Want waarom moeten wij, Turkse Nederlanders, verantwoording afleggen voor incidenten waar wij geen aandeel in gehad hebben, is de kritiek. Halil Karaaslan, één van de panelleden van de avond, zei eerder ooit: “Het blijft vreemd om in een land, dat uitgaat van het individu, steeds als gemeenschap aangesproken te worden.” Men neemt het de premier kwalijk dat hij zo harteloos heeft kunnen zeggen dat we normaal moeten doen en anders beter kunnen oppleuren. Het bezwaar is terecht, de teleurstelling ook. Maar het herstellen van deze relatiebreuk was (en is) broodnodig voordat het compleet uit de hand loopt.

Ik waardeer de komst van de premier die middenin een cruciale formatie zit. Dit was al de 3e keer dat hij geweest is om de dialoog aan te gaan met Turkse Nederlanders, zo vertelde hij me achteraf. Ik vroeg hem wat zijn verwachtingen waren toen hij naar het debat kwam, en of die zijn waargemaakt. Daarop antwoordde hij: “De eerste twee keren dat ik met Turkse Nederlanders aan tafel zat (tijdens een besloten bijeenkomst) ging het totaal mis en dat heeft aan mij gelegen. Ik heb het héél fout aangepakt.” Wijzend naar Cemil Yilmaz – ook panellid – zei hij: “Hij daar, zat toen gedesillusioneerd op een stoel de hele dag.” Maar dit keer vond hij het een nuttig gesprek omdat men naar elkaar luisterde. Dat was ook het verschil met de vorige keren zei Rutte. Naar elkaar luisteren is inderdaad het voorschrift in een respectvol debat. Wat dat betreft was het een mooie samenspraak op de woensdagavond. Maar er was meer.

Rutte probeerde in een aantal minuten uit te leggen dat de formulering van hem niet gericht is aan Turkse Nederlanders alleen. Daar trapte niemand in.

“Ik wil het één en ander in context plaatsen over mijn pleur-op uitspraak, want die is verkeerd begrepen. Die uitspraak moeten we niet zo uitvergroten. Ik had het niet over Turkse Nederlanders alleen, maar over iedereen die zich niet aan de wet houdt, vandaar die ‘prachtige’ uitspraak” begon premier Rutte het debat.

Hij probeerde in een aantal minuten uit te leggen dat die formulering van hem niet gericht is aan Turkse Nederlanders alleen. Daar trapte natuurlijk niemand in. Al helemaal niet toen we de beelden terug te zien kregen van een RTL-interview waarin Rutte zegt “dat hij geen zin heeft om op ieder incident te reageren als hem gevraagd wordt naar het voorval in het AZC, waar een stel mafkezen vorig jaar de boel op stelten zetten omdat er vluchtelingen kwamen wonen in de buurt.” We begrijpen dus van de premier dat ook zij moeten oppleuren, maar dat het onnodig was om dat hardop te roepen, zoals hij wel deed bij Turkse Nederlanders.

En waarnaartoe moeten zij oppleuren dan? “Dat zoeken ze zelf maar uit” zei Rutte hierover.

De lange arm van Ankara en de korte arm van Den Haag is een beeldspraak die Cemil Yilmaz (socioloog) vaker gebruikt heeft om de problematiek aan de kaak te stellen als het gaat om vraagstukken met betrekking tot Turkse Nederlanders. De metafoor kwam voor in de tweede stelling van de avond. “Maar”, zegt Rutte: “Ik moet zelf nog begrijpen wat de korte arm van Den Haag dan is.” Op mijn vraag aan het einde van de avond of hij nu wel begrepen heeft waar dat dan over gaat reageerde hij met: “Ik moet er op gaan kauwen. Doe ik morgen. O, maar morgen zit ik in Brussel, dus even zien wanneer ik daar tijd voor heb.”

Rutte lachte ongeïnteresseerd werkelijk alles weg, gedurende de hele avond. Ik merkte dat ik mij er enorm aan irriteerde. Ook de mensen die ik na afloop sprak hadden dezelfde kritiek op Mark Rutte. Zijn houding was premier-onwaardig. Daar waar wij serieuze problemen aan de kaak wilden stellen, deed hij lacherig over de emoties van Turkse Nederlanders. Alsof we ons aan het aanstellen waren. Een excuus verwachtten we niet, maar wel begrip voor de zorgen van Turkse Nederlanders. Hij ontkende zelfs dat hij in Zomergasten gezegd heeft dat als je je niet gedraagt je terug naar Turkije moet. Daar gaf ik al op.

Zomergasten in 5 minuten, inclusief de beruchte Pleur-Op-uitspraak. Bron: youtu.be

Iemand vroeg zich af waarom Turkse Nederlanders nooit naar hun mening wordt gevraagd over een gestrande formatie? Maar wel over het gedrag van de Turkse president Erdoğan? Een terechte vraag, natuurlijk. Als journalist houd ook ik mij vooral bezig met Turkse kwesties, terwijl ik een carrière ambieer als Tweede Kamer verslaggeefster. Ik kom er gewoon niet aan toe om me daarin te ontwikkelen. Dat heb ik te danken aan mijn Turkse achtergrond.

Maar de premier kan hier niets aan veranderen zegt hij: “Ja dat is irritant, maar ik kan me ook voorstellen dat mensen er door gefascineerd zijn. Zo zijn mensen ook gefascineerd omdat ik niet getrouwd ben. Dan vragen ze: ben je dan homo? Nee, dat ben ik niet.” Hij maakte daarna een bedenkelijke grap over dat hij niet bij de VVGAY zit. Zijn appels met peren vergelijking was absurd. Het feit dat Rutte ook spotte met de LHBT gemeenschap is zo premier-onwaardig. VVGAY? ‘Doe normaal’ man. Dat bedenkt een treitervlogger niet eens.

“Om de 15 jaar is er altijd wel een groep die van buiten komt en die gediscrimineerd wordt” zegt Rutte bloedserieus. Wie is er van buiten dan?

En toen ging het over discriminatie. Beleid maken, is niet het antwoord op zo’n vraag zegt Rutte. “We moeten normeren. Ik  geloof niet dat je met beleid een samenleving gelukkig moet maken.” Waarmee dan wel?  “Het komt vaak wel goed met nieuwe groepen. Om de 15 jaar is er altijd wel een groep die van buiten komt en die gediscrimineerd wordt” zegt hij bloedserieus. Wie is er van buiten dan?

Daarna bekritiseerde Rutte president Obama omdat hij in één van zijn speeches expliciet moslims toesprak. “Dat zou ik dus nooit doen, want ik zie iedereen als een individu en niet als moslim.” Hij kan niets met begrippen als ‘Turken’ zegt Rutte. Hij spreekt mensen liever aan als individu want dat is iedereen in dit land. Panellid en advocate Ülkü Oğut merkte al snel op: “Als je tot de Turkse gemeenschap behoort, dan word je niet als individu beschouwd. Er hoeft maar één vlogger te treiteren en we zijn allemaal verantwoordelijk.” Cemil Yilmaz zei het ook: “Ik heb alle etiketten gehad, behalve die van Nederlander.”

Panellid en docent Halil Karaaslan had eigenlijk de beste oplossing voor het identiteitsvraagstuk: “Wat we op stedelijk niveau bereiken, moeten we ook kunnen op landelijk niveau.” Hij verwees daarbij naar zijn leerlingen die zich eerder Rotterdammer voelen dan Nederlander.

Alleen, dan moet de premier zelf wel mee willen werken.

Iffet Subasi

Iffet Subasi

Journalist

Iffet Subasi woont in Spijkenisse maar is een trouwe Rotterdammer. Ze werkt als freelance journalist, soms als redacteur en soms als …
Profiel-pagina
Al 11 reacties — praat mee.