In het World Happiness Report 2024 staat ons land op plaats zes. Dat is een bijzonder hoge score, zeker voor een land met meer dan 15 miljoen inwoners. Met uitzondering van Israël – dat door de huidige omstandigheden ongetwijfeld van positie is veranderd – worden we omgeven door Noord- en West-Europese landen. Op Luxemburg na hebben al deze landen een kleinere bevolking en groter landoppervlak. Betrouwbare en betaalbare maatschappelijke functies zoals gezondheidszorg en onderwijs, samen met betrouwbare bestuurlijke en politieke apparaten, zorgen voor die hoge waardering. Die parameters zorgen voor zekerheid en onbezorgdheid en juist die twee begrippen staan de laatste jaren enorm onder druk.

Het politieke beleid van de afgelopen jaren heeft de betaalbaarheid en betrouwbaarheid van in elk geval een aantal publieke diensten beschadigd, maar zorgelijker is dat het politieke apparaat verzwakt is geraakt doordat we een grove manier van met elkaar omgaan normaal zijn gaan vinden en verstandige bronnen in twijfel zijn gaan trekken. Hiermee hebben we een bom gelegd onder het stelsel waar we allemaal van afhankelijk zijn en dat nu juist een van de belangrijke pijlers vormt van ons geluk. Samen ergens voor staan lukt steeds minder, waardoor angst voor elkaar een voedingsbodem vindt en het mogelijk is geworden om bikkelhard met elkaar om te gaan.

Het politieke debat van vorige week is een schrijnend voorbeeld van het verval van iets waar Nederland altijd om bekend heeft gestaan: tolerantie. In tegenstelling tot wat sommigen ons willen doen laten geloven is tolerantie geen links item: over de hele linie is Nederland doorgaans conservatief geweest, mét een voorliefde voor individualiteit en pragmatisme. Tolerantie was een breed gedragen kernwaarde waardoor zo veel verschillende mensen in dit land naast en door elkaar konden leven in een samenleving waaraan iedereen meebouwde. We waren in de zeventiende eeuw godvrezend, maar wel met ruimte en een verantwoordelijkheid voor onze eigen daden. Dat komt tot uiting als we zeggen dat iedereen hier zichzelf mag zijn. Daar zijn we met recht trots op en dat willen we beschermen.

In zo’n pluriforme maatschappij gaat het mis als er stelling wordt genomen tegen groepen mensen en hun bestaansrecht of delen daarvan in twijfel worden getrokken. Dat is wat er nu gebeurt. Samen met een mentaliteit van onvriendelijkheid en haat, ontstaat een buitengewoon guur klimaat waarin het vrijwel onmogelijk wordt om aan een gezamenlijk land te werken. Als dat gemeenschappelijke doel er niet meer is, worden we daar met elkaar per definitie ongelukkiger van. En dat is niet waarom we elke vier jaar – of eerder – naar de stembus gaan. We gaan vakjes inkleuren omdat we er op geluk vooruit willen gaan, niet op achteruit.

Op een verkiezingsdag gaat het om met verantwoordelijkheid een vakje inkleuren. Voor jezelf, maar meer nog voor je kinderen, kleinkinderen en voor elkaar. Het debat dat we als resultaat van de laatste nationale verkiezing vorige week in de Tweede Kamer zagen is niet waar we trots op kunnen zijn. De manier waarop in het debat met elkaar omgegaan werd marginaliseert mensen, het verzwakt ons land en uiteindelijk ons geluk.

In zijn afscheidsspeech zei voormalig minister-president Rutte: ‘Let een beetje op elkaar’. Daarmee bedoelde hij niet dat we elkaar op elk woord zouden aanvallen, maar dat we met een zekere tolerantie met elkaar omgaan. Daar mag – nee, moet – wat meer vriendelijkheid bij, zodat we elkaar weer als medebouwers aan ons land en ons geluk gaan zien. We hebben allemaal recht op een stukje van dat geluk. Het komt ook met verantwoordelijkheid. En die verantwoordelijkheid ontbrak in de schertsvertoning van vorige week in onze eigen Tweede Kamer te veel. Veel te veel.

jan berkvens

Jan Berkvens

Jan Berkvens is predikant bij de remonstranten in Oude Wetering en in het Foreestenhuis in Hoorn. Jan is ook werkzaam als geestelijk …
Profiel-pagina
Al één reactie — praat mee.