Wat het ingewikkeld maakt, is dat repertoires per definitie veranderen. Er komt iets bij, er gaat iets af. Zelfs ogenschijnlijk in steen gebeitelde repertoires kunnen slijten. Bovendien veranderen mensen door de gebeurtenissen van mening. Duiven kunnen haviken worden, en omgekeerd.
Als macht het vermogen is het gedrag – en dus de betekenisgeving van anderen – te bepalen, dan verschillen repertoires onderling in de macht die ze uitoefenen. Media, ook de socials, vormen een invloedrijke strijdende partij in de betekenissenoorlog, elk met eigen machtsbereik en repertoires.
Een spontaan eerste betekenisrepertoire is dat van woede. Er vallen termen als buitensporig geweld, barbaars, beestachtig, afschuwelijk. Na de woede volgt het wraakrepertoire van de tegenaanval.
Tegelijk wordt een beroep gedaan op het repertoire van het oorlogsrecht. Burgers moeten buiten schot blijven – wat niet gebeurt. Oorlogsmisdaden worden gesignaleerd.
Dan is er het woordenschatrepertoire. In hun manier van spreken of schrijven laten zowel autoriteiten als journalisten vanaf dag één zien hoe ze daarmee worstelen. Zijn het terroristen of strijders? Misschien zelfs vrijheidsstrijders? Of barbaren? Ordetroepen of bezetters? Zijn alle Palestijnen Hamas-aanhangers? Allemaal moslims? O ja, er zijn ook Palestijnse christenen.
Ook zijn er solidariteitsrepertoires, naar beide strijdende partijen toe. Typerende termen: onopgeefbaar, solidair, support. Burgemeesters moeten beslissen of steundemonstraties een vergunning krijgen. Uit welke betekenisrepertoires putten zij bij hun besluit?
Bijkomend is de betekenis van vlagvertoon. Moet de vlag van Israël wapperen van stadhuizen? Of ook de Palestijnse vlag? Of alleen een vredesvlag? Halfstok? Ook aan woonhuizen verschijnen vlaggen. In Urk zijn Israëlische vlaggen in brand gestoken. Vlaggenoorlog.
Zelfs voor discussies is er een betekenissenoorlog. Het dubbele, genuanceerd perspectief mag volgens sommigen niet. Die regel beperkt in feite de betekenisgeving. Concreet: je mag je begrip voor Israël niet door een ‘maar’ laten volgen, zo werd keihard voorgeschreven, zelfs door de demissionaire minister-president.
Deze historicus schakelt daarmee meteen het historische repertoire uit. Want wat is aan deze oorlog voorafgegaan? Waar en wanneer begon het conflict, en hoe heeft het zover kunnen komen?
Verder is er het militaire repertoire. Deskundigen, al dan niet buiten dienst, hechten in de media hun eigen betekenissen aan gebeurtenissen. Welke tactieken hebben kans van slagen? Wapengeweld wordt voorondersteld.
Voor pacifisten geldt dat juist niet. Zij putten wanhopig hoop uit het vredesrepertoire en benadrukken de zinloosheid van geweld. Een schone oorlog bestaat niet, elke oorlog is vuil. Ze waarschuwen dat met meer geweld het steeds moeilijker zal worden om het conflict op te lossen. Ze wijzen op de groeiende aantallen onschuldige slachtoffers.
Tenslotte zijn er de waardenrepertoires, bijna steeds impliciet en nauwelijks opgemerkt. Morele verontwaardiging wordt geuit, maar ook dan blijven de waarden vaak onuitgesproken. Zo ook wanneer een beroep op nationalisme de oorlog moet rechtvaardigen. Als een oorlog gaande is, worden waarden zelden uitgesproken. Het gebod ‘Gij zult niet doden’ is weggelakt. In een latere fase kan bewustwording van waarden cruciaal zijn om diep gewortelde gedragspatronen te doorbreken en de oorlog naar een wapenstilstand te voeren.
Moraal: Wees je bewust van dit complexe spel met betekenisgeving en ook van je eigen omgang met repertoires. En wees kritisch ten aanzien van de machten voor wie jij doelwit bent in de betekenissenoorlog.
PS: Over Poetins oorlog kan ongeveer hetzelfde gezegd worden.
Dank Andre voor jouw diepzinnige en waardevolle bijdrage. Ik kom net van een demonstratie in Den Haag, een gevolg van de oproep van religieuze leiders in Jeruzalem om van 17 oktober een dag van waken, vasten en bidden voor vrede in het Midden Oosten te maken. Na afloop ontving ik een telefoontje van iemand die werkt bij de EO. Of ik een gesprek wilde voeren met x over Israël/Palestina. Ik kom net van de demonstratie Stop de genocide in Gaza zei ik. Heb je dan ook dat manifest ondertekend. Ja zei ik. Ai, dan wil x niet met je praten. Daar begint het probleem. Direct worden mensen uitgesloten. Dat lijkt op het weren van Hamas van de onderhandelingstafel. Dat schiet niet echt op. Om tot vrede te komen moet je de ‘vijand’ niet buitensluiten. Wat nu?