De term ‘Moral injury’ is overgewaaid uit de VS en daar geïntroduceerd door Jonathan Shay, een psychiater die zich al vele jaren met moral injury bezig houdt. Het duidt op morele verwondingen, die zijn ontstaan doordat militairen tijdens moeilijke missies ervaringen opdeden die haaks stonden op hun eigen morele overtuigingen.

Enkele voorbeelden: gemaakte keuzes bij dilemma’s rond het doden van rebellen of burgers, het uitvoeren van discutabele bevelen, ergernissen bij het omgaan met de burgerbevolking, getuige zijn van en niet hebben kunnen verhinderen van immorele gedragingen van anderen, onvrede over de politieke bemoeienis met missies, het aanlopen tegen gebrekkige voorzieningen. Het zijn allemaal omstandigheden en ervaringen die emoties als schuld, schaamte en boosheid oproepen en soms ook teleurstelling over in de bodem geslagen verwachtingen.

Om misverstanden te voorkomen: moral injury is iets anders als PTSS, het posttraumatisch stresssyndroom. Bij PTSS gaat het om gevoelens van angst die optreden bij het herbeleven van levensbedreigende situaties.

Onmacht en woede

moral_injury_600px

Eén van de auteurs van het boek is Tine Molendijk. Zij promoveerde in januari 2020 op de dissertatie Soldiers in conflict, dat gaat over morele beschadiging van veteranen. Zij voerde voor haar onderzoek gesprekken met veertig veteranen van Dutchbat (Srebrenica, Bosnië) en Task Force Uruzgan (Afghanistan), die min of meer beschadigd werden tijdens hun missie. Bovendien analyseerde zij veertig door het Veteraneninstituut opgenomen interviews met zulke veteranen. Zeer uitvoerig sprak zij onder meer met militair geneeskundige Niels Veldhuizen, die zelf een boek schreef over zijn ervaringen in Uruzgan (Oorlog in mijn kop, erfenis uit Uruzgan, Nieuw Amsterdam 2014). Lezing van zijn boek geeft een indruk van gevoelens van verdriet, teleurstelling, onmacht en woede die elkaar afwisselen en laat ook de impact daarvan op diens gezin zien.

Molendijk concludeerde onder meer dat opgelopen morele verwondingen nog meer gaan schrijnen als de van hun missie teruggekeerde beschadigde militairen onvoldoende erkenning vinden.Ten dele is dat het gevolg van de tegenstrijdige gevoelens die zij vaak hebben en die onbegrip oproepen.

Onontkoombaar

Eén van de andere auteurs, Daniël Muller, wijst er op dat dirty hands soms onontkoombaar zijn wanneer militairen buiten eigen schuld om terecht komen in bepaalde omstandigheden waarin alle mogelijke keuzeopties moreel verwerpelijk zijn. Hij signaleert ook dat er een spanning is tussen de morele maatstaven van de krijgsmacht en de ethische uitgangspunten van de burgermaatschappij. Zo schrijft hij: ‘Enerzijds zijn militairen tijdens de uitzending gebonden aan oorlogsnormen, die trachten te preciseren onder welke voorwaarden het moreel en juridisch geoorloofd is om dodelijk geweld in te zetten. Anderzijds zijn zij bij terugkomst in de civiele samenleving weer gebonden aan de maatschappelijke moraal die dodelijk geweld grotendeels strikt verbiedt.’

Het gegeven van deze twee werelden kan door militairen en veteranen als verwarrend en tegenstrijdig worden ervaren.

Erwin Kamp, hoofd Humanistische Geestelijke Verzorging, vermeldt in zijn bijdrage dat alle Amerikaanse auteurs die over moral injury schrijven de geslagen morele wonden als blijvend zien. Zij stellen dat bij moral injury sprake is van een geschokt gevoel van vertrouwen in een meerdere, in de politiek en in de lokale bevolking.

Jonathan Shay geeft drie adviezen om moral injury te voorkomen: 1) de militaire eenheid voor, tijdens en na de missie bij elkaar houden terwille van de groepscohesie, 2) moreel leiderschap en 3) een zo reëel mogelijke voorbereiding van een missie. Hij voegt hier aan toe: ‘Wees eerlijk dat oorlog een smerige zaak is.’ Kamp denkt in het kader van preventie aan een conferentie over moral injury voor militairen, voorafgaand aan hun uitzending. Hij vindt dat bij de behandeling van moreel verwonde militairen geestelijke verzorging een toegevoegde waarde kan zijn. Verder wijst hij op het belang van goede voorlichting in het vormingswerk met militairen.

De drie adviezen van Jonathan Shay in het kader van preventie lijken mij op zichzelf waardevol. Maar nog waardevoller lijkt mij zijn toevoeging dat oorlog een smerige zaak is. Betekent dat niet dat het oplopen van morele beschadigingen tijdens een uitzending welhaast onvermijdelijk is? Tenminste voor militairen met een nauw geweten. Ik mag hopen dat de ‘smerigheid’ al aan de orde komt bij de werving en selectie van militairen.

Vergeving

Verder denk ik dat opgelopen morele verwondingen wel kunnen genezen wanneer een militair of veteraan zichzelf en anderen kan vergeven. Vergeving werkt helend en bevrijdend. Wat mij nog meer is opgevallen is dat ook het doden van vijanden of burgers in het boek aangemerkt wordt als een mogelijke oorzaak van morele beschadigingen. Hebben we hier te maken met ‘gewetensbezwaarden bij nader inzien’?

Het uitbrengen van het boek over moral injury vind ik prijzenswaardig. Ik kan het ter lezing van harte aanbevelen. Ook voor de vredesbeweging is het mijns inziens belangrijk om op de hoogte te blijven van de gedachtevorming over moral injury binnen de krijgsmacht. De bezinning wordt met dit boek niet afgesloten. Integendeel. Het is verheugend dat Tine Molendijk financiering heeft gekregen voor nader onderzoek, onder meer met het oog op behandeling van moreel beschadigde militairen en veteranen.

henk Wesselink

Henk Wesseling

Henk Wesseling (1936), woonachtig in Leusden, is sinds 1980 zowel plaatselijk als landelijk actief geweest in de vredesbeweging …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.