Tijdens het maandelijks overleg met mijn geschiedenissectie kwam één van de geschiedenisdocenten met het voorstel om, in het kader van het thema de Tweede Wereldoorlog, een veteraan uit te nodigen om te vertellen over zijn of haar ervaringen. De veteraan werd ons aangeboden in het kader van de Invictus Games, een internationaal sportevenement voor militairen en veteranen die psychisch of lichamelijk gewond zijn geraakt in het leger. De sectie was enthousiast en voor ik er goed en wel over na had gedacht zouden drie van mijn klassen een les krijgen van een veteraan die had gediend in Afghanistan.
Vertekend beeld
Aansluitend op het bezoek van de veteraan konden mijn leerlingen naar de Invictus Games, dat gesponsord wordt door Lockheed Martin. Op de website van het Lockheed Martin staat het volgende: ‘Als maatschappelijk verantwoorde onderneming spelen we ook een actieve rol in het helpen versterken van de kwaliteit van het leven in ons land en de gemeenschappen waar we wonen en werken.’ Lockheed Martin investeert wereldwijd meer dan 26 miljoen dollar in non-profitorganisaties, met de nadruk op bèta/technisch onderwijs en militaire/veteranenzaken. De Invictus Games zijn een initiatief van de Britse prins Harry en dit sportieve evenement is bedoeld als een eerbetoon aan de offers die onze veteranen en die uit andere landen hebben gebracht.
Er lijkt in Nederland een tendens te zijn om op school, maar ook tijdens veteranendagen, bevrijdingsfestivals en bij herdenkingen, de Tweede Wereldoorlog zonder meer te koppelen aan veteranen en hun ‘vredesmissies’. Dat schetst een vertekend beeld van de Westerse militaire inspanningen.
Het Amerikaanse bedrijf Lockheed Martin is het grootste defensieconcern ter wereld met een omzet van zo’n 60 miljard dollar, waarvan zo’n 4 miljard dollar aan export naar autoritaire regimes in het Midden-Oosten. Lockheed levert onder andere aan Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten, beide betrokken in de Jemen oorlog. In augustus 2018 werd bekend dat gevechtsvliegtuigen van een Saoedische coalitie een schoolbus bombardeerden bij een markt in de Noord-Jemenitische stad Dahyan, waarbij 54 mensen, waaronder 44 kinderen, om het leven kwamen.
Na het verhoor van meer dan een dozijn getuigen en overlevenden noemde Human Rights Watch de aanval een “schijnbare oorlogsmisdaad”, omdat “er op dat moment geen duidelijk militair doelwit op de markt was”. De Saudi’s gebruikten een lasergeleide bom van 500 pond, gemaakt door Lockheed Martin. Lockheed ondermijnt de Amerikaanse en Europese democratieën voortdurend door te lobbyen voor subsidies, aanbestedingen, gunstige exportregels en een agressief ‘veiligheidsbeleid’, iets wat teruggaat tot de Lockheed-affaire met Prins Bernhard in de jaren zeventig.
Lockheed is samen met onder andere het Veteranen Instituut, Fonds Gehandicaptensport en het Vfonds (investeert in vrede) partner van de Invictus Games. Het is ronduit stuitend dat een bedrijf dat verdient aan oorlog en vluchtelingen en hier actief voor lobbyt, goede sier maakt met het sponsoren van een evenement dat veteranen wil eren. Als we onze veteranen en oorlogsslachtoffers over de hele wereld willen eren, kunnen we beter stoppen met wapenexporten en het faciliteren van de oorlog in Jemen. De Invictus Games van 2020 zijn uitgesteld vanwege Corona, maar lijken volgend jaar weer in Nederland georganiseerd te worden. Een actie tegen Lockheed zou het publiek kunnen wijzen op de hypocrisie.
Imago oppoetsen
Een ander bedrijf dat goede sier wil maken met liefdadigheid is het pan-Europese bedrijf Airbus, dat vanwege belastingvoordelen gevestigd is in Nederland. Airbus lanceerde in 2008 de Airbus Foundation, om humanitaire activiteiten te faciliteren in een netwerk van werknemers en partners. Dit alles lijkt vooral bedoeld om het imago van het bedrijf op te poetsen en zijn medewerkers een goed gevoel over zichzelf te geven. Sinds 2011 werkt de stichting samen met de Internationale Federatie van het Rode Kruis. Regelmatig worden er persberichten gepubliceerd om nieuwe gezamenlijke projecten aan te kondigen en de Airbus Foundation wordt in jaarrapporten aangedragen als een voorbeeld van goede samenwerking.
Het samenwerkingsverband draait vooral rond het transport van voedsel, medicatie en andere hulpmiddelen naar humanitaire rampgebieden. Dat lijken allemaal op zich allemaal mooie daden, maar Airbus is één van de grootste wapenproducenten ter wereld. Het bedrijf is verantwoordelijk voor zowel het leveren van wapens aan dictaturen en landen in oorlog als voor het militariseren van de Europese grenzen. Airbus verdient daarbij niet alleen grof geld aan de ellende van vluchtelingen, het lobbyt ook actief voor een beleid dat dit mogelijk maakt.
Deze samenwerking tussen Airbus en het Rode Kruis botst nadrukkelijk met de visie van het Rode Kruis op het huidige migratiebeleid. Het Europese Rode Kruis toont zich in het bijzonder bezorgd over het ‘grensexternaliseringsbeleid’ van de EU, waarbij landen buiten Europa veel geld en middelen krijgen om migratie al daar te stoppen. Zo keerde het zich tegen de migratiedeal met Turkije.
Kritische zelfreflectie zou het Rode Kruis niet misstaan wat betreft de samenwerking met de Airbus Foundation. Een organisatie die zichzelf tot doel stelt om menselijk leed te verlichten en vrede te bevorderen, kan niet samenwerken met een bedrijf dat juist veroorzaker is van menselijk leed en oorlog.
Het is belangrijk om ons ervan bewust te worden hoe militarisme en oorlog ons wordt voorgespiegeld. Westerse inzet van militairen wordt in het onderwijs en de media vaak gepresenteerd in het kader van ‘vrede en veiligheid’, terwijl eigenbelang toch vaak ook een rol speelt in dit soort ondernemingen. Dat zou meer aandacht mogen krijgen in de discussies. De wapenindustrie wordt ook genormaliseerd door allerlei samenwerkingsverbanden. Je hoeft geen overtuigd pacifist te zijn om de hypocrisie te zien van een wapenbedrijf dat een sportwedstrijd voor invalide geworden veteranen of het Rode Kruis sponsort. Wapenbedrijven promoten actief een gemilitariseerd buitenlands beleid en de inzet van militaire middelen tegen vluchtelingen.
Bewustwording
Dat bewustwording en het uitspreken tegen het normaliseren van dit soort bedrijven helpt, bleek uit de inspanningen van Stop the War on Migrants. Na acties en het aanschrijven van de Schouwburg in Hengelo werd de samenwerking met hoofdsponsor wapenbedrijf Thales niet verlengd.
Een ander inspirerend voorbeeld komt uit het Verenigd Koninkrijk. Verschillende kunstenaars trokken hun werk terug nadat bekend werd dat het Italiaanse wapenbedrijf Leonardo de expositie van het Design Museum in London sponsorde. In een brief riepen de kunstenaars op fondsen te weigeren van de wapenindustrie en de fossiele brandstof industrie.
Het bezoek van de veteraan ging uiteindelijk niet door vanwege de coronacrisis. Ik ga me inzetten om Westerse oorlogsinspanningen in het verleden en heden met een kritische blik te blijven bespreken in de klas.
Dit artikel is afkomstig uit Vredesspiraal, het ledenmagazine van vereniging Kerk en Vrede.