De non die mijn leven veranderde
Lang geleden, in de dagen dat de theologie ’s nachts nog sliep, toog ik als 20-jarige, smoorverliefde kwekeling, met de klas waarin ook mijn geliefde zat, naar een nonnenklooster in Oosterhout. Ideetje van onze godsdienstleraar. Ik ben die man zo dankbaar gebleven dat ik later als Pabodocent mijn studenten ook jaarlijks meenam naar een klooster.
Wij werden als klas verdeeld over diverse nonnen. De vrolijke, krachtige vrouw die plaats nam aan de tafel van ons groepje moet aan mijn geliefde en mij gezien hebben hoe sprankelend verliefd wij waren, want op mijn vraag hoe dat nou was, leven als non, antwoordde ze: ‘Leven met God, het is net of je doorlopend verliefd bent.’
Ik kan gerust zeggen dat vanaf dat moment God een – letterlijk – uitgesproken realiteit voor mij werd.
Dat dit bestond.
Dat je zo God kon ervaren!
In love
Intussen zal ze met ‘verliefd’ niet de hormonale oprisping op het oog hebben gehad waaraan meestal bij dat woord wordt gedacht, veeleer het Engelse ‘in love’. In die uitdrukking klinkt mee dat je duurzaam ergens in vertoeft, een diepe gloed, waaruit je leeft. Die je voortdurend in een staat van ingetogen opwinding houdt. Een letterlijk en-Theos-iasme: in God zijn.
Dit ‘in God zijn’ betekent dat er altijd een andere werkelijkheid door het dagelijkse leven heen schemert – en soms voluit oplicht – waardoor alle dingen in een relativerend perspectief worden geplaatst. Niet dat er iets mis is met het ‘gewone leven’. Het is allemaal prachtig: landschappen, mooie steden, verre landen, kunst, een voetbalwedstrijd, een theologisch boekenbalfeestje, gezondheid, lekker eten en drinken – niets mis mee, maar ze geven geen volle bevrediging meer. Het zijn niet meer dan uitvloeiingen van God. Niets haalt het bij God zelf.
Want in God zijn is in love zijn.
Out of love
Je kunt er ook uit vallen, uit die ‘love’. Heel gemakkelijk zelfs. Dat gebeurt vooral door teveel met jezelf bezig te zijn, in zorgen, maar ook in succes en euforie. De non die mijn leven veranderde – zonder dat ze daar zelf ooit iets van heeft geweten! – zou het niet tot ‘theoloog van het jaar’ hebben gebracht. En misschien is dat ook maar beter voor een mens, getuige het verhaal van Jan Baptist zaliger, trappist in Zundert, broer van Godfried Bomans.
Door de tv-uitzending ‘Bomans in triplo’ (1971) werd Jan Baptist een beroemde monnik, die zich plotseling mocht wentelen in veel aandacht, vooral van vrouwen. In het jubileumboek Broeders te wezen vertelt hij daarover: ‘Ik sliep steeds minder, mediteren kostte me steeds meer moeite […] Uiteindelijk ben ik naar Frankrijk gevlucht. […] Daar in dat Franse klooster heb ik vijftien maanden in volstrekte afzondering geleefd. […] Wat het allermoeilijkste voor mij is geweest, is de vervreemding van God. Daar heb ik echt onder geleden.’
Hij ontdekte het kalligraferen als een soort gebed: ‘Om weer helemaal stil te worden van binnen. Het grootste geluk is dan om God heel even aan te raken…’
Spinoza’s keuze
Het doorlopend verliefd zijn wil niet zeggen dat je ook doorlopend gelukkig bent. Momenten van gemis en zelfs wanhoop horen bij een liefdesleven. Maar het is blijkbaar de eigen keuze van de mens.
Misschien is dat wat Spinoza bedoelt met zijn uitdrukking ‘verstandelijke liefde’ (intellectuele liefde), waar zijn Ethica zo nadrukkelijk op uitloopt: ‘De verstandelijke liefde van onze geest tot God is deel van de eindeloze liefde waarmee God zichzelf liefheeft.’
Dit lijkt te duiden op een bewuste keuze van het verstand om erin te gaan staan, in die in zichzelf terugkerende stroom van goddelijke liefde.
En de Nacht van de Theologie? Ik zal mij nog eens omdraaien in het stille donker, maar van mij mogen ze, mijn collega’s, zolang het maar over God gaat.
Dominee Jansen lijkt wel tegen van alles en nog wat te zijn. Eerst DWDD, nu de nacht van de theologie. Mystieke vreugde heeft toch geen afzetplank nodig? Meningen en oordelen horen toch niet bij de non-duale staat waarin de mysticus zich graag bevindt?
O maar, ik ben heel duaal tegen nog veel meer dingen: oorlog, onrecht, vervuiling van de aarde, marketing van de zorg, marketing van de kerk en ga zo maar door. En dan zijn er ook nog heel veel dingen waar ik niet zozeer tegen ben, maar waar ik een beetje sceptisch over ben, zoals de Nacht van de Theologie. Mag dat?
Bij mystieke vreugde/liefde hoort verzet, lijkt me. Maar ook lichte ironie zoals in deze column…