Ik deed ook mee, vertelde aan bezoekers het bijzondere verhaal van de Rozengracht nummer 150, van hoofdkwartier van de Sociaal-Democratische Bond eind negentiende eeuw tot katholieke kerk, tapijt- en muziekinstrumentenwinkel en uiteindelijk moskee (deze ketens van herbestemming zijn beschreven door Daan Beekers in het boek Gods Huis in de Steigers).
Vorig jaar, toen de moskee voor het eerst in dertig jaar de oproep tot gebed liet horen, heb ik het recht op de zogenaamde azaan (Arabisch: adhan, Turks: ezan) verdedigd. “Azaan in de Jordaan, wen er maar aan”, zei ik tegen het publiek. Inmiddels is mijn boek Amplifying Islam in the European Soundscape gepubliceerd, waarin ik uitleg hoe precies en waarom de Grondwet het recht op openbare religieuze manifestaties garandeert, hoe de onderhandelingen over religieuze zicht- en hoorbaarheid in de praktijk verlopen en wat dit zegt over de hedendaagse staat van religieuze tolerantie. Mijn opvatting is gebaseerd op de liberale, constitutionele traditie zoals die bestaat in Nederland, maar bijvoorbeeld ook in de Verenigde Staten en Duitsland. Het is een visie die haaks staat op het idee van een oorspronkelijke Nederlandse, Europese of westerse cultuur: zogenaamde ‘meerderheden’ hebben geen groter recht op publieke presentie dan ‘minderheden’. Wij zijn allen gelijke burgers.
Tastbare religieuze diversiteit is dus een permanente conditie, het vanzelfsprekende resultaat van de vrijheid, gegarandeerd door liberaal-democratische instituties, wetten en beleid. Gegeven deze diversiteit zijn oproepen tot religieuze eenheid oppervlakkig. Vereist is tolerantie voor verschillen die niet zomaar weggepoetst kunnen worden en respect, niet voor die verschillen per se, maar voor de integriteit van andersdenkenden. In de Fatih Moskee maakte ik dit punt met een verwijzing naar de Duits-Joodse verlichtingsfilosoof Moses Mendelssohn (1729-1786), die weerstand bood aan het idee dat Europese joden dienden te assimileren om tot volwaardige burgers gerekend te kunnen worden. “Broeders!”, schreef hij, “als u streeft naar ware vroomheid, laten wij dan niet overeenstemming veinzen wanneer sprake is van meervoudigheid… Voor jullie geluk en dat van ons allen, religieuze eenheid is niet tolerantie, het is precies het tegenovergestelde!” Glaubensvereinigung ist nicht Toleranz! Het oproepen tot gemeenschappelijkheid verliest waarde wanneer de implicatie het minder kunnen verdragen van verschillen is.
Kritiek
Maar ik kan het niet hierbij laten, om voortaan elk jaar op museumnacht iets over de rechten van de moskee te herhalen zonder enige vorm van kritiek. Het voelt verkeerd en zou naar mijn mening een politieke vergissing zijn, want de Fatih Moskee is als Diyanet-moskee verbonden aan de Turkse overheid, die juist nationalistisch geïnspireerde intolerantie versterkt.
Ik heb te vaak meegemaakt dat moskeevertegenwoordigers in Nederland de intolerantie jegens moslims benoemen, terwijl zij een blinde vlek hebben voor de eigen ongevoeligheid en intolerantie, tegen de Koerden, ongevoelig zijn voor de Armenen, niet solidair zijn met LHBT, kortom tegen de Ander. Deze blinde vlek is onacceptabel. Ik denk met name aan individuen die zich identificeren als LHBT, die elk jaar op loopafstand van de moskee samenkomen bij het Homomonument, die de moskee zelfs bloemen hebben gebracht, terwijl we weten dat moskeevertegenwoordigers het zelden voldoende opnemen voor zelfs de ‘eigen’ LHBT-moslims.
Ja, er zijn vormen van ‘progressiviteit’ waarbij de emancipatie van de ene groep ten koste gaat van de ander. Daarom juist is het dagelijks betwisten van de basisrechten van moslims zo schadelijk, bijvoorbeeld door te protesteren tegen de bouw van gebedshuizen of het niet willen accommoderen van halalvoedsel op scholen. Het geeft conservatieven een smoes om de eigen intolerantie te ontkennen, met name als het gaat om mensen die andere ideeën hebben over seksualiteit, politiek en godsdienst. Net zoals diversiteit is, vrees ik, ook de intolerantie een permanent onderdeel van samenleven. Intolerantie zal heus niet op magische wijze verdwijnen, maar het is geen excuus voor de eigen intolerantie.
Dit jaar luisterde een kleine groep van ongeveer dertig man naar mijn verhaal in de Fatih Moskee, gevolgd door gezang en een melodieuze koranrecitatie. Ik was niet onder de indruk van de minimale aanwezigheid en participatie van Turks-Nederlandse moskeegangers in een bijzondere gebeurtenis in een van de symbolisch meest belangwekkende gebedshuizen van de hoofdstad. Maar het zou verkeerd zijn om te stellen dat zij alleen een lange weg te gaan hebben, want al zijn we verschillend, we zijn toch op elkaar aangewezen.
Een dierlijke verlammende angst, trok door mijn lijf, toen ik dit artikel begon te lezen. En toen ik tussendoor de laatste naam van de schrijver las, stelde dat me niet gerust.
Het stukje “kritiek” trok daarna alles gelukkig in balans, evenals het portret en beroep van de schrijver.
Want inderdaad, “vrijheid en gelijkheid en broederschap” staan hoog in mijn vaandel, maar moeten dan ook voor iederéén gelden.
En de één zijn vrijheid mag nooit leiden tot “onvrijheid, ongelijkheid en vijandschap” voor de ander.
Wat maakt het dat je zo verlammend angstig werd? Waar zit je onrust in?
Waarom stellen de foto en de dagelijkse bezigheden gerust?
Klinkt als een beknotting van je eigen vrijheid en broederschap. Iets om te onderzoeken!
Bart,
1. Zéker onderzoek ik dat gevoel.
Jij weet natuurlijk zelf ook, dat gevoel er is vóórdat “het hoofd” weer mee gaat doen en je er woorden aan kunt geven.
2.Namen kunnen een aanwijzing zijn, maar om je alleen daarop te baseren is kortzichtig.
Een portret geeft weer een indicatie. (Ik zag een vriendelijk jong gezicht.)
Dan geven de werkzaamheden van Pooyan ook nog een inlichting (en schat ik hem in als een redelijk denkend mens, goed ontwikkeld en geïntegreerd in deze maatschappij.)
Door het stukje “kritiek” werd ik nog verder gerust gesteld.
3. “Vrijheid en broederschap” kunnen alleen bestaan bij de gratie van grondig zelfonderzoek en compassievolle communicatie.
Het hoort een voortdurend leerproces voor iedereen te zijn, Bart.
Wat heb je met je reacties willen toevoegen of bereiken?
In ieder geval succes met het zelfonderzoek naar je raciale reflexen. Hopelijk kom je van die ‘dierlijke verlammende angst’ af. Lijkt me geen pretje voor je.
Ja dat is de “gelukkig blijk je een van ons te zijn” reactie. Story of my life. Soms kun je de transformatie letterlijk volgen in iemands gezichtsuitdrukking. Zij weet dan nog niet dat die reactie onderweg is, maar ik wel.
Vervelend! Vrees dat ik er zelf ook wel eens schuldig aan ben (vooral in combinatie met bevooroordeelde angst voor afwijzing ivm seksualiteit).
De compositie van je verhaal is knap en confronterend. Heel leerzaam!
Moses Mendelssohn riep op tot verzet tegen assimilatie van de Joden, maar zijn streven mislukte volkomen. Nergens assimileerden de Joden beter dan in het Duitsland van de 19e eeuw.
Joodse voornamen werden vervangen door Duitse, in de synagogen werden orgels geplaatst, het Duits verving het Jiddisch, Joodse mannen dienden als vanzelfsprekend in het keizerlijke leger en de meeste Duitse Joden namen in december een kerstboom in huis. Hoe dit assimilatiesprookje is afgelopen is inmiddels genoegzaam bekend.
De tags -waar Bart en ik volkomen aan voorbij gaan met ons gekissebis- zijn “moskee” en “oproep tot gebed”. (De focus op “angst” is wel een dingetje, maar dat mag hier niet verder uitgeplozen worden!)
Persoonlijk heb ik niets tegen een mooi gebouw van welke religie dan ook.
Harmonie met de omgeving, de financiering, benoeming van geestelijk leiders, overlast e.d. zijn hier waarschijnlijk ook niet relevant genoeg.
Bij “oproep tot gebed” denk ik terug aan al die landen -met een overwegend islamitische bevolking- die ik met veel plezier bereisd heb. De oproep (5 keer per dag) hoorde daar gewoon bij het leven, bij de totale sfeer. Mijn vrije keuze om daar te zijn.
Of daar de kerken ook hun klokken mochten luiden, of een carillion mochten bespelen?… Het is me in ieder geval niet opgevallen.
Vanuit het Nederlandse gelijkheidsprincipe zou ik zeggen: Als kerken “lawaai” mogen maken, mogen moskeeën dat ook. Maar 5 keer per dag? En elke dag weer?
Bij hoogtijdagen of bij het belangrijke vrijdaggebed? Dat laatste lijkt me wel rechtvaardig.
Gelukkig hebben we hier nog een (soort) democratie en er zal -hoop ik- een geleidelijke verandering in het publieke domein plaats hebben, die voor het merendeel van de bevolking aanvaardbaar is.