Ook wij maakten de aankomst van een rubberbootje met vluchtelingen mee. Stel je even voor: je bent lekker aan het zwemmen, of je zit net achter je ouzo bij een strandtentje, of je ziet voor de kustlijn een bootje verschijnen, afgeladen vol met mensen. Onze kinderen renden direct naar het punt waar het bootje aan wal kwam en er ongeveer dertig mensen uitstapten – oudere mannen, jongens van een jaar of zeventien, vrouwen en kleine kinderen, in totaal zo’n dertig. Ze gingen direct in de schaduw staan, dicht bij elkaar. Een Griekse vrouw die aan het strand woont en in 2015 getuige was geweest van de exodus uit Turkije wist al snel om wie het ditmaal ging: om een minderheidsgroep in Afghanistan die zich daar steeds minder geaccepteerd weet.
Daar sta je dan, als Hollandse vakantieganger, oog in oog met een groep vluchtelingen, de blik in hun ogen houdt het midden tussen blijdschap (ze hebben Europa gehaald!) en onzekerheid. Enigszins bedremmeld stonden ze daar te wachten op wat komen ging, tussen hoop en vrees. Zelf ervaarde ik ook een zekere schroom.
Dan is er een soort protocol op Lesbos. De politie is snel ter plaatse, en pikt er eerst de jongemannen uit. Die worden alvast naar Moria gebracht, het detentiekamp en voormalige gevangenis dat al enkele jaren zijn capaciteit ver overschrijdt – de omstandigheden zijn er abominabel. Vervolgens wordt het bootje onklaar gemaakt en onmiddellijk afgevoerd naar het ‘kerkhof’ voor zwemvesten en andere zichtbare tekenen van de aanwezigheid van vluchtelingen, enkele kilometers landinwaarts. Dit alles opdat het vakantiegangers niet stoort. Ten slotte wordt de rest van de groep opgehaald met een busje: ook zij verdwijnen merendeels naar Moria of een ander, kleiner kamp.
Op het eiland maakten we eerder al kennis met een Amerikaans echtpaar dat al vier decennia een groot deel van het jaar op Lesbos woonachtig is en dat in 2015 op geheel eigen wijze reageerde op de toestroom. Robin en Robert Jones stonden destijds aan het strand om vluchtelingen te helpen, en waren getroffen door de blijdschap (joy) op talloze gezichten, een vreugde die de angst en de stress overschaduwde van de soms gevaarlijke overtocht, op weg naar het onbekende. En de stralendste glimlach verscheen er niet zelden op het gezicht van de talloze kinderen die hand in hand met hun ouders of oma’s en opa’s aan land gingen, soms kletsnat.

Die kinderen zijn bij uitstek ‘ontsnappingskunstenaars’ – de term die schrijver Arnon Grunberg onlangs voorstelde als een nieuwe, hedendaagse definitie van de mens in tijden van globalisering. Robin en Robert besloten hun hulpvaardigheid die vermengd was met beduusdheid en machteloosheid een ludieke vorm te geven, en startten een tekenproject met de net aangekomen kinderen. Ze kochten grote hoeveelheden kleurpotloden, papier, tafelkleden en plastic, en mevrouw Robin nodigden de kinderen uit hun ervaringen en ontberingen te tekenen, terwijl Robert foto’s maakte van het resultaat en van de activiteiten van de kinderen. Hun doel daarbij was even bescheiden als overtuigend: het bieden van een ‘moment van opvrolijking’ (a moment of relief) tussen de chaos aan het strand en in de zogeheten transit-kampen.
Nog in 2016 verscheen als resultaat hiervan het boek The Refugee Crisis: Through the Eyes of the Children, uitgegeven door Blue Print Books. Na een aanvankelijke aarzeling, zo schrijft Robin daarin over haar teken-project, begonnen de kinderen te tekenen en, ‘opgekikkerd door de gewoonheid van die activiteit’, vergaten ze de wereld om hen heen voor een moment, de wereld van verwarring en onzekerheid, van uitgeputte en soms ook gewonde mensen. Ook de ouders die hun kinderen bezig zagen wisten: onze kinderen zijn veilig – voor dit moment. En wat tekenden de kinderen? Natuurlijk oorlogsgeweld, passerende en vurende tanks, huizen en hoge bergen maar ook wolkeloze luchten en veel blauw, het blauw van de zee die ze zojuist hadden overgestoken met oranje vesten. Een kunsttherapeute die de vele tekeningen later bestudeerde en die het boek inleidde was het onder meer opgevallen dat de kleur blauw in de tekeningen dikwijls de scheidlijn markeerde tussen de diverse componenten van de tekening: nu eens ging het daarbij duidelijk om de zee die moest worden overgestoken, dan weer stond het blauw ook duidelijk voor de scheidslijn tussen een veilige en een onveilige wereld: aan de ene kant een fronsende zon, aan de andere kant een zon met een glimlach. (zie afbeelding).

Wij vroegen ons af of Lesbos en Molyvos (het stadje dat het dichtst bij Turkije ligt en dus de meeste vluchtelingen heeft zien binnenkomen) zich intussen heeft hersteld van de crisis van 2015. In 2016 was dat nog nauwelijks het geval, maar ook op dit moment heerst er nog veel onzekerheid over het komende toeristenseizoen: diverse vroege chartervluchten vanuit Denemarken en Duitsland zijn geschrapt, alleen vanuit Nederland komen er directe charters naar Mytilini, de luchthaven van Lesbos. Maar ‘herstel’ heeft niet alleen de betekenis van economisch herstel op een eiland dat goeddeels van de toeristenindustrie afhankelijk is. Tijdens ons verblijf was er een demonstratie van vluchtelingen tegen hun slechte leefomstandigheden en uitzichtloosheid. Maar er was ook een demonstratie tegen de regering van Alexis Tsipras, die in mei Lesbos bezocht. De bewoners voelen zich door hem, én door de Europese Unie in de steek gelaten doordat er maar geen uitzicht is op een oplossing voor de economische malaise en voor het overvolle vluchtelingenkamp Moria, waar nog steeds nieuwe vluchtelingen naar toe worden gebracht.
Misschien denkt de lezer intussen: Lesbos moet je dus mijden wanneer je een leuke vakantiebestemming zoekt. Op websites van de toeristenindustrie las je in mei inderdaad wel berichten dat vakantiegangers Lesbos mijden. Naar mijn mening is dat een reactie die getuigt van politieke luiheid. Wie niets met Lesbos te maken wil hebben omdat daar nog steeds een air van ‘vluchtelingen’ omheen hangt, omhelst tegelijkertijd extreem rechts in Griekenland, bijvoorbeeld de knokploegenpartij waarvan alleen de naam mooi is: ‘Gouden Dageraad’. Want die strijden al jaren tegen de humane ontvangst van de vluchtelingen, vijandigheid jegens ‘anderen’ is hun handelsmerk. En naarmate echte antwoorden uitblijven, zullen de Grieken ontvankelijker worden voor extreemrechtse xenofobie. Met dank aan de Europese Unie, die volgens menigeen op het eiland het detentiecentrum Moria met opzet tot een hel heeft gemaakt – om potentiële vluchtelingen af te schrikken.
Daarom kun je zeggen dat wij intussen in een wereld leven waarin ook ‘op vakantie gaan’ zijn onschuld heeft verloren. Omdat Lesbos en diverse andere Griekse eilanden momenteel geopolitiek zeer gevoelig gebied zijn (bij Molivos zie je ook regelmatig een schip van Frontex liggen die Europa’s buitengrenzen moet bewaken) voel je dat je ook als vakantieganger niet buiten de geschiedenis staat – dat je deel bent van een politieke werkelijkheid. Voor veel (vooral West-)Europeanen is dat wennen. Wij dachten, samen met Francis Fukuyama in zijn beroemde opstel The End of History, dat de geschiedenis na de val van de Berlijnse muur was afgelopen, en dat wij Europeanen zo’n beetje de belichaming waren van dit einde met onze zo goed als perfecte liberale democratieën.

Wij Europeanen ontwaken vandaag dus uit een droom. Niet alleen worden wij omringd door autoritaire en mislukte staten, ook in Europa zelf (om maar te zwijgen van de Verenigde Staten) is de combinatie van liberalisme en democratie geen vanzelfsprekendheid meer – zie Hongarije, Polen en diverse andere landen die openlijk ijveren voor ‘illiberale democratie’, democratie zonder de garanties van de rechtstaat. Ook Griekenland kan die richting opgaan, net als Italië, niet toevallig landen die meer dan de rest van Europa de last van de vluchtelingeninstroom hebben moeten dragen. Wat dit betreft was de recente weigering van Italië, het schip Aquarius met 629 illegale migranten aan land te laten komen, een teken aan de wand: de nieuwe regering weigert nog langer de last te dragen die de verantwoordelijkheid is van heel Europa. Een democratische rechtsstaat is dus geen rustig bezit meer, net zomin als het vrije verkeer in Europa.
Kan een vakantieganger daar iets aan doen? Wel degelijk: door wél naar Lesbos te gaan (je wordt er hartelijker dan ooit welkom geheten), door ook eens te luisteren naar wat de bewoners van dit eiland zelf te zeggen hebben over hun ervaringen met vluchtelingen. Je zult merken dat ze eerst een aarzeling moeten overwinnen. Die aarzeling is meer dan begrijpelijk: de vluchtelingencrisis heeft hun bestaanswijze op het spel gezet. Zo krijgt je vakantie nieuwe betekenissen. Wij hadden als gezin het gevoel dat onze vakantie vele malen boeiender was dan wanneer je als een tosti op je handdoekje blijft liggen in je resort en op die manier voor een weekje buiten de geschiedenis bivakkeert. Ook wij zijn dus geroepen, ontsnappingskunstenaars te worden, want ook ‘toerist’ is reeds lang een keurslijf. Kijk maar naar de reclames voor vakantieoorden overal op de wereld, het zijn volkomen inwisselbare plaatjes van pootjebadende gezinnen.
Het water op Lesbos? Dat was nog steeds heerlijk, net als de ouzo in dit zonovergoten eiland in de lente.
Mooie wijze impressie