Onze voorganger heeft ook een parttime aanstelling bij de centrale kerk voor het pastoraat aan mensen met een LHBTIQ+ achtergrond. Deze positie is recent ingesteld, omdat er veel behoefte aan bleek te zijn. Dat betreft dan soms ook christenen die in hun eigen kerk op weinig steun kunnen rekenen, zoals de pasgetrouwde Mikhail en Artem. Er zijn nu eenmaal grote verschillen tussen kerkelijke gemeenschappen. Waar in sommige kerken de inzegening van een relatie van paren met het gelijke geslacht eerder gebeurde dan de openstelling van het burgerlijk huwelijk (remonstrantse broederschap in 1986), zijn er ook kerkgemeenschappen die ook vandaag nog aan gebedsgenezing voor homo’s en lesbo’s doen.
In diezelfde periode probeerde de burgemeester van Amsterdam haar dialoog met de moskeeorganisaties een stap verder te brengen door met hen te spreken over een verklaring tegen het geweld tegen homo’s. Dit idee was met de beste bedoelingen ontstaan. Een jaar daarvoor, toen ik in het college van B&W zat, werden wij opgeschrikt door een brand in een jongerenflat die was veroorzaakt door het verbranden van een regenboogvlag. Het vermoeden is, dat deze was aangestoken door een jongere met een moslimachtergrond die grote problemen had met flatgenoten met een LHBTIQ+ achtergrond die daar met vlaggen uiting aan gaven. De flat moest door de brand worden ontruimd en de jongeren werden tijdelijk opgevangen in een moskeegebouw in de buurt. De burgemeester sprak uiteraard met vele betrokkenen in die tijd, zowel de slachtoffers als buurtgenoten en dankte de moskeeorganisatie.
Vandaaruit ontstond bij haar het idee om deze gezamenlijke verklaring tegen anti-homogeweld te gaan maken. Dat zou dan aan moskeeorganisaties de mogelijkheid geven zich positief te uiten met de tekst ‘uiteraard zijn wij tegen geweld tegen iedereen dus ook tegen mensen met een LHBTIQ+ achtergrond’. In de B&W-vergadering waarschuwde ik haar voor de tegenwerking die ze kon verwachten: moskeeorganisaties zouden zich in een hoekje gezet voelen als deze verklaring alleen van hen zou moeten komen. De burgemeester probeerde dit te verbreden naar alle religieuze gemeenschappen, maar voordat ze daarin slaagde, traden de moskeeorganisaties naar voren en zegden het overleg op. Immers, zo stelden zij, er is homofobie, maar er is ook veel islamofobie en waarom hoor je daar nooit eens iemand over?
Eerder in december had ik dat argument ook al eens gehoord. Op mijn werk voor de middelbare scholen bespraken we in het schoolleidersoverleg de recent gehouden Paarse Vrijdag. Voor wie het niet kent: op deze vrijdag is er aandacht voor de LHBTIQ+ leerlingen en dragen alle leerlingen en docenten kleding in het paars uit sympathie en solidariteit met de LHBTIQ+ leerlingen. Sommige schoolleiders gaven aan dat dit op hun school moeilijk gaat, omdat veel leerlingen met een moslimachtergrond zich onttrekken of er moeite mee hebben. In onze ledenbijeenkomst van het PvdA roze netwerk over een veilige schoolomgeving kwam hetzelfde aan de orde. In sommige scholen is de Paarse Vrijdag een groot feest, op andere scholen is het soms echt op eieren lopen. Er komt regelmatig de vraag op waarom er ook geen aandacht is voor islamofobie, zo vertelde een schoolleider.
Ik merkte aan mezelf dat ik mij ergerde aan dit argument. Er zijn 364 dagen van het jaar dat je het onderwerp islamofobie kunt aansnijden, en dan hoor je er niet over, en uitgerekend op Paarse Vrijdag moeten we het over islamofobie hebben. Alsof islamofobie en homofobie elkaars tegenstelling zijn. Het is dezelfde weerzin die ik voelde als Geert Wilders weer eens de rechten van homo’s erbij haalde als argument om zelf islamofobie tentoon te spreiden. Ik pas er een beetje voor om door dhr. Wilders en anderen misbruikt te worden voor verwerpelijke politieke standpunten.
Maar toen realiseerde ik mij dat het argument wel klopt. Want: wanneer gaan we het eens hebben over islamofobie? Is daar ook een dag voor? Of laten we dat over aan de moslimgemeenschap zelf en hoeven anderen daar geen aandacht aan te geven? Het is nu niet zo dat er geen islamofobie is… maar inderdaad, niet-moslims hoor je er weinig over. Kortom, werk aan de winkel. Opstaan tegen verwerpelijke standpunten als die van Wilders is makkelijk, maar er zijn veel meer en subtiele vormen van islamofobie, soms ook in de eigen kring. Laten we ook hier het gesprek scherp, open en eerlijk over aangaan.
Deze bijdrage is afkomstig uit Tijd&Taak, magazine van de Banning Vereniging.