Die vader had zo gelijk en door hem realiseerde ik mij weer dat wij altijd onze eigen maatstaf zijn: Wij zijn de norm en de ander die afwijkt, vraagt ons mededogen of afwijzing.

Ook nu in deze tijden van crisis zijn we onze eigen norm en meten we de ander af als al dan niet kwetsbaar. Een oudere is kwetsbaar voor iemand die nog jong van lijf en leden is. Degene met een beperking (sic!) is kwetsbaar vanuit het gezichtspunt van diegene die niet de beperking heeft.

Kwetsbaarheid heeft vele kanten en gezichten. Op dit moment worden alle kwetsbaren op één hoop gegooid, waarbij vooral associaties van ‘oud’, ‘eenzaam’, ‘beperkt’, ‘hulpbehoevend’ en vooral ‘zielig’ de boventoon voeren. Wat we ook zien is dat die kwetsbaren weliswaar onze aandacht vragen, maar soms toch ook weer even pas op de plaats moeten maken. Zo stelde de Gezondheidsraad dat kwetsbaren voorrang dienden te krijgen. Toch was de lobby van hen, die zelfredzaam zijn wat betreft hun eigen bescherming en dus krachtig konden opkomen, de winnaar. “Even wachten jullie kwetsbaren, je komt aan de beurt, maar het ‘gewone, zelfredzame en onafhankelijke leven” heeft toch de voorkeur nu even”. Dat was uiteindelijk de boodschap.

Ik heb mij daar boos over gemaakt. Ik ben daar zelfs mismoedig over geweest en eerlijk gezegd, nog steeds een beetje. In wat voor een samenleving leef ik eigenlijk, waar de sterke definieert wie kwetsbaar is en wie niet en vervolgens ook nog eens bepaalt hoe met die kwetsbare wordt omgegaan?

Waar is de kwetsbare zelf? Is reageren alleen nog maar mogelijk? Opnieuw een lobby opzetten, weliswaar wat minder krachtig, maar toch..? Gaan we proberen ook bij Op1 te komen en om ons geluid te laten horen?

Gedachtenexperiment

Laat ik nu – gewoon bij wijze van denkoefening- eens anders beginnen, een beetje tegendraads. Laten we nu eens starten met de kwetsbare als maatstaf, in de plaats van dat hij of zij het resultaat is van ‘ons’ meten? Zijn er dan ook andere lessen te leren?

Stel, nogmaals als gedachtenexperiment, dat we eens starten met de idee dat wij allen kwetsbaar zijn. In de literatuur noemen we dat wel inherente kwetsbaarheid. Wij zijn ons lichaam en dat lichaam vraagt verzorging, troost en zachtheid. Zonder de ander kan dat lichaam niet floreren, niet groeien, niet tot rijping komen.

In een samenleving waarin die kwetsbaarheid niet erkend wordt, zijn sommigen meer kwetsbaar dan anderen. Immers diegenen die hun kwetsbaarheid minder goed kunnen maskeren, drijven boven als kwetsbaar. De rest doet eigenlijk alsof zij zelfgenoegzaam en onafhankelijk zijn: De ander niet nodig hebbend voor troost en verzachting. Geld, opleiding, helpen sommige kwetsbaren om die schijn van onafhankelijkheid op te houden.
Met als gevolg dat diegene die niet die opleiding, niet dat inkomen heeft, nog meer kwetsbaar lijkt. Eigenlijk zijn het een beetje de ‘losers’… ze zijn sneu, hebben het niet gered: zij zijn de echte kwetsbaren, die ons medelijden en compassie nodig hebben.

Betekenissen van kwetsbaarheid

In meer academische taal is er tenminste een drietal betekenissen van kwetsbaarheid te onderscheiden: inherente kwetsbaarheid, sociale en contextuele kwetsbaarheid als gevolg van hoe wij een samenleving hebben georganiseerd en tenslotte eenmaal kwetsbaar, word je alleen maar meer kwetsbaar. Die laatste wordt wel pathogene kwetsbaarheid genoemd: kwetsbaarheid die kwetsbaarheid voortbrengt door stigmatisering: eenmaal kwetsbaar altijd kwetsbaar.

Mensen die een beperking hebben, van anderen afhankelijk zijn, weten als geen ander wat inherente kwetsbaarheid betekent. Ze weten vervolgens ook wat sociale en pathogene kwetsbaarheid is: dat is een kwetsbaarheid die niet noodzakelijk is, maar slechts het gevolg is van een bepaalde kijk op het leven. Vanuit een zelfgenoegzaam en individualistisch perspectief is iedere afhankelijkheid jammerlijk en vraagt – in het beste geval – om compassie. Zolang dat perspectief de boventoon voert, kan een kwetsbare alleen maar reageren dat hij of zij ook wil ‘meedoen’ en wordt het lastig een eigen perspectief op de voorgrond te zetten.

Die vader van die zoon met het syndroom van Down wees mij erop dat een perspectiefwisseling ook mogelijk is. Laten we beginnen met kwetsbaarheid als inherent onderdeel van het menselijk bestaan te zien. En vervolgens kijken wat er voor nodig is die kwetsbaarheid als gedeeld lot te ervaren en te leven. Zorg als waarde neemt dan de plaats in van huidige dominante waarden zoals vrijheid. Solidariteit en betrokkenheid worden opeens spannende waarden en laten succes, prestatie en competitie ver achter zich op de waardenschaal.

Langzaam maar zeker beginnen we in de media te lezen over welke lessen die Covid ons leert voor het toekomstig samenleven. Ik zou zeggen, laten we beginnen met het omarmen van onze kwetsbaarheid en leren van onze kwetsbaren. Daar hebben we meer aan dan die soms zoetsappige compassie voor hen die ‘onze levenstandaard’ niet kan bijbenen.

U kunt gratis verder lezen

Klik deze melding weg via het kruisje. Maar goede artikelen schrijven kost geld. Steun daarom onze schrijvers en word al vanaf € 5 per maand Vriend/in van Nieuw Wij.

Ik lees eerst het artikel verder.
marian verkerk

Marian Verkerk

Filosoof en hoogleraar Zorgethiek aan de RUG en het UMCG

Marian Verkerk is filosoof en werkt als hoogleraar Zorgethiek aan de Rijksuniversiteit Groningen en het Universitair Medisch Centrum …
Profiel-pagina
Al 2 reacties — praat mee.