Als je eenmaal hebt ingezien wat pluraliteit is en welke normativiteit ervan uitgaat, dan zie je opeens overal een algemeen aanwezig onvermogen om in meervoud te denken: once you’ve seen it, you can’t unsee it. Dit onvermogen is vooral zichtbaar in de westerse berichtgeving over mensen die deel uitmaken van groepen. Groepen, die dusdanig gecategoriseerd worden dat ze overduidelijk anders zijn dan de witte mensen. ‘Moslims’ bijvoorbeeld, of ‘Afrikanen’, ‘migranten’, ’vluchtelingen’, ‘allochtonen’ of ‘dé intersectionele feministen’. Het zijn allemaal varianten van ‘de Ander’.
Over deze groepen wordt gesproken en geschreven alsof het enkelvoudige en afgeronde entiteiten zijn die met zichzelf samenvallen. Met de taal waarmee ze worden beschreven wordt er een wereld geschapen waarin alle individuen die onder zo’n categorie van de Ander worden geschaald aan elkaar identiek zijn. Wat er in zo’n geconstrueerde wereld in feite gebeurt is dat de wet van de aarde, de pluraliteit dus, volledig geëlimineerd wordt. Het gevolg is dat al deze mensen niet beschouwd worden als unieke individuen, met grote onderlinge verschillen, maar als gereduceerde mensen die niet méér zijn dan een bepaald stereotype.
De menselijkheid van de mens
Een ander woord voor stereotypering is ontmenselijking, want als je alleen nog maar gezien wordt als een stereotype, dan wordt je menselijkheid ontkent. En als je menselijkheid ontkend wordt, dan wordt in feite je positieve vrijheid geschonden.
Maar wat is dat eigenlijk precies: de menselijkheid van de mens? De menselijkheid bestaat enerzijds uit de universeel gedeelde human condition: het feit dat ieder mens sterfelijk is en lucht, water, eten en onderdak nodig heeft om fysiek te kunnen overleven. Anderzijds bestaat je menselijkheid uit je eigen unieke levensverhaal, ofwel: je eigen levenservaringen, levensdoelen en -projecten, je eigen levenscontexten, perspectieven, gedachten en manieren, en dus je eigen unieke levensstijl.
Met zo’n eigen levensstijl geef je invulling aan je positieve vrijheid. Dat is de vrijheid jezelf te ontwikkelen en te realiseren, je eigen keuzes te maken over waarmee je je wilt identificeren en te bepalen wie je bent en wilt zijn. Het punt is dat je dit allemaal doet zonder dwang of conformisme.
Daarnaast is je levensstijl nimmer statisch, maar dynamisch en veranderlijk. Dat betekent dat je gedurende je leven een volledig andere richting kunt inslaan in de manier waarop je je positieve vrijheid wilt concretiseren, en wel omdat je tot nieuwe inzichten bent gekomen. Zie ook hier de werking van de wet van de pluraliteit: niet alleen is de wereld pluraal, maar ook ieder mens.
Een ander woord voor stereotypering is ontmenselijking, want als je alleen gezien wordt als een stereotype, dan wordt je menselijkheid ontkend.
Welnu, als je beschouwd wordt als slechts een lid van een enkelvoudige, stereotype groep, als iemand dus die identiek is aan alle andere leden van die groep, dan wordt niet alleen je individualiteit, uniekheid en pluraliteit ontkent, maar ook je diversiteit ten opzichte van de andere mensen in die groep. Op dat moment wordt je menselijkheid in feite ontkend en zodoende ook je positieve vrijheid geschonden. Dit is wat stereotypering doet.
Blinde vlekken
Stereotypes zijn oppervlakkige, clichématige karakteriseringen van bepaalde groepen, gebaseerd op vooroordelen of generalisaties. Ze hebben alles te maken met blinde vlekken. Natuurlijk heeft iedereen de eigen persoonlijke blinde vlekken. Juist dat maakt ons tot unieke individuen. Door mijn uniek perspectief onderscheid ik me immers van anderen. Echter, aangezien mijn zichtwijze nauw samenhangt met mijn eigen levenscontext en -historie, ben ik nooit in staat de absolute waarheid over de realiteit van onze wereld in zijn geheel te bevatten. Mijn perspectief is daar simpelweg te klein en te beperkt voor. Ik weet bijvoorbeeld niet wat het betekent mijn leven en positieve vrijheid invulling te geven als ik gebonden was aan een rolstoel, of doofstom geboren was.
Tegelijkertijd is het juist de beperking door de eigen blinde vlekken wat maakt dat communicatie zo belangrijk is. Hadden we namelijk allemaal hetzelfde perspectief, dan hoefden we niet met elkaar onze ervaringen uit te wisselen, te debatteren over onze wereldbeelden, te discussiëren over wereldproblemen en te pogen elkaar te overtuigen wat de beste oplossingen ervoor zouden kunnen zijn. Ook al zou zo’n volledige uniformiteit het delen van de wereld vele malen makkelijker en wellicht ook vreedzamer maken, toch is het nou eenmaal de realiteit dat we niet in zo’n wereld leven.
Communiceren is luisteren
We moeten dus communiceren en wat daarbij vaak vergeten wordt, is dat het belangrijkste en tegelijkertijd moeilijkste aspect ervan het luisteren is. Pas door respectvol te luisteren naar de diverse en andere levensverhalen en perspectieven van mensen kunnen we – mits we er open voor staan – de eigen blinde vlekken herkennen en de dingen in hun eigen context beschouwen. Zodoende kunnen we het eigen perspectief verrijken door persoonlijke contexten en inzichten van anderen eraan toe te voegen. Zo’n respectvolle perspectief-verbreding komt echter alleen tot stand wanneer we bereid zijn eerst heel kritisch naar de eigen vooroordelen te kijken. Deze dus eerst op te schorten om ze vervolgens te toetsen aan andere meningen, geleefde ervaringen en levensbeschouwingen.
Precies dit is wat denken in meervoud betekent en wat Immanuel Kant de ‘ruimere manier van denken’ noemt. Een denken dus dat niet zozeer op zoek is naar de algehele absolute waarheid en kennis van alle oorzaken van onze realiteit, maar een denken dat voortdurend ernaar streeft de feiten van onze wereld te vinden. En wel met oog voor de contexten waarin die feiten zijn ingebed, want zonder context is geen enkel feit echt betekenisvol, of goed te beoordelen.
Het onvermogen 'meervoudig' te denken
Als het nu gaat om communicatie, dan zijn het de journalisten die daar dagelijks professioneel mee bezig zijn. Ze informeren ons voortdurend over de gebeurtenissen in de wereld. Met hun taal en de manier en frequentie van berichtgeving schetsen ze een bepaald perspectief van de wereld. Daarmee voeden en beïnvloeden ze de perspectieven, meningen en vooroordelen van heel veel mensen.
In Nederland wordt het medialandschap gedomineerd door journalisten die voornamelijk wit en voornamelijk man zijn. Deze mensen zijn dus in het bezit van wit en mannelijk privilege en dat maakt dat hun wereldbeeld – vaker wel dan niet – westers-centrisch, wit en seculier is. Erbij komt dat ze blind zijn voor hun wit en mannelijk privilege, omdat privileges alleen zichtbaar zijn als je ze niet hebt. Deze blindheid beïnvloedt de manier waarop de gevestigde westerse media berichten over grote groepen mensen die ze zelf beschouwen als de niet witte Ander. Er bestaat dus een enorm blinde vlek met betrekking tot de menselijkheid, in de zin van de positieve vrijheid, van deze mensen. Ze worden bijna nooit geschetst als mensen met een naam en een geschiedenis, zoals dat wel gedaan wordt met witte slachtoffers van een ramp of aanslag.
Het verlies van mensenrechten
Onder de titel ‘objectieve waarheidsvinding’ worden bijvoorbeeld de ‘vluchtelingen’, die altijd de Ander zijn, aangeduid als abstracte groepen die enkel nog in cijfers worden uitgedrukt. Of als de nog abstractere ‘vluchtelingencrisis’ waar het niet meer om die mensen gaat, maar om de gevolgen voor het witte Westen. En dat terwijl het toch echt wel een mensenrechtencrisis is. Er is noch respect voor de feiten, noch voor de context waarin deze mensen hebben moeten vluchten. Het feit namelijk dat ze niet anders konden dan vluchten om niet alleen maar fysiek te overleven, maar vooral ook om hun positieve vrijheid te redden, waarbij dit allemaal ingebed is in de context van de decennialange westerse buitenlandpolitiek in het Midden Oosten.
Onder de titel van ‘objectieve waarheidsvinding’ worden de ‘vluchtelingen’ aangeduid als abstracte groepen die enkel nog in cijfers worden uitgedrukt.
Bovendien worden alle ‘vluchtelingen’ generaliserend beschouwd als ‘moslims’ en voortdurend eenzijdig en ongeïnformeerd afgebeeld als onverlichte barbaren, verkrachters, en achterlijke mensen die niet in staat zouden zijn tot democratie en vrijheid. Überhaupt is religie het rode doek dat witte seculiere journalisten, zoals onder andere Charles Groenhuijsen, alle zicht op feiten en context ontneemt. Hij ventileert de stereotyperende gedachte dat alle wereldproblemen en oorlogen opgelost zouden zijn door de eliminatie van religie überhaupt. Dat hij daarmee volledig gedachte- en respectloos bijna driekwart van de wereldpopulatie ontmenselijkt en zomaar hun positieve vrijheid op respectloze wijze schendt, laat hem kennelijk volledig onberoerd.
Dit zijn maar een paar voorbeelden van de berichtgeving door de gevestigde media over groepen mensen die ze telkens weer aanduiden als de Ander. Zonder veel moeite zijn er talloze andere te vinden en te benoemen. Wat ze allemaal gemeen hebben, is de blinde vlek als het gaat om de ontkenning van de menselijkheid en positieve vrijheid van niet witte mensen. Ze laten keer op keer zien hoe het onvermogen in meervoud te denken de wet van de pluraliteit elimineert. Het gevolg is dat feiten, context en respect verloren gaan in de immense oceaan van de niet vertelde verhalen van mensen. En samen met die feiten en contexten zinken ook de menselijkheid en dus de universele rechten van miljoenen mensen naar de diepe zeebodem.
Daarom is niet ‘waarheidsvinding’ het belang van werkelijk goede journalistiek, maar feitenvinding met een oog op context en respect voor de menselijkheid van mensen.
Dit artikel is onderdeel van de filosofie reeks over waarheid van Heidi Dorudi.
Dit onvermogen is vooral zichtbaar in de niet-westerse berichtgeving over mensen die deel uitmaken van groepen. Groepen, die dusdanig gecategoriseerd worden dat ze overduidelijk anders zijn dan de niet-blanke mensen.
…voorbeelden van de berichtgeving door de niet-gevestigde media over groepen mensen die ze telkens weer aanduiden als de Ander. Zonder veel moeite zijn er talloze andere te vinden en te benoemen. Wat ze allemaal gemeen hebben, is de blinde vlek als het gaat om de ontkenning van de menselijkheid en positieve vrijheid van blanke mensen. Ze laten keer op keer zien hoe het onvermogen in meervoud te denken de wet van de pluraliteit elimineert. Het gevolg is dat feiten, context en respect verloren gaan.
Hahaha Joop, dus een Umwertung aller Werten! Moet kunnen. Mijn ervaring ermee: tot eind vorige eeuw was het bijv. in Suriname zo dat je aan je kleur moest werken, dwz naar lichter toe, ik hoorde daar geregeld op straat “doe niet zo negerachtig” (gezegd door lichte creolen), op Mexicaanse bruiloften was het gewoonte te grappen met ” mejorar la raza”, bruid of bruidegom werd een kind met minder indiaanse trekken toegewenst, ook witter/blanker dus. Je kon erop wachten, we zitten nu in de golf van schuldcomplex en slachtoffer knuffelen, in NL betekent zoiets dan nooit de zaak wat bijstellen, maar als een blad aan de boom omslaan, 180 graden dus, want zo zijn nu eenmaal onze manieren hier te lande.
Wat ik wil zeggen dus: Anousha is 100% geintegreerd in de nederlandse cultuur!!
Ik denk dat je Heidi bedoelt, Dirk. Maar die ook.
Geen van tweeen kan ik trouwens erg wetenschappelijk vinden.
Ja, wie eigenlijk? Anousha (voor haar Sylvana natuurlijk) heeft de trend gezet en krijgt massale navolging, Heidi drijft erop mee, krant en TV gonzen ervan, ik geniet!
Met de inhoudelijke strekking van je artikel ben ik het helemaal eens. Ik ben zelf mijn masterscriptie voor mijn studie wijsbegeerte (UU) aan het schrijven over hetzelfde onderwerp. Ik schrijf vanuit de filosofen Rorty, Lefort en Honneth.
Ik heb wel kritiek op de manier waarop je mijn positieve vrijheid aantast door consequent te schrijven in termen van ‘wit’. Ik ben niet wit, ik ben Jan.
Het is jammer dat je op deze wijze ook zelf stereotypeert; dat maakt zelfs dat ik van mijn voornemen om je artikel te delen op een FB-pagina met veel xenofobe uitingen afzie. Ik zou alleen maar kruit geven om mee te schieten. Als je zelf radicaal afziet van stereotyperingen wint je – uiterst belangrijke! – boodschap aan kracht.
Je snapt er niets van Jan, het gaat om identiteit, om af- en inperking, dus niet om algemene mensenrechten, ik denk dat ook Rorty hoofdschuddend op je gereageerd zou hebben.
Heidi, ik vind het weer een goed verhaal.
Maar Joop en Jan hebben zeker ook een punt door het verhaal om te keren: wit is net zo divers als zwart en door de Ander het predicaat “wit” te geven, loop je in dezelfde val.
Ik houd van de persoonlijke ontmoeting en ben altijd nieuwsgierig naar de Ander.
Als je verschillen als huidskleur, geloof, welstand e.d. niet als belemmering ziet, zit onder deze laag een boeiend individu met unieke eigenschappen.
Bij mij is dat het enige criterium: mensen zijn we allemáál; in de ontmoeting en door gesprekken, krijg je de kans die mens te leren kennen. Pas daarna kun je zeggen: “Jij, jij, jij… van jou wil ik meer weten. Jij, met al je goede/ zwakke eigenschappen kan mijn vriend/vriendin misschien worden. Jij verbreedt mijn horizon en ik de jouwe. Soms word je teleurgesteld. Maar meestal niet, gelukkig.
Zoals die keer dat ik 2 moslima’s op het busstation zag staan in bruine gewaden. We glimlachten naar elkaar en ik ging met ze in gesprek over hun kleding, over hun geloof… Bij het afscheid zeiden ze dat ze meestal met denigrerende blikken en hatelijkheden te maken hadden en dat ze blij waren nu interesse te ervaren.
Natuurlijk ga ik niet meteen moslima worden en zij worden geen christen. Niets hoeft! Maar zij en ik gingen met een goed gevoel uit elkaar.
Wij hadden elkaar gezien … als mens.
Maar Louise, dat ‘elkaar zien’ en moslima’s huggen kan toch niet de hele dag? Ik mag ze zelfs helemaal niet huggen, vermoed ik.
Maar soms moet je mensen als beleidscategorie zien en dus onderscheiden.
Bv jij en ik wordt gevraagd een rechtvaardig belastingstelsel te ontwerpen. Dan heb je toch niets san de dingen die je hier noemt? Dan moeten er toch categorieen belastingbetalers onderscheiden worden
Ik denk trouwens dat dit voor Heidi en haar sister in crime heel eenvoudig is: alleen witte mannen moeten belasting betalen.
Joop, ik snap je wel, hoor. Maar als je een bepaald stelsel wilt veranderen, heb je mensen nodig die over de skills beschikken. Dat hoeven in een pluriforme samenleving niet speciaal witte mannen te zijn. Als een samengestelde groep beleid wijzigt, corrigeren die mensen elkaar en vullen vanuit hun gezichtspunten kennis en achtergrond dingen toe.
Dat is een beetje flauw van je Joop, dat zouden die 2 echt niet willen. Er zit hun iets dwars, waar ik me wel iets bij voor kan stellen, al vind ik wel (en vele andere witte mannen en vrouwen met mij, als ik zo de krantjes volg) dat ze te makkelijk en te snel in de slachtofferrol schieten, maar ook daar kunnen ze niets aan doen, is gewoon de tijdsgeest!!
Wat opgaat voor nieuwe groepen n, de samenleving, zien we ook op internationaal niveau, nu de interesses van de media en het publiek ook internationaler worden. Wat belangrijk is, is dat de rol van de media niet gelijk is over de hele wereld, en dus kan het begrip ‘public interest’ zeer controversieel zijn als een globaal concept. Media globaliseren, maar bedienen vaak een lokaal publiek, en hebben moeite met balanceren tussen de belangen van globale en de lokale focus. Door de toegenomen pluraliteit van de eigen samenleving speelt datzelde ook mee in het lokale nieuws. De voorgenomen afstandelijkheid van voorheen lijkt alsmaar minder terecht, en wat ooit een onpartijdige rol leek, blijkt anders te werken nu het publiek ook diverser is. De ouderwetse afstandelijkheid leidt inmiddels eerder tot een egocentrisch visie voor een bijbehorend publiek, als nieuwe publieke figuren ten tonele verschijnen. Media die ooit ‘het grote publiek’ als doelgroep hadden en dachten te werken voor ‘het algemeen belang’, moeten zich aanpassen als ze daar nog steeds voor willen staan. Niet inzien dat opkomende publieke figuren en groeperingen ook onder de aanwezigen zijn, of niet in staat zijn om hun middelen en hun behoeftes op te nemen in een bredere mediavisie(/omgeving), brengt de journalistieke dienstverlening aan het algemeen belang in gevaar. Journalisten kunnen hun traditionele rol van afstand en onpartijdigheid veranderen, en getuigen worden die getraind zijn om alle menselijke ervaringen van verlies, lijden en dood te behandelen als gelijkwaardig waar het op mededogen aankomt, en anders zullen ze moeten kiezen uit één van vele perspectieven en zich daarbij schikken in een andere rol, en het grote werk voortaan aan anderen overlaten.
Waarheid is afhankelijk van perspectief en een bredere benadering vereist het opgeven van de afstandelijkheid, die in wezen de media zelf in een hoek plaatst. ‘De Ander’ heeft vele namen en vele gezichten. Door dezen als uniforme groep te behandelen wordt eigenlijk de pluraliteit ontkend. Het lijkt de wens uit te drukken dat ‘De Ander’ een tijdelijk verschijnsel is, dat minder serieus te nemen is. Per definitie is dat een perspectief dat niet met ieder gedeeld kan worden. Wie dat als ‘De Waarheid’ brengt, bericht niet over actualiteiten.
Daar heb je een punt Abdu’r, maar die journalisten schrijven natuurlijk gewoon (en mag je anders verwachten?) vanuit hun achtergrond, en die is westers en seculier. Ik ben wel benieuwd of, en hoe, dat handvest van de rechten van de mensen aangepast zal worden, want dat is indertijd opgesteld door typische westerse, angelsaksische witte heren (vooral). China was het er niet zo mee eens (waar is de harmonie? waarom zo op dat individu en zijn rechten op persoonlijk geluk hameren??), Cairo heeft ook zijn bedenkingen, waar blijven de moslimwaardes? Lees vooral ook Emmanuel Levinas die hier diep over heeft nagedacht, hij kwam met de egologie op de proppen, de westerse mens probeert De Ander (Autrui) altijd in te kapselen in zijn eigen discours, want ziet die als bedreiging. Dus ik vraag me af of de algemene mensenrechten overeind blijven zoals nu gedicteerd!
We hebben natuurlijk de ‘Universal Declaration of Human Rights’, maar dat is niet in de vorm van bindend internationaal recht, meer een soort gezaghebbende mensenrechtenreferentie.
Er zijn wel veel internationale verdragen op mensenrechtengebied (waarvan het merendeel regionaal is). Ik zie geen toekomst voor een globaal systeem, maar dat is er ook niet. Het zijn verdragen die voor de ondertekenaars bindend zijn. Voor veel landen zou het ook in strijd zijn met eigen wetten om voorwaardelijke toestemming tot ingrijpen te geven aan alle naties van de wereld. Mijns inziens zijn er al een aantal die daarmee eigen principes gebroken hebben met dergelijke verdragen. De bereidheid tot het aangaan van zulke verdragen zal groter zijn als dat in clusters van landen verdeeld blijft. Een globale basisversie zou wel heel basaal moeten zijn om unaniem ondersteund te worden, en zelfs dan blijft er een probleem als ondertekening ook voorwaardelijke toestemming tot ingrijpen inhoudt. De UDHR zal wel gewoon een authoritieve almanak blijven en het is maar de vraag of die groeien of krimpen zal.
Maar daarmee komen we bij hele andere materie. Zo zou er daarbij ook overeenstemming bereikt moeten worden over de relatie tussen de internationale mensenrechtenwetgeving en de humanitaire wetgeving. Pluralisten vinden de internationale mensenrechtenwet losstaan van internationale humanitaire wetgeving. Constitutionalisten zien dat laatste liever als onderdeel van het eerste. En daarmee komen we weer terug bij het onderwerp. ????
Fragmentatie van het internationale recht is een actueel populair onderwerp en heeft op het punt van mensenrechten veel met deze materie te maken.
Wat ik over de media zei, geeft ook aan, dat media die een ‘bias’ willen verdedigen, reden kunnen zien om juist die vorm van afstandelijkheid te houden. Politici kunnen dat ook gebruiken als instrument. Vooral waar een elite, of veroordeling en divisie gepromoot wordt, is dit bruikbaar in de propaganda.
De achterliggende dynamiek werkt overigens overal gelijk. Of het nu door typische westerse, angelsaksische weet-ik-wat gebruikt wordt, of door anderen. Ieder kan er elke kant mee op. Dat had ik nou bewust niet toegespitst op ‘de één’ of op ‘de ander’
@Joop, het belastingstelsel ervaar ik als een noodzakelijk “kwaad”. Ik snap er niks van, het interesseert me niet, ik láát het invullen… Mensen interesseren mij, geloof, cultuur, talen, geschiedenis…Dingen met geld dat laat ik aan mensen, die dat dan weer “leuk” vinden.
Mijn boterham met pindakaas is dàt niet.
Arme witte man!
Louise, reageer svp direct ónder de reactie van iemand (“Antwoord op deze reactie”), anders versnipper je de discussie.
Ik geloof ook steeds minder in dat globale en universele, terwijl ik als jongmens dat nog wel beleed. Op mijn eigen vakgebied: de hele wereld zou ons systeem van landbouw en veeteelt moeten gaan omhelzen, overal grootschalige en “rationele”, o zo efficiente high input landbouw, en zie nou eens wat het heeft opgeleverd? Tijdens mijn leven is dat ideaal al bijgesteld in diverse farming systems al naar gelang de context. Wellicht dat dat ook gaat gebeuren op juridisch , cultureel en ideeel gebied (ook alternatieven voor democratie? en markteconomie?)
Dit beschouw ik als een chaotische tussentijd, van waaruit een nieuw denken gestalte zal krijgen.
*Globalisering is duidelijk niet alleen zaligmakend. De oude EEG was een prima initiatief: stroomlijn de handel en blijf af van nationale eigenheid.
In kleine groepen krijg je makkelijker consensus. Door de gretigheid naar meer afzetgebied voor produkten, door de wens een machtsblok te vormen, heeft Europa zijn hand overspeeld en wordt besluitvorming vanuit Brussel bijna onmogelijk, omdat egocentrische en nationale gevoelens teveel een rol spelen.
Daardoor valt het hele spul, als het even tegen zit, uit elkaar.
*Hetzelfde globaliseren heb je met de sociale media: als je wilt, kun je ettelijke “vrienden” scoren over de hele wereld en die “liken” je dan. Wat een ellende! Maar ken jij je buren ook misschien?
*En Dirk hoe zat dat hier vroeger in de veehouderij?
20, 30 koeien/varkens en een “persoonlijke” relatie met de boer. Toen megastallen, oormerken, nummers; dieren die geen dier meer waren, maar vlees op pootjes. Nu door milieuheffingen en quota’s moet het weer anders. Arme boeren!
Wat ik met die 3 voorbeelden (Eu, Twitter e.d., Veeteelt) bedoel, is: Als je niet een stevige basis creëert, waarop vertrouwen ontstaat, is alles wat daaruit voortkomt een kaartenhuis; Op vele gebieden is het beter om te investeren in denktanks die zorgvuldig en met kennis van zaken te werk gaan; niet te snel alsjeblieft, niet gefocussed op korte termijn oplossingen en lapmiddelen maar toekomstgericht.
En ik zou ook wel willen weten wat Heidi vindt van de reeks portretten van de ander (qua ras, religie, immigrantenachtergrond) van Robert Vuisje in de Volkskrant, hij heeft al op zijn donder gehad van Anousha omdat hij dat als witte man niet zou mogen (of kunnen?) doen! Vindt Heidi dat ook??
Beste Dirk, laatste verzoek: je verwijst steeds naar andere artikelen en vraagt dan om een reactie. Twee dingen:
– dit is Nieuw Wij, dus houdt het bij de artikelen van Nieuw Wij
– geef een argument of standpunt in jouw reactie (al dan niet herleid van elders), anders is het een loze reactie
Ik ga er nu van uit dat de huisregels helder zijn.
Dorudi : “Stereotypes zijn oppervlakkige, clichématige karakteriseringen van bepaalde groepen, gebaseerd op vooroordelen of generalisaties. Ze hebben alles te maken met blinde vlekken. Natuurlijk heeft iedereen de eigen persoonlijke blinde vlekken. ”
Dorudi : “In Nederland wordt het medialandschap gedomineerd door journalisten die voornamelijk wit en voornamelijk man zijn. Deze mensen zijn dus in het bezit van wit en mannelijk privilege en dat maakt dat hun wereldbeeld – vaker wel dan niet – westers-centrisch, wit en seculier is. ”
Je kon er op wachten; racisme (“wit privilege”) en seksisme (“mannelijk privilege”) sluipen zomaar binnen, zelfs bij filosofen, ook die hebben hun eigen blinde vlekken, en diskwalificieren zich daarmee door hun innerlijke tegenstrijdigheid.
Mooi artikel. Pluraliteit. Toegevoegd aan mijn vocabulair. Jammer dat het voorbeeld van Charles Groenhuizen de plank volkomen misslaat.
Twitter is niet bedoelt om nuance te brengen en godsdienst is niet ‘een groep mensen’. En er wordt niemand menselijkheid ontnomen door deze opmerking. Bovendien is zijn opmerking onweerlegbaar waar. Wellicht had Charles kunnen zeggen:”in naam van de godsdienst…”
Kan zijn opmerking dan wél door de beugel?