde ik een man van tachtig jaar oud die mijn opa kon zijn, vertellen welke prijs hij moest betalen, omdat hij een cartoon heeft gemaakt van mijn Profeet Mohammed.
Sorry, ik ben ook maar een mens: ik was echt aangedaan van en door de slechte omstandigheden waaronder deze tachtig jaar oude man leeft. Ik zag een gebroken man naast mij zitten die het zwaar heeft. HEEL zwaar.
In de ogen van de tachtig jaar oude man kon ik geen vreugde ontdekken en geen teken van hoop of leven. Het waren net kaarsen waarvan je wist: die zullen nooit meer branden. Ze straalden niet en waren uit en misschien wel voor goed gedoofd.
Ik kon niks anders dan echt medelijden hebben met de tachtig jaar oude man. Die zelfs moeite heeft met lopen en daarom een stok gebruikt om op te kunnen leunen.
Pas toen had ik door wat hij bedoelde met zijn woorden in een van de beste interviews ooit in Trouw afgelopen zaterdag. “Ik ben een oude man nu, ik wil niemand meer haten.”
Aan het eind van de lezing en de discussie mocht ik de tachtig jaar oude man een cadeau overhandigen. Het idee van een cadeau kwam zaterdag in mij op, rond een uur of twee in de middag. Ik heb het zaterdag laten maken en meegenomen naar het debat en ik heb geen seconde spijt. De organisatie wist van niks, de Moslimkrant-redactie ook niet.
Toen ik van de presentatrice Petra Grijzen – waarvoor dank – het cadeautje mocht overhandigen, keek de tachtig jaar oude man goed naar de lijst en moest er zelfs even om lachen. Hij keek mij een ogenblik aan en in zijn gebrekkig Engels sprak hij de woorden: ik heb respect voor jouw geloof.
Op dat moment voelde ik mij klein… heel klein. Met die zes woorden raakte de tachtig jaar oude man iets diep emotioneels in mij.
Op de terugweg naar huis vroeg ik me vaak af: hoe zijn wij zo ver gekomen? Ik heb nog steeds geen antwoord. Ik wens de oude man van tachtig jaar veel licht in de ogen.