De laatste twee eeuwen leidde het maakbaarheidsgeloof tot de grondigste verbouwing van de wereld ooit. De industriële revolutie en het opkomend kapitalisme gingen samen de aarde te lijf. Intussen rijzen er twijfels over de haalbaarheid van de maakbaarheid. Het economisch systeem verbruikt de wereld in versneld tempo.
Maakbaarheid loopt stelselmatig vast op onvoorziene gevolgen. De planning op de tekentafel lijkt geniaal. En verdorie, dan is er toch een factortje vergeten.
Fossiele mobiliteit? O ja, CO2. Oorlog? O ja, dood en verwoesting. Grote EU? O ja, nationalisme. Marktwerking en privatisering? O ja, grotere ongelijkheid. Gaswinning Groningen? O ja, aardbevingen. Vaccinaties? O ja, bloedstolsels.
En levensbeschouwingen, al dan niet religieus? Ook maakbaarheidsgeloof? De eerste mensen die een religie vorm gaven, bedachten geloofsvoorstellingen en rituelen die het leven voor iedereen draaglijker maakten. Alles wat de mens oversteeg, zoals natuur, tijd, dood en kwaad, werd gerecycled via levensbeschouwelijke maakbaarheid.
De christelijke levensbeschouwing versterkte de cultus rond de maakbaarheid. De schepper heeft de mens immers de wereld gegeven om die te bewerken. Zo stoelt het industriële maakbaarheidsgeloof mede op een christelijk mens- en wereldbeeld.
Niet alleen christelijke theologen hielden zich middels ideeën en praktijken bezig met maakbaarheid. Godgeleerden van allerlei soort lanceren nog dagelijks nieuwe inzichten, waarna andere theologen wijzen op haalbaarheid en onvoorziene gevolgen.
Er zijn namelijk nogal wat onverwachte consequenties. Traditie? O ja, verstarring. Eigen Waarheid? O ja, die andere religies. Dogma’s? O ja, het onbenoembare mysterie. Exclusief mannelijke celibataire priesters? O ja, de vrouwen, o ja, misbruik. Hechte geloofsgemeenschap? O ja, discipline, uitsluiting. Naastenliefde? O ja, winstgedrag.
De onvoorziene gevolgen voeden de twijfel aan de haalbaarheid van wat religies propageren. Secularisatie en ontkerkelijking zijn het gevolg. Frustratie zit ingebouwd in de maakbaarheid. We zijn en blijven knappe knoeiers.
Deze tekst komt uit de serie Vrijdag Zindag op de website van André Droogers.