Als het over islamitische vrouwen gaat, valt het mij altijd op dat henzelf nauwelijks of niets gevraagd wordt. Blijkbaar kan er gepraat worden over de vrijheid en onvrijheid van deze vrouwen, zonder dat daarvoor hun eigen input noodzakelijk is. Het verhaal dat zo ontstaat over islamitische vrouwen is daardoor niet zozeer hun eigen verhaal, als wel een verhaal over hen. En als er maar vaak genoeg hetzelfde verhaal wordt verteld, dan wordt dat verhaal steeds meer voor waar aangenomen.
Om dit patroon te doorbreken, maar vooral omdat ik geïnteresseerd ben in de verhalen van deze vrouwen, besloot ik onderzoek te doen naar de manier waarop islamitische vrouwen vrijheid zien, en welke definitie van vrijheid ze hebben. In het Westen heeft men vaak de neiging om te denken dat de Westerse definitie van vrijheid voor iedereen geldt, en dat wij daarom kunnen oordelen over de vrijheid of onvrijheid van mensen uit andere culturen. Uit mijn onderzoek blijkt echter dat de definitie van de ondervraagde islamitische vrouwen wel lijkt op de liberale definitie, maar dat er ook belangrijke verschillen zijn. Ook denk ik dat er misverstanden ontstaan, doordat religieuze en sociale onderdrukking op één hoop worden gegooid.
Mijn onderzoek is gebaseerd op een vragenlijst in het Arabisch die door 42 Marokkaanse vrouwen in Marokko is ingevuld. Ik vroeg daarin naar hun definitie van vrijheid, of ze de door hen gedefinieerde vrijheid ook zelf hadden, en in welke omstandigheden ze zich het meest vrij of onvrij voelden.
Eén van de interessantste uitkomsten uit het onderzoek was de definitie die deze vrouwen hanteren van vrijheid. Vrijheid is volgens vrijwel alle vrouwen ‘doen wat je wilt, wanneer je dat wilt, zonder dat anderen je tegenhouden’. Maar deze definitie wordt bijna altijd gevolgd door een inperking, zo worden God, religie en de wet vaak genoemd als zaken waar niet tegenin gegaan mag worden. ‘Anderen niet schaden’, een bekende liberale inperking, werd veel minder genoemd. Eén van de vrouwen schrijft: ‘vrijheid is dat ik alles doe wat ik wil, wanneer ik het wil, maar met respect voor de religie en de wet’. Vrijheid betekent dus niet zomaar doen wat je wilt, er moeten ook bepaalde (morele) regels in acht worden genomen. De definitie die de vrouwen hanteren lijkt weliswaar op de liberale definitie, maar verschilt er ook in belangrijke mate van omdat de vrouwen zelf een aantal sociale en religieuze beperkingen opleggen aan de vrijheid.
Maar vinden deze vrouwen ook dat ze door hen gedefinieerde vrijheid hebben? Dit leverde een interessante tweedeling op. De eerste groep vrouwen antwoordde met een volmondig ‘ja’ (25 vrouwen). Maar een tweede groep antwoordde met een stellig ‘nee’ (17 vrouwen). Die tweede groep gaf aan dat hun gemeenschap dat niet zou accepteren als ze zomaar alles zouden doen wat ze willen. Zo stelt een vrouw: ‘nee, omdat de gemeenschap waar we leven dat niet accepteert’. Een ander zegt zelfs: ‘nee, omdat mijn familie niet weet wat vrijheid betekent’. Opleidingsniveau heeft weinig te maken met hoe vrij de vrouwen zich voelen, de vrouwen die zich niet vrij zeiden te voelen hadden uiteenlopende beroepen als naaister, gemeentemedewerkster, huisvrouw en een student hogere economie.
Op de vraag op welke plaats en in welke omstandigheid deze vrouwen zich het meest vrij voelen, antwoordden alle vrouwen dat ze zich het meest vrij voelen als ze in de moskee zijn (zonder hun man). 39 van de 42 vrouwen gaf aan dat ze zich ‘zeer vrij’ voelen in de moskee. Ook als ze thuis aan het bidden zijn voelen ze zich vrij, vrijer dan als ze andere taken in huis aan het doen zijn. Het minst vrij voelen de vrouwen zich als ze met hun man op straat lopen. Religie en religieuze activiteit draagt dus vooral bij aan een gevoel van vrijheid bij deze vrouwen, in plaats van de onderdrukking van religie waar in Nederland vaak nadruk op wordt gelegd. De onderdrukking lijkt veel meer te komen van sociale normen van de maatschappij en de familie. 29 vrouwen gaven namelijk ook aan dat zij zich een stuk vrijer zouden voelen als zij verder weg van familie zouden wonen.
Ik denk dat het zinvol is om – gezien dit verkennende onderzoek – een scheiding te gaan maken tussen onvrijheid die ontstaat door de druk van sociale normen en de onvrijheid die ontstaat door de druk van religieuze normen. De geïnterviewde vrouwen geven duidelijk aan dat hun vrijheid ligt in het beoefenen van hun religie, en ze leggen zelf vrijwillig beperkingen op aan die vrijheid om ruimte te maken voor religie, God en wetten. Hun onvrijheid ligt volgens hen in sociale normen en beperkingen. Het verschil tussen sociale en religieuze normen en beperkingen wordt echter – zeker als het om islamitische vrouwen gaat – zelden gemaakt. Het wordt tijd dat we daar onderzoek naar gaan doen.
Interessant onderzoek, maar is het wel representatief?????
Interessant stuk dat een bredere verspreiding verdient.
Natuurlijk is dit nog een verkennend onderzoek. Ik ben benieuwd naar de resultaten van een breder onderzoek, met een grotere steekproef en geografische spreiding.
Is vrijheid wel een universeel begrip? Emanciperen vrouwen altijd en overal langs dezelfde lijnen? Kunnen het verbranden van bh’s en het samenkomen in de moskee hetzelfde doel dienen? Het wordt tijd dat de wetenschap daar eens serieus zijn tanden in zet.