Andere verdachten kregen lagere straffen, maar in totaal hebben de 53 verdachten zo’n driehonderd jaar gevangenisstraf gekregen, gemiddeld bijna zes jaar per persoon.
Vonnis zonder toelichting
In het vonnis is geen sprake meer van separatisme. Niemand is dus veroordeeld voor het nastreven van een onafhankelijke Rif-republiek. Kennelijk was het ook niet in de dagvaardingen opgenomen, anders had er vrijspraak voor in het vonnis moeten staan. Maar wat door velen (in binnen- en buitenland) wordt gezien als vreedzaam sociaal protest om te pleiten voor basisrechten en –voorzieningen, wordt door het openbaar ministerie omgetoverd tot een zware aanklacht: deelname aan een complot dat de binnenlandse veiligheid in gevaar brengt.
Dat klinkt zwaar en dat is het ook, want de maximumstraf ervoor is de doodstraf, al wordt die al tientallen jaren niet meer uitgevoerd.
Andere verdachten werden veroordeeld voor het blokkeren van het verkeer, brandstichting, bedreiging met en geweld tegen personen. Een van de verdachten was ook aangeklaagd voor doodslag, maar daarvan is hij vrijgesproken.
Het proces duurde ruim 8 maanden, er waren 85 zittingen met alle 54 verdachten tegelijk. Eén dag na de laatste zitting had de rechter zijn vonnis al klaar. In slechts 717 woorden veroordeelde hij alle verdachten zonder ook maar een woord te wijden aan de motivatie van zijn oordeel. Zo weten we niet welke bewijzen hij doorslaggevend vond of waarom hij verweren van de verdediging kennelijk niet overtuigend vond.
Chaotisch proces
Afgaande op de verslagen die ik heb gelezen was het een zeer chaotisch proces. De 54 verdachten werden tegelijk berecht, terwijl ze in een glazen kooi zaten. Regelmatig scandeerden ze gezamenlijk leuzen. Er waren tientallen advocaten die kosteloos bijstand verleenden, maar die ook bijdroegen aan de chaos. Tijdens het proces werd een advocaat zelf in staat van beschuldiging gesteld. Hij is inmiddels naar Zwitserland uitgeweken. Er waren voortdurend signalen over hongerstakingen van de verdachten en dat werd dan weer ontkend door de gevangenisdirectie. Er waren klachten van verdachten over (geestelijke) marteling, slechte omstandigheden in de gevangenis in Casablanca.
Nasser Zafzafi zat 23 uur per dag in eenzame opsluiting. Zijn aantekenboekje werd in beslag genomen en hij kreeg nog wat andere pesterijen te verduren. In de laatste fase van het proces zwegen de verdachten. Zo hebben ze geen gebruik gemaakt van hun recht op een laatste woord aan het eind van de behandeling van hun zaak.
Een vreemde kwestie vormde de toevoeging van de zaak van de journalist Hamid El Mahdaoui aan de zaak van de andere 53 verdachten. Hij werd van heel iets anders verdacht dan de rest, maar zijn zaak werd toch toegevoegd, ondanks heftige protesten van zijn advocaten. En toen, opeens, werd op de laatste zittingsdag zijn zaak toch weer losgekoppeld en kreeg hij enkele dagen later een apart vonnis. El Mahdaoui werd veroordeeld tot 3 jaar celstraf, omdat hij had nagelaten de overheid in te lichten over een persoon die (vanuit Nederland) van plan was geweest wapens Marokko in te smokkelen om het regime ten val te brengen.
Reacties op het vonnis
Het vonnis heeft veel reacties opgeleverd binnen en buiten Marokko. In Marokko zijn in diverse steden mensen de straat op gegaan om te protesteren tegen de zware straffen. NGO’s die zich met mensenrechten bezighouden hebben zich uitgesproken, politieke partijen uit de regeringscoalitie en de oppositie hebben gezegd dat het zware straffen zijn. Regeringspartijen benadrukken dat de rechterlijke macht onafhankelijk is. Oppositiepartijen vestigen hun hoop op een eventueel hoger beroep, waarover later meer.
Twee Marokkaanse ministers hebben opmerkingen gemaakt die op verschillende manieren geïnterpreteerd kunnen worden. Minister Ramid van Mensenrechten zou hebben gezegd: in hoger beroep zijn rechters beter gekwalificeerd en is er meer kans op een eerlijk vonnis. Waarmee hij dus dit vonnis als niet eerlijk kwalificeert. Minister Aujar van Justitie liet ook wat twijfel blijken met de opmerking dat in hoger beroep er een nieuwe kans is voor recht en rechtvaardigheid om te zegevieren.
De uit Marokko afkomstige hoogleraar Antropologie in Princeton, Abdellah Hammoudi, noemde het vonnis een boodschap aan de jeugd die droomt van vrijheid en democratie. De impliciete boodschap: ‘Vergeet het maar. Als je opkomt voor vrijheid en democratie kun je zo voor 20 jaar achter de tralies verdwijnen’.
Internationale reacties
En dan zijn er afwijzende reacties uit het buitenland. Internationale organisaties zoals Amnesty International en Human Rights Watch hebben aangegeven dat de straffen onredelijk zwaar zijn en dat er geen grond voor is.
En ook onze minister Stef Blok zei vorige week in de Tweede Kamer dat de straffen aan de ‘hoge kant lijken te zijn’. Dat leverde de Nederlandse ambassadeur in Rabat een dringende uitnodiging op om bij Naser Bourita, de collega van Stef Blok, op kantoor te verschijnen. Daar kreeg zij (vermoedelijk) nog een keer te horen dat de Rif Hirak een interne Marokkaanse aangelegenheid is waar Nederland zich niet in moet mengen. Dat had Bourita ook al expliciet gezegd tijdens een persconferentie in april, toen Blok op bezoek was in Rabat. Blok had toen aandacht gevraagd voor de kwestie van de Rif.
In de Marokkaanse media wordt regelmatig gemeld dat er sprake zou zijn van een diplomatieke crisis tussen Marokko en Nederland, omdat er nog een andere kwestie speelt: het uitleveringsverzoek van Marokko aan Nederland voor de drugsverdachte Said Chaou. Dat verzoek ligt nog bij de Nederlandse rechter en daar is Marokko niet blij mee. Temeer daar er wel een link is met de Rif, want Chaou steunt een separatistische beweging voor de onafhankelijke Rif, die in Nederland is opgericht. Marokko heeft al moeten beloven dat ze Chaou alleen voor drugsgerelateerde misdrijven zullen berechten en niet voor politieke opvattingen.
Hoe nu verder
Diverse partijen, waaronder politici in Marokko, hebben aangegeven dat dit een vonnis in eerste aanleg is en dat hoger beroep mogelijk is. Maar er zijn signalen dat de verdachten niet in beroep willen gaan, omdat ze de rechtsgang niet langer erkennen. Anderzijds bestaat natuurlijk altijd het risico op een hogere straf in hoger beroep, waarbij in theorie nog altijd de doodstraf mogelijk zou zijn.
Ook is er hoop op gratie door de koning. Daar werd tijdens en proces ook regelmatig over gespeculeerd. De koning heeft zich de laatste tijd echter niet veel in het openbaar uitgelaten over de kwestie. Zijn laatste ingreep was het ontslaan van enkele ministers vanwege hun nalatigheid en lakse houding bij het uitvoeren van een groot ontwikkelingsproject in de regio Al Hoceima, waar de Hirak zijn epicentrum had.
Verder zou een oppositiepartij zelf een amnestiewet willen indienen. Nou is het verschijnsel van een initiatiefwet in Marokko op zichzelf al zeer zeldzaam en als het ook nog eens door de oppositie (de minderheid dus) wordt voorbereid acht ik het niet erg kansrijk.
Vooralsnog lijkt het er op dat de straffen ‘gewoon’ worden uitgevoerd. Dat is dan inderdaad een signaal aan iedereen die een protestbeweging denkt te starten: voor je het weet word je beschuldigd van staatsgevaarlijke activiteiten, en de maximumstraf daarop is bekend.
Maar op andere plaatsen in Marokko is in het afgelopen jaar wel degelijk geprotesteerd. De meest langdurige en massale campagne was die in Jerada, een voormalig mijnstadje in het oosten van Marokko, waar mensen vergelijkbare eisen uitten als in de Rif: werkgelegenheid, een functionerende gezondheidszorg en onderwijsvoorzieningen. Ook in Jerada zijn leiders gearresteerd en hun processen lopen nog. In andere regio’s waren de protesten kleinschaliger; daar ging het soms ook over gezondheidszorg of ‘gewoon’ over toegang tot drinkwater, bijvoorbeeld in de regio Zagora. Het is afwachten of en hoe deze protesten zich verder zullen ontwikkelen.
'Wat je niet ziet...'
Het beeld van Marokko in het buitenland is er met dit vonnis niet op vooruit gegaan. De hele ‘afhandeling’ van de protesten heeft ruim een jaar geduurd sinds de arrestaties in juni 2017 en gedurende al die tijd is er wereldwijd publiciteit geweest over de zaak. Regelmatig worden lijstjes gepubliceerd waarop landen worden beoordeeld op mensenrechten, individuele vrijheden en persvrijheid. Op al die lijstjes is Marokko gezakt of hooguit gelijk gebleven.
Rapporten van grote internationale NGO’s die kritisch zijn over Marokko worden tegenwoordig steevast door de Marokkaanse regering opzij geschoven. De NGO’s worden beschuldigd van partijdigheid en vooringenomenheid en de regering stelt dat zij zich baseren op verouderde gegevens. De nationale en internationale bezorgdheid wordt zo weggeredeneerd.
“Wat je niet ziet is er niet” is een motto dat op veel aspecten van de Marokkaanse samenleving van toepassing is. En hierbij dus ook onder politici.
Wat een goed stuk. Ik ben er blij mee. Het tekent de situatie in Marokko, waar een elite het volk onderdrukt. Eigenlijk zie je hetzelfde beeld als in het westen. Een elite die zich verrijkt en aan de andere kant een tergende Armoede. Van een erkenning dat veel Marokkanen verkiezen om buiten Marokko te leven, omdat het leven in Marokko ze weinig biedt, zal bij de Marokkaanse elite geen sprake zijn.
Ik bid voor de Riffijnen en heb hoop dat ze, het liefst in de nabije toekomst, hun recht zullen krijgen.
Goed stuk! Nu we allemaal hebben gezien hoe Marokko omgaat met mensen die een toekomstperspectief willen in eigen land, moeten we ook een conclusie durven trekken: de koning van Marokko heeft absolute macht en is verantwoordelijk voor wat er met de Riffijnen is gebeurd. En dient hiervoor verantwoording af te leggen aan het volk. Koning of niet, niemand heeft het recht een andermans leven te martelen, verkrachten of te ontnemen. Ook Mohamed 6 niet.