De burgemeester van Amsterdam heeft aangekondigd dat zij meer bevoegdheden wil om ‘haatimams’ eenvoudiger te kunnen weren. Zij wil laten onderzoeken of het Meldpunt Radicalisering voldoende bekend is. Ook heeft zij aangekondigd geen toenadering te zoeken tot orthodoxe en salafistische islamitische organisaties.

Haatimams weren

Daar ben ik een groot voorstander van. Ik heb stellig de overtuiging dat als wij haat en angstzaaiers (aan beide kanten van het ‘spectrum’) niet aanpakken, onze samenleving verder zal polariseren. Met een ontwrichte samenleving als gevolg. Laten we daarom eens nadenken over een pakket van maatregelen dat álle haatzaaiers aanpakt. Oftewel: ‘gelijke haatzaaiers, gelijke muilkorven’.

Haatzaaiers zijn er in alle soorten en maten. Het gaat niet alleen om een bepaald slag islamitische predikers. Denk bijvoorbeeld aan ‘onze’ beruchte haatpolitici en invloedrijke opiniemakers. Maar ook de duizenden haatzaaiers op sociale media, die dag in dag uit niets anders doen dan gif verspreiden, gal spuwen, haat en angst zaaien jegens moslims. Een veel gehoorde mening bij het aankaarten van deze vorm van haatzaaien is dat moslims gewoon tegen een stootje moeten kunnen en dat de vrijheid van meningsuiting een groot goed is.

Maar ik moet constateren dat er onevenredig veel aandacht gaat naar één deel van het probleem. Als we echt willen dat mensen mee gaan doen in de maatschappij, en zichzelf kunnen zijn met al hun ideeën en talenten, dan is veiligheid en acceptatie een belangrijke voorwaarde.

Mevrouw Halsema, neem even de proef op de som en twitter of laat iemand het volgende twitteren “Yes, het is morgen Suikerfeest. Ik kan niet wachten om na werktijd, de moskee te bezoeken en daarna gezellig met familie te zijn. Trouwens, kent er nog iemand een goede islamitische slager in Amsterdam?”

Meldpunt Radicalisering

Een onderzoek naar de bekendheid van het Meldpunt Radicalisering lijkt mij zinvol omdat je daar beleid op kunt ontwikkelen. Maar ik ontvang graag het telefoonnummer van dat meldpunt en de criteria waarmee je kunt vaststellen wanneer iemand wel of niet geradicaliseerd is. Ik sluit namelijk niet uit dat ik gebruik zal maken van dat meldpunt. Ik ken een Amsterdamse dame die radicaal ander gedrag vertoont vergeleken met haar religieuze voorgangers. De dame in kwestie gaat nog verder dan mensen geen hand geven. Zij verbreekt het contact volledig met een deel van de samenleving en keert hen volledig de rug toe. Ik zou het op prijs stellen als de anti-radicaliseringseenheid snel ingrijpt, want ik vrees dat het gedrag van deze dame de samenleving schade kan berokkenen.

Orthodoxe en salafistische organisaties

Zo kom ik bij de aangekondigde maatregel waar ik het meest moeite mee heb. Wat denkt u, mevrouw Halsema? “Ik doe de deur dicht, het licht uit, en loop weg. Ik ga buiten deze mensen om in gesprek met een aantal experts en als ik terug kom zijn alle problemen in die gemeenschap opgelost”?

Ik kan u een ding garanderen en dat is dat de mensen die kwaad willen heel blij zullen zijn met deze maatregel. Het argument dat ‘Nederlanders’ hen niet moeten (“zie je wel!”) en niet naar hen omkijken is dan volkomen legitiem in te zetten. Bovendien is de ene salafist de ander niet.

Ja, er is een kleine groep salafisten die ‘het westen’ haat en de rechtsstaat met daarbij behorende democratische waarden niet wil omarmen. En degenen die sympathiseren met de gewelddadige jihad zijn nog minder in aantal. Maar de overgrote groep huis-tuin-en-keuken salafisten zijn mensen zoals u en ik. Zij willen in vrede leven en dragen op hun manier een steentje bij aan de samenleving.

Ga wel het gesprek aan

Mevrouw Halsema, blijf dus wel toenadering zoeken tot orthodoxe en salafistische islamitische organisaties. Organiseer een team van experts om u heen die verstand hebben van die gemeenschappen. Zorg voor diversiteit in het team en voorkom bevestiging van uw eigen ideeën. Ga wel het gesprek aan. Stel vragen, laat u zich verassen, laat u zich verbazen. Draai het eens om: vraag wat ze nodig hebben om mee te doen. Maar geef ook de grenzen aan.

Benoem de zaken waarvan u vindt dat ze niet door de beugel kunnen. Sla gerust met uw vuist op tafel. Confronteer en maak ruzie, prima. Wellicht dat u bij de aankondiging van deze maatregelen dacht dat zachte heelmeesters stinkende wonden maken. Daar kan ik het mee eens zijn. Maar wat zou er gebeuren als de heelmeesters helemaal niet meer naar de wond omkijken?

Abdessamad-Taheri

Abdessamad Taheri

Manager arbeidsontwikkeling en Trainer

Abdessamad Taheri is manager arbeidsontwikkeling bij de gemeente Den Haag. Daar houdt hij zich bezig met het ontwikkelen van mensen om hen …
Profiel-pagina
Al 6 reacties — praat mee.