Wat me trof in mijn werk was het gemak waarmee ik in gesprek kwam met studenten. Zij haalden met hun vragen bij mij naar boven wat mij ten diepste bezielde: mijn relatie met God. In mijn studententijd verloor ik de almachtige god die rechtstreeks ingrijpt in het leven van mensen, beloont en straft. Ik ontdekte dat God een relationeel wezen is, die als een ouder onvoorwaardelijk van mij houdt. In mijn omgang met studenten groeide deze relatie met God. Iedere student is als mens de moeite waard, ongeacht uiterlijk, gedrag of afkomst. In mijn toegankelijkheid voor een diversiteit aan studenten verbreedde mijn Vader zich tot onze Vader.
Door en na mijn afscheid werd mij helder dat wat ik momenteel heb met God anders is geworden. Velen vertelden mij in eigen woorden wat iemand die ik lang geleden als student leerde kennen mij schreef: “Jij was altijd op een zeer natuurlijke wijze in staat om me op een positieve manier aan het denken te zetten over de waarde van het leven. Je bent er enorm goed in om iedere student, ieder probleem en iedere worsteling als iets unieks te benaderen. Je kunt altijd het mooie in de mens zien, in ieder mens, zo lijkt het.” Ook hoorde ik menigmaal, wat een ander zo beschreef: “Je bent voor altijd in mijn gedachten door een gesprek dat veel indruk op me heeft gemaakt.”
De reacties van (oud)studenten deden mij goed en riepen in plaats van trots verbazing bij mij op. Ik heb in mijn ogen niets bijzonders gedaan. Ik was er, en ik was er doorgaans met veel plezier, maar dat dit op menig student zo’n effect zou hebben, is niet mijn verdienste. Nadenkend hierover komt bij mij boven wat Jezus zegt bij Johannes: “Wie mij ziet ziet de Vader.” Dit kan ik hem niet nazeggen, maar ik merk dat iets soortgelijks zich bij mij aan het ontwikkelen is. Het beroep van studenten op mij haalde naar boven wie mij ten diepste bezielde, en die reikt dieper dan een relatie. Soms laat God zich in mij voelen, zien, horen.
Stoppen met mijn werk was niet moeilijk. Ik vond het zalig met studenten te werken en ik heb genoten van mijn werk. Wat doorgaat is God in mijn leven. Deze diens gang laten gaan in de wereld, Deze vertegenwoordigen in onze wereld en Deze niet verbergen is een uitdaging die het afscheid mij helder heeft gemaakt.
Dierbare Theo,
Wat een prachtig getuigenis over wat jou ten diepste bezighoudt!
Intimior intimo meo kom je de Enige op het spoor, aldus Augustinus van Hippo, aldus vandaag Theo Koster, Dominicaan. Emeritus studenten – pastor. Mensen-mens.
Herinner jij je nog het gesprek in den Bosch, met Theo Beemer en anderen? Ik mocht dat destijds organiseren als gedelegeerde van de bisschop , toen Jan ter Schure, sdb, voor HGR, huwelijk, gezin en alle relaties tussen mensen. Die avond ging het om de theologie van de vriendschap, het liefdesverbond tussen mensen van gelijke kunne. Het is veelzeggend dat deze zo conservatieve bisschop daar voor open stond.
Ik heb er nog veel aan gedacht, vooral dat deze toch soms hardvochtige geestelijk leider van ons mooie bisdom, geraakt werd door jouw, door jullie verhaal.
Vrede en alle goeds, Theo.
Henk JF Degen
Diaken van het bisdom den Bosch
Beste Henk,
Wat een verrassing dit bericht van jou. Dank voor je warme en bemoedigende woorden.
Het gesprek met de bisschop herinner ik mij. Ik kende jou al wel van naam, maar ontmoette jou nu voor het eerst. Ik was verrast, dat de bisschop jou de organisatie toevertrouwde. Maar bij mijn weten was het niet ter Schure, maar Hurkmans. Met ter Schure heb ik m.i. nooit uitgebreid gesproken. Ik was destijds regelmatig in het nieuws en menigeen was verbaasd om die reden, dat hij mij benoemde tot pastoor van de parochie van de H. Geest (Studentenkerk). Theo Beemer noemde het een wonder van de H. Geest. Ik bewaar goede herinneringen aan dit gesprek en aan jou.
Het ga je goed en hartelijke groeten, Theo