De achteloze burger heeft dan ook weinig in te brengen. Enkel op grond van afkomst en/of religieuze affiliatie worden hij en zij meegezogen in de gewelddadige, morele wervelwind die momenteel over de aardbol jaagt. Want het veroveren van grondgebied is een middel, geen doel. Voorbeelden daarvan zijn de Taliban in Afghanistan, ISIS in Syrië en Irak of Boko Haram in Nigeria. Ze gedijen het beste in een sfeer van totale chaos, waardoor ze hun wil genadeloos aan de bevolking (en in het bijzonder aan meisjes en vrouwen) kunnen opleggen en nieuwe strijders aan zich kunnen binden. Een wil die is gebaseerd op het idee van hún religieuze en morele superioriteit.

Het was precies dit thema dat de godsdienstsocioloog José Casanova ook aanroerde in zijn lezing The Challenge of Religious Diversity: What can European Societies learn from the US Experience? op 16 juni in het debatcentrum De Nieuwe Liefde in Amsterdam. Een blik op de Verenigde Staten laat immers zien dat dit land weliswaar door zoveel minderheden wordt bevolkt, maar dat er nooit één religie in de meerderheid is. Dat is de kracht, de echte macht van de VS, aldus Casanova in tal van publicaties in de afgelopen decennia. Hij nuanceerde die kijk door te stellen dat Europa  zich hoogstens kan laten inspireren door de migratie-ontwikkelingen aan de andere kant van de ‘grote plas’, maar dat elk land op basis van zijn eigen geschiedenis zijn eigen model zal moeten ontwikkelen.

De lezing vormde het slotakkoord van een bezoek van een maand dat de godsdienstsocioloog, Spanjaard van geboorte en nu docerend in de VS, aan Nederland bracht rondom het eredoctoraat dat hem door de Rijksuniversiteit Groningen werd verleend. Hij wordt geprezen om zijn grote verdiensten op het gebied van hedendaagse vraagstukken rond de verhouding tussen religie, secularisme en processen van globalisering. Al deze drie zaken kwamen in zijn lezing in Amsterdam bijeen toen hij de té kleine schare toehoorders op het hart drukte dat die religieuze diversiteit, ontstaan door de komst van tal van nieuwe migrantengroepen, in Nederland noch een plaag noch een kans is. Die is hoe dan ook een feit. De werkelijke uitdaging is volgens hem het ter discussie durven stellen van de morele superioriteit van de autochtone meerderheid. Het ontwikkelen dus van morele pluriformiteit á la carte in het Westen.

Met de barbaarse beelden van de slachtingen door ISIS op het netvlies had ik gehoopt – net als menige andere toehoorder – dat Casanova ons Nederlanders een begin van een model zou aanreiken. Hij deed het wijselijk niet. Hij kantelde het onderwerp enkel een kwartslag om ons ervan te doordringen dat het tolereren van verschillende gebedshuizen één ding is, maar dat het feitelijke werk zit in het met elkaar verenigen van al die morele kompassen die daarbij horen.

Vooralsnog is het gemakkelijker om met de vinger naar de brandhaarden in de wereld te wijzen en onze afschuw uit te spreken over de gruwelijke uitwerking van de morele superioriteit die religieuze terreurgroepen daar aan de dag leggen, dan een begin te maken met ook de discussie in eigen huis. Casanova meent dat de meerderheid in welk land dan ook altijd met iets meer coulantie naar de opvattingen van minderheden moet kijken dan andersom. Daarmee zegt hij niet dat alles zonder meer moet worden geaccepteerd, maar wel dat het politieke en publieke dedain dat zich momenteel in Nederland manifesteert voor belangrijke gewoonten en voorschriften in andere religies – denk bijvoorbeeld aan de toon van de discussie over religieus slachten – gevoelens van angst voedt voor het verlies van de religieuze en culturele identiteit van nieuwkomers.

Feitelijk diende Casanova Nederland zo indirect toch van advies: andere manieren van leven tolereren houdt in dat ook de eigen manier van leven, de eigen tradities worden gerelativeerd. Vrijzinnige tolerantie dus. Waarom kom ik dit met de Nederlandse historie verbonden begrip de laatste tijd zo weinig tegen in het politieke en publieke discours?

santing-1

Froukje Santing

Journalist / Onderzoeker / Islamspecialist

Froukje Santing was 7 jaar in Turkije werkzaam als correspondent voor o.a. NRC Handelsblad. Ze schreef o.a. Dwars op de tijdgeest
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.