Je zou het kunnen afdoen als de zoveelste visie van een letterknecht. Een islamitische geestelijke die in zijn interpretatie van de bronboeken geen ruimte biedt aan context en tijd. We geven hem terug aan de zevende eeuw ten tijde van het ontstaan van de islam en gaan over tot de orde van de dag. Maar Akgündüz is niet alleen een islamitische geleerde, zoals de verklaring van zijn universiteit benadrukt in een reactie op de ophef. Hij is tevens de rector van een universiteit waar op hbo-niveau polderimans worden opgeleid. Mannen – vrouwen mogen geen imam worden om dat ze een islamitische gemeenschap niet mogen voorgaan – die worden geacht hun kennis te vertalen naar de hedendaagse Nederlandse context. Een context die juist wordt gekenmerkt door pluriformiteit, ook op religieus gebied. Je ziet de bui al hangen: een onderwijstaak dus die met een beetje goede wil voor understatement bij Akgündüz niet in goede handen is.

Maar er is meer. Aan dezelfde Islamitische Universiteit Rotterdam werkt ook Özcan Hidir als universitair hoofddocent. Zijn naam zing ook al een tijdje rond. Naar aanleiding van de Yunus-affaire vorig jaar – de verontwaardiging van zowel de Turkse regering als een belangrijk deel van conservatieve Turkse gemeenschappen hier over een Turkse kind dat uit huis was geplaatst en bij een lesbisch stel was ondergebracht – berichtte onder andere NRC Handelsblad uitgebreid over een lezing die hij in Den Haag zou hebben gegeven. Daarin noemde hij aantallen van 5.000 Turks-islamitische kinderen die aan christelijke gezinnen zouden zijn weggegeven. De vertaling in de traditionele en sensationele Turkse media, hier en in Turkije, laat zich raden: assimilatie!

Er is niets mis met de vinger leggen op een prangend vraagstuk in Nederland waar nodig een publiekelijk debat over moet worden gevoerd: hoe gaan we in de crisisopvang en bij Jeugdzorg om met al die culturen en leefstijlen? Is het niet raadzaam om een kind in nood  tenminste niet in een ‘vreemde’ cultuur onder te brengen? Maar dan moeten die opvangadressen er natuurlijk wel zijn. En ook dat is een probleem, zoals de Yunus-affaire aantoonde. Bovendien moet worden onderkend dat, ook al blijven een belangrijk deel van de tweede en derde generatie migranten met een Turkse achtergrond verbonden met hun herkomst, ze zijn in toenemende mate ook Nederlander geworden.

Hidir is in Ankara rijkelijk beloond voor zijn religieus-nationalistische uithaal. Hij maakt sinds eind vorig jaar, samen met nog vier anderen uit Nederland, deel uit van de tachtig leden tellende adviesraad die het departement voor Turken in het Buitenland en Gerelateerde Zaken bijstaat. Dit departement is in maart 2010 opgericht en er werken inmiddels ruim 300 mensen. Het is gehuisvest in een twaalf verdiepingen tellend, imposant gebouw aan één van de uitvalswegen van Ankara, de stoffige en dichtbebouwde hoofdstad van Turkije. Het is hun taak, aldus de tweede man op dit departement, Gürsel Dönmez, om te voorkomen dat Turken in het buitenland van zichzelf vervreemden. In de praktijk komt het er op neer dat Ankara wil dat ze actief deelnemen aan het openbare leven in Europa, maar ze moeten tegelijkertijd wel de Turkse cultuur behouden.

Volgens Murat Erdogan, universitair hoofdocent en directeur van het Migration and Politics Research Center van de Hacettepe Universiteit in Ankara, richtten ook voorafgaande  regeringen zich op  hun burgers in het buitenland. Wat nieuw is dat de religieus-conservatieve en nationalistische regering van premier Erdogan een eigen diaspora-strategie ontrold. “Turkse migranten wonen in Europa maar hebben, als een vorm van ondersteuning, sterke banden met Turkije. In die zin kun je spreken van een diaspora. Maar ik meen dat deze mensen niet vooral of alleen Turk zijn, zoals de Turkse regering benadrukt.”

De poging van Turkije om de eigen arm diep in Nederland te steken, komt op een moment dat de conservatieve meerderheid van de Turkse gemeenschappen in Nederland  het idee hebben dat Den Haag migranten geen gelijke kansen biedt. De overheid bekommert zich, in hun opvatting, te weinig om de functionele integratie: onderwijs, werk, het tegengaan van discriminatie. De nadruk bij integratie ligt eenzijdig op sociaal-culturele aspecten: de acceptatie van liberale waarden die als Nederlandse waarden worden gepresenteerd. Dat leidt er toe dat  de aantrekkingskrant van Ankara toeneemt. Turkije zegt de maatschappelijke positie van Turken in Europa te willen versterken en assimilatie tegen te gaan. Dat appelleert bij nogal wat conservatieve Turkse migranten aan gevoelens van angst voor het verlies van hun culturele identiteit.

Er is niets mis met mensen als Akgündüz ter verantwoording te roepen voor hun rabiate uitspraken, maar het riekt ook naar enige mate van selectiviteit. De nood is veel groter. De Turkse regering is op tal van manieren de grens bij Lobith al overgestoken zonder dat duidelijk is wat  haar agenda precies is. En zonder dat duidelijk is welke personen en organisaties hier met haar samenwerken om zo tot in de haarvaten van de Turks-Nederlandse gemeenschappen door te kunnen dringen. Ik zou er niet gerust op zijn en mijn energie liever steken in het tegengaan hiervan dan te demonstreren voor de deur van de Islamitische Universiteit in Rotterdam. Akgündüz is slechts één boom in een groot religieus-conservatief en nationalistisch bos.

santing-1

Froukje Santing

Journalist / Onderzoeker / Islamspecialist

Froukje Santing was 7 jaar in Turkije werkzaam als correspondent voor o.a. NRC Handelsblad. Ze schreef o.a. Dwars op de tijdgeest
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.