Over die meditatiebijeenkomst zal ik straks nog wel wat zeggen, maar de startvraag is zowel voor de hand liggend als misleidend genoeg om enige aandacht te rechtvaardigen. Allereerst is de veronderstelling niet helemaal juist: miljoenen mensen gaan zondagmorgen wel naar de kerk. Interessanter is dat de vraag veronderstelt dat er iets voor in de plaats zou moeten komen wanneer mensen de kerkgang niet meer maken. Dit is een bekende sociologische valkuil: de gedachte dat wat er in de samenleving gebeurt ergens goed voor is (een functie heeft) en dus vervangen wordt door iets anders wanneer het niet (meer) gebeurt. Zo statisch en geordend zit de wereld echter niet in elkaar. Een halve eeuw geleden was het gewoon om kinderen ’s avonds een lepeltje levertraan te geven. Wat slikken ze nu ze geen levertraan meer krijgen? Tja. De vitamines krijgen en kregen ze ook wel binnen zonder levertraan. Het succes van de levertraancampagne is gewoon voorbij. Waarom zou je die norm van vroeger nu nog als uitgangspunt nemen?

Natuurlijk vervulde (en vervult) kerkgang functies. Sociale: je spreekt nog eens iemand. Economisch: een winkelier bijvoorbeeld blijft zo in beeld bij de clientèle. Politiek: je laat je zien als een moreel persoon. En natuurlijk is een uurtje in de kerkbanken een mogelijke manier om eens de week te overdenken, te mijmeren, te bidden, te zingen en stil te staan bij het leven dat je leidt. Voor sommige aspecten is er een gedeeltelijke overlapping met het bezoeken van een sportevenement, voor andere met het actief zijn op sociale media, en, inderdaad, voor een bepaald aspect is er een overlapping met meditatie. Functionele equivalenties, noemde de socioloog Robert K. Merton dat. Maar om meditatie daarom een ‘vervanging’ te noemen is zowel te veel eer voor de kerkgang als voor de beoefening van meditatie.

Ook de omvang van de belangstelling voor meditatie staat in geen verhouding tot die voor kerkgang, al is er een groeiende behoefte, waar ook vanuit christelijke kring met interesse naar wordt gekeken. Toen ik op de laatste winterse zondagmorgen van februari 2013 aankwam bij de ruimte van Zen.nl in Tilburg, kwam ik in het gezelschap te verkeren van veertien anderen, waaronder de Zenmeesteres die nu slechts gastvrouw was,en de klankmeester die de meditatie leidde. Onder de gasten was één heer, net als ik in het gezelschap van een dame. Ik (1966) zag niemand jonger dan ikzelf.

Hoewel de verwarming defect was en we dus meer dan een uur bijna bewegingloos in een koude ruimte hebben gezeten, vond ik het een aangename bijeenkomst. Stil zitten doet een mens goed, vooral als je eenmaal, dankzij enkele subtiele aanwijzingen, de juiste houding op de kussens hebt gevonden (op het puntje zitten, zodat je bekken naar achteren kantelt). Kees Peters (van Soundfulness) brengt een rustige sfeer mee en maakt af en toe wat geluid met klankschalen, een ratel, een trom, een Tibetaanse schelp en zijn stem. Van mij mag het. Maar het hoeft niet. Ik hoor al genoeg stemmen in mijn hoofd. En daarbuiten is het evenmin echt stil. Een bijeenkomst als deze nadert het niets. In gezelschap van anderen stil zitten op een kussen. Meer is het niet. Alleen met de gedachten die door je hoofd zwerven. Zonder er iets mee te doen. Zonder er een stukje over te schrijven. Je moet het maar eens proberen. Met niets te vergelijken.

keesdegroot

Kees de Groot

Socioloog en theoloog

Kees de Groot is socioloog en theoloog en is verbonden aan Tilburg School of Catholic Theology als universitair docent en coördinator van …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.