En dan is daar ineens het boek van Bart Brandsma: filosoof, maar ook trainer en consultant. En hij heeft een boek geschreven met als titel Polarisatie: Inzicht in de dynamiek van wij-zij denken. Het boek is in eigen beheer uitgegeven, en dat is jammer, want daardoor boet het in aan zichtbaarheid. En dat terwijl dit juist nu zo’n belangrijk boek is. Een boek dat iedere zichzelf serieus nemende politicus op haar of zijn werkkamer onder handbereik zou moeten hebben. Maar ook een boek dat eigenlijk iedere weldenkende Nederlander zou moeten lezen.

Om te beginnen moet gezegd worden dat polarisatie in ons taalgebruik nogal negatief klinkt. En ook bij Brandsma heeft het een negatieve lading. Maar toch geeft hij aan het eind toe dat polarisatie broodnodig is: “Frictie, uitgedrukt in tegenstellingen, is zelfs een belangrijke motor voor verandering en vernieuwing. Een beschaafde dosis polarisatie maakt dat de bestaande orde wordt uitgedaagd om nieuwe wegen te verkennen. (…) Polarisatie, net als conflict, hoort bij menselijke ontwikkeling” (104).

Maar polarisatie kan uit de hand lopen en bedreigend worden. En juist over die situaties gaat het boek van Brandsma. Hij begint ermee dat polarisatie drie ‘wetmatigheden’ kent. Allereerst is polarisatie iets dat tussen de oren zit. Het is een gedachtenconstructie, een manier van denken over wat het verschil tussen ‘wij’ tegenover ‘zij’ uitmaakt, en ook waarom ‘wij’ prioriteit horen te krijgen boven ‘zij’. Vervolgens heeft polarisatie ook brandstof nodig. Die brandstof is meestal een verzameling uitspraken over de identiteit van tegenpolen, bijvoorbeeld ‘zij, moslims’ tegenover ‘wij, Nederlanders’. De derde wetmatigheid is dat polarisatie niet (zozeer) over feiten en argumenten gaat, maar vooral over (onderbuik)gevoelens. En die gevoelens gaan heel diep en laten zich niet zomaar met argumenten en feiten verjagen. Brandsma wijst op de moord op Marianne Vaatstra in 1999 waarbij uiteindelijk een dader werd gevonden, die bovendien bekende. Toch zijn er nog altijd mensen die ervan overtuigd zijn dat de vreselijke daad door een asielzoeker gepleegd is.

brandsma

Vervolgens analyseert Brandsma het proces van polarisatie door vijf rollen te identificeren. Allereerst heb je de ‘pushers’, degenen die aan beide kanten brandstof levert voor wij-zij-denken. Denk aan Trump of aan Wilders. De dynamiek van polarisatie komt voort uit tegenstelling. De pushers creëren de spanning daartussen.

Vervolgens zijn daar de ‘joiners’, het clubje mensen dat duidelijk een kamp kiest (zeg de hechte groep van PVV’ers). Tussen pushers en joiners van beide kanten is een heel groot gebied van ‘the silent’: de zwijgende gemeenschap die ertussen in zit, die aarzelt en twijfelt. Sommigen zitten wat dichter tegen de joiners aan, anderen zitten duidelijk in het midden. Hun motivatie kan verschillen, wat ze delen is hun onzichtbaarheid: ‘Ze zijn stil, om de eenvoudige reden dat de nuance, de middenpositie, geen stem krijgt’ (33-34).

Dan is er de bruggenbouwer, de ‘bridge builder’, die probeert de tegengestelde kampen van pushers en joiners te verbinden (zeg de politie in een buurtrel of de burgemeester). Brandsma is er duidelijk in: de bruggenbouwers bedoelen het goed, maar het gaat meestal mis. En waarom? Omdat de bruggenbouwers vaak met de beste bedoelingen brandstof aan de polarisatie leveren. Ze organiseren een dialoog, verschaffen een podium aan de pushers, en daarmee bevestigen ze het bestaansrecht van de polarisatie.

Wanneer de polarisatie dan ook excessieve vormen aanneemt, kan het zijn dat de bruggenbouwer een vijfde rol gaat innemen, namelijk die van de ‘scapegoat’, de zondebok, waarop beide partijen zich uitleven en die (onterecht) de schuld krijgt van het conflict. Brandsma is opnieuw duidelijk: in plaatselijke conflicten is het vaak de politie die de zondebok wordt, soms ook de burgemeester. In Nederland (en de VS) is vooral de journalistiek de zondebok.

Het voert te ver om het hele boek samen te vatten. Brandsma bespreekt uitgebreid hoe polarisatie om kan slaan in conflict. Hij analyseert dan ook de verschillende stadia van conflict, en dat is nodig, want om polarisatie en conflict doeltreffend aan te pakken, komt alles aan op ‘timing’, dus welke strategieën je op welk moment in een conflictsituatie gebruikt. Als je timing slecht is, kan je interventie zomaar zorgen voor een (verdere) escalatie van het conflict. Oppassen dus.

In de tweede helft van het boek bespreekt Brandsma dan ook die timing en vier ‘game changers’ die ingezet kunnen worden om de brandstof van polarisatie en conflict te doven (‘verander van doelgroep’, ‘verander van onderwerp’, ‘verander van positie’, en ‘verander de toon van het gesprek’).

Veel meer dingen worden in het boek aangestipt, zoals de rol van authenticiteit van mediator en ‘mediative behaviour’. Een bemiddelaar moet er altijd voor zorgen dat hij voor het midden kiest, dus in het midden van ‘the silent’ staat. Want pushers en joiners hebben het op die groep van zwijgenden gemunt, die proberen zij te beïnvloeden. Een bemiddelaar moet er dus voor zorgen dat de nuance en het gesprek gewaarborgd blijft en doet dat door dus niet boven alle partijen te gaan staan, maar dus middenin de partij van de zwijgenden plaats te nemen (wat dus iets anders is dan: partij te kiezen!) en hun zorgen en bekommernissen serieus te nemen. Maar ook hier geldt weer: dit is slechts één instrument van vele. Alles komt neer op het helder analyseren van de situatie.

Waar het uiteindelijk op neerkomt, zegt Brandsma, is dat het gesprek gaande blijft, dat het denken beweeglijk blijft en niet verstart in tegenstellingen. Brandsma is realistisch. Vrede is in zijn ogen niet de afwezigheid van conflict. Tijdens zijn werkzaamheden in o.a. het Midden-Oosten en door het lezen van het werk van René Girard heeft Brandsma geleerd dat conflict de normaaltoestand is waarin de mens leeft. Vrede is vooral ‘een lange rij van conflicten waar we goed mee om zijn gegaan’ (65). Conflicten hoeven dus niet ‘opgelost’ te worden. Waar het op aankomt, is dat we de flexibiliteit leren en de vaardigheden en instrumenten krijgen die ons helpen om productief om te kunnen gaan met conflicten. Conflicten – groot of klein – moeten hanteerbaar worden. En daaraan bijdragen, dat is de doelstelling van het boek.

Toegegeven, veel van het boek is niet meteen toepasbaar in de praktijk. Dat geeft Brandsma ook zelf toe. Hij heeft geen ‘silver bullet’ met behulp waarvan iedere toestand van excessieve polarisatie of escalerend conflict ingedamd kan worden. Wat zijn boek wel doet, is de lezer analytische, conceptuele en praktische handvaten aanreiken met behulp waarvan je gaat nadenken over situaties, zoals de toenemende polarisatie van Nederland. Dat doet hij in heldere taal die voor iedereen te begrijpen is, en met pakkende, actuele voorbeelden.

Met andere woorden, Brandsma’s boek is een behulpzaam instrument in dienst van bewustwording. Je gaat anders naar het nieuws kijken, en wellicht ook naar je eigen uitingen op Twitter en Facebook en je vraagt je dan misschien, in een moment van bezinning af: ‘moet ik dit wel typen of ben ik dan eigenlijk bezig om meer brandstof te leveren aan de polarisatie?’

Ben ik door het lezen van Brandsma’s boek minder ongerust geworden over de toenemende polarisering in Nederland? Nou nee, ik zie een conflict dat, mede door de vertroebelende inmenging van partijen als VVD en SGP (om van de media met hun afgoden – die vervloekte peilingen – nog maar te zwijgen) alleen maar meer brandstof leveren dat uiteindelijk zal zorgen voor een escalatie, in welke vorm dan ook – en let wel, Wilders heeft vorig jaar gedreigd met een heuse volksopstand als zijn partij de grootste wordt maar niet mag regeren!

Maar het boek heeft me wel bewuster gemaakt van de processen die er spelen. En ik vermoed dat als meer mensen inzicht in die processen zouden krijgen, dus Brandsma’s boek zouden lezen en aanbevelen, dat er wellicht wat meer ‘common sense’ (oftewel: gezond verstand) kan ontstaan, dat het verstarde denken in tegenstellingen wellicht weer wat losser wordt, en dat de hele situatie wellicht ietsje ontspant. Dat geeft in ieder geval een beetje hoop.

Lezen dus, dat boek!

Taede Smedes

Taede Smedes

Godsdienstfilosoof, theoloog en publicist

Taede A. Smedes is godsdienstfilosoof, theoloog en publicist. In 2016 verscheen van zijn hand ‘God, Iets of Niets? De postseculiere …
Profiel-pagina
Al 20 reacties — praat mee.