Diversiteit is iets waar ik mij al vele jaren mee bezighoud. Als klein meisje was ik al geboeid door de verschillende culturen die zich in Amsterdam bevinden. Ik ben opgegroeid in Amsterdam- Zuidoost en op mijn Montessori basisschool zaten leerlingen die uit tientallen verschillende landen kwamen. Elk met hun eigen keuken, talen en gewoontes. Doordat het zo divers was praatte iedereen wel Nederlands maar leerden we veel van elkaars cultuur. Dit werd gesteund door de school, die onder andere festivals organiseerde. Hierbij verkleedden wij ons in onze klederdracht, namen we ons eigen eten mee en vertelden we over onze cultuur. Al die andere culturen werden hiermee niet iets “engs” of “vreemds” maar iets wat je eigen leven en cultuur kon verrijken.
Dat dit niet bij alle mensen zo ging ontdekte ik al snel. Hoe ouder ik werd, hoe meer ik merkte dat voor sommige mensen “anders” als iets negatiefs werd gezien. Onbekend maakte onbemind. Ik had al heel vroeg het gevoel dat dat mijn taak was hier wat aan te doen. Door mensen elkaar te laten ontmoeten en dan vooral op jonge leeftijd, kan je heel veel problemen wegnemen.
Dit idee heb ik in mijn werkende leven tot uiting gebracht. Ik werk bij diverse organisaties die contact met de ander bevorderen. Zo is er het Joods Historisch Museum. Bij mijn werk in het kindermuseum van het JHM kom ik vaak in contact met groepen kinderen die nog nooit een Joods iemand hebben gezien. Als ze aan Joden denken, denken ze aan Anne Frank, de Tweede Wereldoorlog of Israël. Joden zijn of een bijna uitgestorven groep of een vijand. Ik ga dan echter met de kinderen in gesprek en probeer te vertellen dat er Joden in alle soorten en maten zijn. Ook wijs ik ze erop dat veel van de Joodse gebruiken erg lijken op die van bijvoorbeeld de christenen of de moslims. Daarna zie je dat ze opener worden.
Dit merk je ook bij de lessen die ik voor Diversion ( een bureau voor maatschappelijke innovatie) geef voor het project Gelijk=gelijk?!. Hierbij ga je basisschoolklassen af met een Joodse, homoseksuele en islamitische jongere om te praten over discriminatie. In het begin merk je vaak dat de leerlingen verbaasd zijn dat je Joods bent. Het vijandsbeeld wat ze soms hebben meegekregen past niet bij het meisje wat voor hun neus staat. Ik probeer hierbij altijd een hele open houding te hebben en vragen te stimuleren. Er zijn geen gekke, beledigende of stomme vragen. Zo was er bijvoorbeeld eens een meisje dat vroeg of ze mijn hoorntjes mocht voelen omdat ze had gehoord dat alle Joden demonen waren. Hoewel je hier natuurlijk van schrikt, vind ik het wel heel fijn dat leerlingen zich bij mij zo veilig voelen dat ze dit kunnen vragen. Liever dat ze zoiets vragen dan dat ze nog steeds met twijfels of vooroordelen naar huis gaan.
Als ik aan het einde van zo een dag als feedback van de kinderen krijg “ ik had nog nooit een jood ontmoet maar nu vind ik u lief” dan is dat een goede dag. Een goede verhouding met de ander krijg je niet door dwang of geweld maar door elkaar te leren kennen. Bekend maakt bemind!