Zo is het schema dat autocraten minimaal volgen om aan de macht te komen nu zichtbaar in een aantal democratische landen. Bij democratische verkiezingen spreekt een autocratische partijleider kiezers in populistische stijl aan op specifieke zorgen en angsten. Dat werkt, dus andere partijen kopiëren zijn/haar verkiezingsthema’s. Geleidelijk ontstaat een meerderheid die langs democratische weg autocratische wetgeving doorvoert. Die raakt aan verkiezingsthema’s, maar dient ook om kritiek vanuit media, rechtspraak en wetenschap in de kiem te smoren. Door het steeds verder afschaffen van trage democratische besluitvorming oogt een autocratisch regime vaardig en efficiënt. Internationaal beleid coördineert men met andere autocraten, zodat men wat nationaal gebeurt breed kan verankeren, bijvoorbeeld in de EU.
Een ander schema is dat van de sterke leider. Dat is al eeuwen in gebruik en zo vertrouwd dat er nauwelijks discussie over is. Patriarch, feodale heer, koning en paus zijn vroege voorbeelden. Sterke leiders roepen nog steeds bewondering op. Een president is een moderne toepassing. Het kapitalisme introduceerde de CEO. Traditie, regelgeving en charisma garanderen de werking van dit schema. Het leidersjargon is vaak militaristisch. Oorlog is een middel dat door korte beslislijnen snel is in te zetten.
Het autocratisch schema voor de inrichting van de samenleving is tegenwoordig steeds meer geënt op de even autocratisch geleide grote onderneming. Net als de staat opereert een bedrijf internationaal. Oud-premier Rutte sprak regelmatig over de BV Nederland. Hij en andere prominente politici werkten eerder bij multinationals. Gemeenschappelijk belang van economie en politiek is dat met maximale efficiëntie en minimale regelgeving het bruto nationaal product groeit. Autocratische ministers runnen hun ministerie top-down, alsof ze CEO zijn van een bedrijf. ‘Ik ben beleid’.
Omgekeerd zal het bedrijfsleven lobbyen voor autocratisch geleide politiek. Recent versterken CEO-miljardairs van tech-bedrijven deze tendens. Kapitalisme en democratie onderhouden een moeizame relatie. Democratische waarden zoals gelijkheid, medemenselijkheid en oog voor minderheden staan haaks op kapitalistische aandeelhouderswaarden, waarbij mensen primair bronnen van liefst overmatige winst zijn, door hun arbeid en als consument.

Kunnen democratische schema’s op tegen de schema’s van het autocratische stelsel? Het is vechten tegen de bierkaai. Nog maar 8 procent van de landen in de wereld is democratisch. De Franse Revolutie was een poging de autocratie af te schaffen, maar leidde al snel tot een keizerrijk. Het Vaticaans concilie (1962-65) en de studentenrevolte (1968) verloren hun elan, net als de val van de muur (1989) en de Arabische lenterevolutie (2010). Neoliberalisme maakte slim een einde aan de sociaal-democratie en aan de macht van arbeid tegenover vermogen.
Je mag niettemin hopen dat mensen zich in verkiezingstijd hun democratische schema’s zullen herinneren, tegen alle hersenspoeling met autocratische schema’s in. Het democratische basisschema kan in slaap gesust worden, maar ook weer ontwaken. Vrije mensen kunnen slaafs gedrag doorzien en hun algoritmische bubbel doorprikken. De ongelijkheid in de verdeling van welvaart zal zowel binnenlands als internationaal niet oneindig vol te houden zijn. Migranten komen nu al hun gelijkheid opeisen.
Mogelijk loopt het autocratische schip averij op, omdat een land besturen iets anders is als een bedrijf aan winst helpen. Bovendien is de klimaatcrisis niet te ontkennen en zal ze het economisch systeem dwingen tot drastische aanpassing. Dan kan de wal het schip keren en ontstaat er in alle nood weer behoefte aan democratische waarden als medemenselijkheid, gelijkheid en oog voor minderheden. Misschien dat men dan vanuit het economische schema ook eindelijk door krijgt dat autocratisch geïnspireerde oorlogen bijzonder oneconomisch zijn als probleemoplossing.
Hoop op resistente en duurzame democratische schema’s doet leven.
Ik blijf haken aan de opmerking ‘Het is vechten tegen de bierkaai’. Ik vrees dat het zo is en daaraan toegeven maakt mij moedeloos. We staan nog maar aan het begin van verdere ontsporing van autocratische (oligarchische) tendensen, nu techbedrijven oppermachtig zijn en faciliteren dat extreem rechts de sociale media gaan beheersen. In de Volkskrant citeert Sander Schimmelpenninck. Sarte: ’Ze vermaken zichzelf want het is hun tegenstander die verplicht is om woorden op een verantwoorde manier te gebruiken aangezien hijzelf wel in woorden gelooft’ Op die sociale media is mede daarom nuance kansloos aan het worden en dit fenomeen bedreigt de democratie meer dan ooit. Toch kun je wel wat doen. Als de wiedeweerga de democratische instituties beter beschermen. Bv de Hoge Raad benoemingen ook voor de toekomst veiligstellen tegen mogelijke politieke inmenging. Dat is nu kwetsbaar. Etcetera. En een flinke tegenbeweging bouwen natuurlijk. Laten we met NieuwWij hier ons steentje ook inhoudelijk aan bijdragen nu er zoveel bedreigends op ons afkomt. Medemenselijkheid is en blijft de kern.
Ik denk dat veel mensen als ze gaan stemmen niet het hele partijprogramma lezen. Ze wegen niet de voordelen tegen de nadelen. Er wordt in de media ook van alles geroepen waar mensen in gaan geloven. Bv dat NL vol is, dat immigranten de schuld zijn van het huizen tekort enz. Mensen moeten zelf meer nadenken en zich verdiepen in de zaak voor ze zich een mening vormen. Nieuw Wij kan daar idd aan bijdragen. Ook kunnen we zelf eraan bijdragen door een ander geluid te laten horen.