Chapeau voor deze medewerker, die de regels netjes opvolgt. Maar gaat weggooien niet ver? Tussen niet verkopen en weggooien zit toch nog wel een ruimte. Of is het voldoende dat er voldaan wordt aan de regels? Ontslaat ons dat van verder nadenken? Dat was een appel. Wat te denken van de aankomende megastal in Noord-Brabant. Op het journaal hoorde ik een bestuurder zeggen: “Tja, ze voldoen aan de regels.” Jammer stankoverlast, jammer dierenleed.

Theorieën

Wat te denken van de verkoop van honden aan het buitenland. Dat mag ook volgens de Nederlandse regels. Dat honden aan Israël verkocht worden en gebruikt worden voor militaire doeleinden (bijten van Palestijnen) wordt geaccepteerd. We voldoen aan de regels.

Dat zinnetje gaat me irriteren. Het suggereert dat regels altijd goed zijn. Is dat niet een te groot vertrouwen in regels? Maar ja, als we niet op onze regels kunnen bouwen, waar zijn we dan? De drie casu laten me hardop afvragen: “Wanneer zijn regels goed?”

Het is een oude vraag. Door middel van twee theoretische argumenten allang beantwoord. In de ene theorie staat het natuurrecht centraal. Regels zijn goed als ze de natuurlijke orde weerspiegelen. Een heilige oorlog op grond van het natuurrecht is zo geboren. In de andere theorie staat het geschreven recht centraal. Onder juristen is dit een geaccepteerde theorie. Regels zijn goed, omdat de Koning het zegt. Het welbekende wet-is-wet-systeem. Aan beide theorieën zitten nare bijeffecten.

Het is niet zo gek dat er kijkend vanuit de wetgevende dimensie enkel theoretische antwoorden te vinden zijn. Is er een alternatief mogelijk?

Alternatief

Ik ben een praktisch alternatief tegengekomen in mijn werk als parketsecretaris bij het Openbaar Ministerie. Waar anders kun je zo’n praktisch alternatief vinden dan in de dimensie van de uitvoerende macht?

Ik bereidde een zaak voor. Alle regels had ik uitgeplozen. Conform de richtlijnen kwam ik tot een strafmaat. De Officier van Justitie prees mijn zorgvuldigheid. Ik had me uitstekend aan de regels gehouden. Toen we bij de strafmaat kwamen, veranderde hij van koers. Ik moest van hem met de voeten op de grond gaan staan. En toen kwam zijn vraag: “Wat doet deze strafmaat met de verdachte en zijn omgeving?” Op welke strafmaat we uiteindelijk zijn uitgekomen, weet ik niet meer. Misschien even hoog, misschien hoger of lager. Wie zal het zeggen? Wat mij bijbleef was de vraag: “Wat doet dit met de betrokken personen?” De vraag suggereert dat je er met regels alleen niet bent.

Regels zijn als botten van een lichaam. De botten zijn doods. Pas door spieren en bloed komen botten tot leven. Door regels met inspiratie en visie toe te passen worden regels betekenisvol. Aan de vruchten herken je de boom. Denk aan de leus van de ASN bank: “Geld is niet goed of fout. Wat je er mee doet, maakt geld goed of fout.” Analoog redenerend kun je zeggen: “Een regel is niet goed of fout. De toepassing van een regel maakt een regel goed of fout.”

Waarom is dit praktische antwoord zo belangrijk?

Praktische antwoorden

Ik heb drie argumenten. Ten eerste doet dit antwoord een beroep op elk mens. Niemand kan zich meer verschuilen achter een regel. Wie regels toepast in de praktijk als burger of ambtenaar zal met betere argumenten moeten komen dan dat het nu eenmaal zo geregeld is. We worden met z’n allen weer verantwoordelijk en aanspreekbaar.

Ten tweede plaats brengt dit antwoord de menselijke maat weer terug in besluiten van ambtenaren. In een systeem gebaseerd op theoretische argumenten over goede wetten loert het gevaar van theoretische besluiten. De ontmenselijking slaat toe. Ik hoop dat mijn praktische antwoord een prikkel is voor àlle ambtenaren om de menselijke maat in hun besluiten nooit te vergeten.

Ten derde stimuleert dit antwoord de wetgever om bij elke nieuwe wet na te denken of de desbetreffende wet ook in de praktijk toe te passen is. Aan theoretische, onuitvoerbare wetten hebben we niks. Ze kosten vooral geld.

Dat een praktisch antwoord mogelijk is, blijkt wel uit dat andere bedrijf dat handelt in honden. De eigenaar van K10 Workingsdogs verdient respect. Hij verkoopt geen honden aan Israël. Hier verschijnt de menselijke maat. Misschien heeft mijn brief aan de supermarkt ook nog effect. Een geblutste appel is best lekker.

 

Susanna-Kamminga

Susanna Kamminga

Susanna Kamminga is jurist en geestelijk verzorger. Zij heeft van 2004 tot en met 2010 gewerkt bij het Openbaar Ministerie. Van 2010 tot en …
Profiel-pagina
Al 2 reacties — praat mee.