In 2010 verscheen een kritisch rapport over de effecten van ontwikkelingssamenwerking van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) getiteld ‘Meer ambities, minder pretenties’. Men erkende dat het tegenwerken van export van arme naar rijke landen een belangrijke oorzaak was van blijvende armoede en dat het daardoor geen wonder was dat ontwikkelingshulp maar een beperkt effect had. Zover die hulp wel toegespitst was op directe armoedebestrijding adviseerde het rapport zich meer te richten op economische projecten en minder op sociale, denk daarbij aan schooltjes en medische posten.
Volgens het rapport was economische groei een eerste vereiste en zonder die groei was de kans groot dat sociale projecten goed bedoelde eilanden werden in een maatschappij waar ontplooiingskansen gering waren. Met andere woorden: een school bouwen die leerlingen aflevert die nergens werk kunnen vinden is het paard achter de wagen spannen. Volgens de ontwikkelingsorganisaties en donoren van sociale projecten was die stelling wel erg kort door de bocht, maar in enkele bedenkingen konden ze zich wel vinden.
In diezelfde tijd schreef ik samen met Marc Broere, hoofdredacteur van het blad Vice Versa, een artikel in Trouw waarin wij stelden dat “niet het concrete technische resultaat van de hulp maatstaf zou moeten zijn voor de beoordeling van het project maar het emancipatorische effect”. Anders gezegd: hoeveel mensen worden zich door het project bewust van het onderdrukkende en/of ondeskundige sociaaleconomische beleid van de betreffende overheid en wat kunnen en willen zij daar aan doen door maatschappelijke acties?
Ik weet niet in hoeverre dat advies is overgenomen door donoren, maar dit najaar was ik op de jaarlijkse dag van particuliere projecten en kwam ik via Erick van Koppen in aanraking met een project wat aan bovenstaande voorwaarden voldeed . Het gaat om een project van de Verkaart Foundation, opgericht in 1992, die meisjesscholen in Kenia financiert. Het project was opgezet door een succesvolle zakenman uit Nederland, Jan Verkaart, die zelf opgegroeid was in bittere armoede in Den Haag. Eenmaal geslaagd, gebruikte hij een groot deel van zijn geld, samen met zijn vrouw Ans, en later aangevuld met geld van anderen, om meisjes die in Afrika in een ondergeschikte positie verkeren, naar school te laten gaan.
Sinds de oprichting konden 200.000 meisjes naar 72 basisscholen en later kwamen daar nog vier middelbare scholen bij waar vierduizend meisjes konden studeren.
Met Erick van Koppen, die nu bestuurder is van de stichting, heb ik uitvoerig gesproken over het al dan niet aanwezig zijn van een emancipatorisch effect met name van die 4000 meisjes van wie er velen na hun studie belangrijke posities gingen bekleden. In hoeverre gebruiken zij hun kansen met het bepleiten en bevorderen via maatschappelijke actie van hervormingen die positief uitwerken voor alle mensen in Kenia? Volgens Van Koppen zijn veel van die meisjes zich bewust van hun mogelijkheden en in het onderwijs wordt daar ook specifieke aandacht aan gegeven.
Teruggrijpend op de WRR-nota van 2010, ervoer ik hoe een bewust sociaal project wel degelijk een emancipatorisch effect kan hebben. Ook al kan de economie nog niet iedere afgestudeerde direct opvangen, toch kunnen al die vrouwen een kritisch oppositionele rol spelen waardoor economische groei, zover aanwezig of in potentie aanwezig, ten goede zal komen aan de armen.
Kijk eens op VerkaartFoundation.com. Nog even ter toelichting: de Foundation wordt geheel bestuurd door vrijwilligers en zelfs onkosten voor reis en verblijf worden niet vergoed. Het leek mij zinnig deze stichting voor het voetlicht te brengen en ik wens de stichting veel succes!
Prachtig!! Met ons 35 jarig Kenyaproject.nl hebben wij via ons Schoolfonds hier ook aan bij gedragen. Kinderen van weduwen die niet naar school konden/mochten. De jongens en ook de meisjes zijn niet te tellen. Behalve : wel van HBO/ universiteit want bij 50 jongeren zijn we gestopt. Omdat voor 1 student 10 k naar de secondary school kunnen… leuke reacties van de dochters van de weduwen in 70 dorpjes als we op werkbezoek komen.
In t begin tegenwerking van zwagers als ook meisjes naar school gingen. Dat is nu voorbij. En zelfs meer meisjes als jongens hebben een diploma
Nog een aanvulling: op een van mijn 50 (zelfbetaalde) werkbezoeken, in het dorp Masogo: een aantal meisjes had na 4 jaren middelbare school een diploma. Echter maar 2 zonen van de weduwen.
Hoe dat zo? Nu er veel meisjes studeren, vonden de jongens het niet meer stoer om een diploma te halen. Veel stoerder: proberen geld te verdienen en daarvoor is twee jaren school genoeg….
Raar maar waar!