Een grote berg groente en fruit reken ik af bij de kassa van de Turkse supermarkt.
“Wat ga jij gezond doen”, roept de caissière uit.
“Haha, ik ga ratatouille maken. Ik krijg mensen te eten.”
“Ratatouille?”
“Ja, dat is een Frans gerecht van aubergine, courgette, paprika, ui, tomaten en kruiden. Echt lekker.” “Zo, leuk om ook eens uit te proberen.”
“Ja, en ik ga dit eens uitproberen. Is het een meiraap? Wat moet je er mee doen?”
“Wij verwerken het in de salade. Net zoals yaban havucu”
“Huh?”
“Ja, die grote witte wortels.”
“O,die.”
En na even gegoogled te hebben, kwam ik er achter dat yaban havuca Turks voor pastinaak is.
De volgende dag maakte ik ratatouille voor mijn gasten. Dit Franse gerecht combineerde ik met Turks brood. Op tafel stonden ook dadels en brood met hoemoes ras el hanout, een Marokkaans kruidenmengsel. Als nagerecht serveerde ik Bulgaarse yoghurt met Nederlandse kersen. Het was een multicultinair etentje dat uitstekend smaakte. Zo zou ik wensen dat we in de samenleving ook met elkaar om gaan.
Het lot bepaalde echter dat die maaltijd niet alleen een multiculinair gebeuren werd, maar ook multicultureel. Een enorme windvlaag gooide de voordeur in het slot net toen ik op de galerij stond. Zonder sleutel, zonder telefoon en mijn gasten zouden elk moment komen. En nu?
Ik rende de trap op naar mijn Turkse bovenbuurvrouw. Ze kwam gelijk uit de keuken toen ze mijn verwilderde gezicht zag, gaf me een telefoon en bracht me tot rust. “O, je trilt helemaal. Komt goed. Komt goed, insjallah. Kopje thee?” Weer een beetje gekalmeerd daalde ik weer af naar mijn eigen etage.
Mijn gasten kwamen even later. Tja, mooie house-warming. We stonden voor de voordeur en konden niet naar binnen. Ze konden nog net zien wat voor een gordijnen er in mijn slaapkamer hangen. We begonnen het feestje maar op de galerij.
Uiteindelijk konden we toch nog naar binnen en hadden we een heerlijke en gezellige avond totdat… we een brandlucht roken en er grote blauwe rookwolken verschenen.
We snelden naar het balkon. De rook kwam van het balkon beneden dat van mij. Mijn Marokkaanse onderbuurman had familie uit Marokko over en één van hen was een grote metalen bak met kolen aan het aansteken. Dikke rookwolken stegen op.
Ze zag ons staan en dacht: “Oeps, laat ik de korf wat opschuiven.” En ze schoof de kolen naast twee rieten stoelen. Even later kwam mijn benedenbuurman naar buiten en keek ons vragend aan. “Ja, we zagen de rook. Kijk je uit dat je rieten stoelen niet in brand vliegen.” “O, dank je.” Hij verplaatste de kolen en verdween weer uit beeld.
Even later vertrokken mijn gasten. “Haha, wat waren we welkom! Konden we er eerst niet in, worden we er nu uitgerookt. Het was heerlijk en gezellig. Zeker voor herhaling vatbaar.” “Zeker. We hebben nog twee house-warmingen te gaan. Wordt vervolgd…”
Van je buren moet je het hebben. Dat hele multiculti / moslim-debat staat ver af van de dagelijkse omgang met elkaar. In de flat proberen we gewoon goed samen te leven. En dat kruiden we met ras al hanout, thee en geduld. Inshallah, het komt wel goed.
Mooi woord: “multicultinair”!