Academische Uitgeverij Eburon had lef om het boek uit te geven, want Jena is een jonge milieukundige, geen gelauwerd academicus, en er rust een sterk taboe op het thema. Het boek wil dit taboe doorbreken door de vele misverstanden te ontkrachten en te wijzen op de vele voordelen van een wereld met minder mensen. Jena doet dat wat mij betreft op overtuigende wijze, hoewel zijn schrijf- en argumentatiestijl hem daar soms bij in de weg zitten.
Jena pakt het thema feitelijk en holistisch aan. Hij geeft een inleiding tot wat hij noemt ‘overbevolkingskunde’. Vervolgens voert hij een vurig pleidooi voor een herbergzame wereld. Ten slotte behandelt hij het lastigste thema ‘van utopie naar realiteit’, want hij is zelf een utopist, maar er is weinig reden is om aan te nemen dat hij veel bijval zal krijgen. Toch verdient hij die absoluut op de meeste van zijn punten.
Less is more
Jena laat op een feitelijke en overtuigende manier zien dat de aarde overbevolkt is. Daarin sluit hij zich aan bij Jason Nickels Less is more – How degrowth will save the world. Je kunt niet oneindig groeien in een eindige wereld. Hij bepleit een steady state-economie: “De huidige wereldbevolking torent al uit boven de draagcapaciteit van de aarde. We zijn de aarde aan het uitputten en de andere soorten waarmee we de planeet moeten delen zijn we aan het uitroeien. Er is geen enkel teken dat het tempo waarmee we de aarde aan het vernietigen zijn aan het afnemen is.”
Bij onveranderde mondiale bevolkingspolitiek hebben we In 2050 drie aardes nodig. En dan hebben we het nog niet eens over 2100. De door de VN geschatte wereldbevolking is dan circa 11 miljard mensen; 40% meer dan nu. Wat de gevolgen in onze groeiverslaafde economie voor zowel heel veel mensen als voor de natuur zijn, laat zich raden.
Sinds 1900 is de wereldbevolking verachtvoudigd. Het mondiale energieverbruik is 32 keer zo hoog als toen. Er lijden nog steeds evenveel mensen honger als twee eeuwen geleden. De aarde is grotendeels ontbost. Soorten sterven massaal uit. We zitten op aarde in de zesde extinctiegolf, alleen wordt deze veroorzaakt door de mens. Welkom in het antropoceen.
Jena bepleit een noodzakelijke systeemverandering. In zijn analyse staat hij dicht bij Kate Raworths Donuteconomie. Jena pleit voor een koppeling van de welvaartstransitie met een versnelling van de demografische transitie zoals die zich al voltrokken heeft in bijvoorbeeld de Verenigde Staten, Europa en Japan.
Sinds 1970 is de wereldbevolking verdubbeld. Zijn beargumenteerde ideaal is een wereldbevolking ter grootte van die rond 1930: zo’n 2 miljard mensen. Een herbergzame wereld met veel ruimte voor de natuur: 50 procent van de aarde. Ook is hij realistisch. Het bevolkingsvraagstuk is slechts een deel van de oplossing, maar wel een noodzakelijk deel. Hij heeft weinig op met wat hij symptoombestrijding noemt, en geeft hierbij als voorbeelden Greenpeace en het WNF. Ook heeft hij weinig op met techno-optimisten, die zogenaamd ‘duurzame oplossingen’ aandragen, en alternativisten, die door levensstijlverandering de planeet willen redden. De aarde heeft, ook in het antropoceen, eigen rechten en kan niet slechts instrumenteel worden gebruikt.
Kritisch
Jena is kritisch op het VN-bevolkingsbeleid van reproductieve rechten en gezondheidszorg. Hij gaat hier uitgebreid op in. Hij bepleit een sterke bevolkingspolitiek en het stoppen van de bevolkingsgroei, ofwel het social development goal, van de Verenigde Naties. Jena is daarbij tegen dwang: “De lichamelijke integriteit is iets waaraan je niet mag raken.” Hij is tegelijkertijd gecharmeerd van de tweekindspolitiek (of éénkinds) van Sarah Conly (One Child), ook als moreel imperatief en zelfs als tijdelijke noodzaak: “Het gaat om een aanvaardbaar evenwicht tussen individuele vrijheid en planetaire verantwoordelijkheid.” En om de ruimte van de huidige generatie ten opzichte van toekomstige generaties. Dat vraagt om scherp beleid op plaatselijk, nationaal en mondiaal niveau. Daarbij schuwt hij de thema’s migratie en pensioenpolitiek niet.
Over heel veel zaken heeft hij nagedacht. Ook over godsdienst en kerk. “De kerk moet beseffen dat ze door haar conservatieve houding tegenover anticonceptie net die mooie creatie van God beschadigt en vernietigt.” Die uitspraak deed me denken aan de Nederlands Hervormde kerkelijke hoogleraar ethiek P.J. Roscam Abbing. In de jaren zeventig baarde hij opzien met zijn standpunt dat de overheid grote gezinnen zou moeten verbieden. Ook de kerk moest hierin leiding geven, meende hij. De opdracht uit Genesis ‘Weest vruchtbaar en wordt talrijk’ is allang vervuld, “en de kerk zal niet mogen voorop lopen in het bewerken van een collectieve ondergang”, aldus de Groninger ethicus, die sterk was beïnvloed door het rapport van de Club van Rome. Zelfs paus Franciscus kan hier nog wat van leren.
Jena is ronduit zwak waar het gaat om zijn materialistische visie: zorgen dat het overal aangenaam leven is. Er is van zijn kant absoluut onvoldoende pleidooi voor versobering van onze westerse levensstijl. Het is naïef om te denken dat we in zijn ideale wereld met veel minder mensen onbeperkt kunnen vliegen en in onze V8-cilinder auto’s kunnen rondrijden. Ook sociologie, ethiek en godsdienst zijn minder ontwikkelde kennisgebieden bij Jena. Daarbij is zijn maakbaarheidsgedachte te groot, lopen schrijf- en spreektaal iets teveel door elkaar en ademt het boek soms het karakter van een pamflet. Het kan compacter. En soms iets minder Vlaams.
Niettemin: dit boek wil het taboe rond het onderwerp doorbreken door de vele misverstanden te ontkrachten en door te wijzen op de vele voordelen van een wereld met minder mensen. Bevolkingskrimp is de beste remedie tegen klimaatverandering, maar dan in combinatie met een veranderde levensstijl en adequate technische oplossingen. Een herbergzame, duurzame wereld met veel meer natuurruimte en een hogere levenskwaliteit voor iedereen: het is noodzakelijk, het is mogelijk. Tenminste, als we het onderwerp een kans geven. Het onderwerp verdient dat. Absoluut!
Fons Jena, We zijn met te veel – Een pleidooi voor een herbergzame wereld, 270 pag., €24,50. Uitgeverij Eburon, 2021.
Deze recensie verscheen onlangs in De Linker Wang.
Het ideaal lijkt altijd achter ons te liggen.
Maar de werkelijkheid ligt in de toekomst.
Extrapolatie leidt tot meer en meer urbanisatie en meer en meer technologie om het leven in stand te houden.
Mensen kunnen blijkbaar een goed leven hebben in een “Burj Khalifa” en kijken dan virtueel naar een voorbije “natuur”.
“Een herbergzame, duurzame wereld met veel meer natuurruimte en een hogere levenskwaliteit voor iedereen”
Voor iedereen behalve voor diegene die er maar beter niet kunnen zijn. Maar dat zijn wij niet natuurlijk. Wij zijn té belangrijk.