We zijn nu één Pasen verder en ik zou graag zeggen: Vrolijk Pasen voor iedereen. Voor alle mensen op de vlucht, die een plek zoeken om lichaam en geest te laten uitrusten. Voor alle mensen, waar dan ook, die hen tot steun zijn. De trieste realiteit is echter dat we nog steeds geen oplossing hebben voor onze tekortkoming om mensen die veilige plek te bieden om zich te ruste te leggen.
Ons land staat zesde op de lijst van de gelukkigste landen ter wereld. De zesde meest gelukkige bevolking ter wereld. In dat land moet het toch mogelijk zijn ontheemden, asielzoekers, vluchtelingen een bed te bieden? We denken nu dat de ‘overspoeld’ worden en daarom plaatsgebrek hebben, maar de cijfers wijzen iets anders uit.
Op het moment dat ik dit schrijf vangt het COA 68.641 mensen op in 271 verschillende locaties. Van hen verblijven 33.830 in 87 reguliere asielzoekerscentra, en 26.643 in 184 noodopvanglocaties. Dat zijn locaties die volgens het COA niet voldoen aan haar eigen kwaliteitsnormen. Daarnaast zorgt het COA voor nog 8.168 mensen die elders verblijven, bijvoorbeeld in een tijdelijke gemeentelijke opvang of via de ‘logeerregeling’. Voor meer dan de helft van alle asielzoekers heeft het COA dus geen plek in reguliere azc’s!
Dat is heel anders geweest: in 2001 werden in gewone azc’s 83.801 mensen opgevangen, tweeënhalf keer zoveel als nu. Het is droevig te bedenken dat we er vanaf de zomer van 2022 niet in zijn geslaagd om zelfs maar in de buurt te komen van het aantal plekken dat we nodig hebben.
Inmiddels weten we dat grootschalige opvang veel negatieve effecten heeft. Er is ook geen draagvlak voor, een van de redenen waarom gemeenten huiveren. Wij hebben met anderen een plan ontwikkeld – Plan ’t KAN – voor kleinschalige opvang. Waarin ook maatregelen zitten om asielzoekers snel aan banen te helpen.
Het levert 2 miljard op als asielzoekers onbelemmerd mogen werken, berekende onderzoeksbureau SEO recent. Vorig jaar startte INLIA ‘Project Werk’. Heel kleinschalig, maar heel bemoedigend. Diverse mensen in onze crisisopvang, onder meer in Vries, Tynaarlo en Groningen, hebben nu een baan. Dat geeft energie. Ze voelen zich weer onderdeel van een samenleving.
Als ik naar die crisisopvang in Vries en Tynaarlo rijd, kom ik over een rotonde waar beelden van schapen staan. Eenvoudige rotsblokken waar een klein beetje metaal op aan is gebracht, en ineens is het een schaap. Ik word daar altijd heel vrolijk van, van die schapen. Soms rijd ik met een collega een extra rondje: kijk eens hoe simpel en hoe mooi.
We hebben er 3 miniatuurtjes van op de vergadertafel staan. Het is maar een hele kleine aanpassing op iets bestaands, maar die maakt alle verschil; maakt van een stuk steen en wat metaal een kunstwerk. Het hoeft niet altijd groot, bedoel ik maar.
Onze crisisopvangen – zowel die in de kerken als die in eigen beheer van INLIA – zijn klein, maar ze maken voor de mensen die er zitten alle verschil. Inmiddels heb ik een rij van uitnodigingen van gemeenten om te overleggen om kleinschalige opvangen te realiseren.
Zodat er geen mensen meer voor de poorten van het aanmeldcentrum in Ter Apel hoeven te liggen. Zodat we in gemeenten weer naar elkaar kunnen en mogen omzien. Zodat sommige vluchtelingen die het vertrouwen kwijt waren, weer hoop vinden.
Met Pasen mogen we allemaal weer hoop vinden. Hoop op de toekomst. Met de opstanding van onze Heer, die ons laat zien dat het leven overwint.
Ik wens ieder van u een gezegend Pasen. Met warme groet.