Sinds oktober vorig jaar gaat Pegida, die staat voor ‘Patriottische Europeanen Tegen de Islamisering van het Avondland’, bijna elke maandag de straat op in Dresden. Het aantal deelnemers zwol aan tot er op 5 januari 18.000 mensen demonstreerden. De deelnemers lijken vooral gemotiveerd door boosheid over en angst voor alles en nog wat, maar ze vrezen vooral de immigratie en de ‘islamisering’ van Duitsland.

“We zijn hier om onze rechten op te eisen,” zegt de een, terwijl de ander roept: “Duitsland voelt aan als een vreemd land. Binnenkort worden we verplicht om de Koran te lezen.” Net als in Nederland, is de angst voor ‘islamisering’ echter niet gebaseerd op feiten, maar op de stroom van uitspraken van rechts-populistische politici en media die ‘de’ islam als de wortel van allerlei problemen presenteren.

Hier zijn de feiten: In Saksen, de deelstaat waarvan Dresden de hoofdstad is, is 2,8 procent van de 4 miljoen inwoners immigrant (in Berlijn is dat 14 procent), en slechts 0,1 procent daarvan is moslim. En toch valt de framing van ‘de’ islam als het grootste probleem van Duitsland en Europa in goede aarde hier. Volgens de Duitse politicoloog Michael Lühmann “is nergens de angst voor alles wat vreemd is zo groot als hier”, en behoort Dresden tot de ‘Bijbelgordel’ waar veel rechts-conservatieve christenen te vinden zijn. De neonazistische NPD en de rechts-populistische AfD (Alternatief voor Duitsland) zijn hier groot en ook de CDU is veel rechtser dan de landelijke moederpartij.

Pegida is geen brave beweging, zoals sommigen beweren. Haar leider Buchmann werd voor inbraken en drugshandel tot 44 maanden celstraf veroordeeld, maar vluchtte naar Zuid-Afrika, en werd vervolgens gedeporteerd naar Duitsland. Maar terwijl zijn aanhangers naar ‘criminele asielzoekers’ wijzen, negeren ze de criminele geschiedenis van Buchmann. Dit doet sterk denken aan de PVV-stemmers die op die partij bleven stemmen ook nadat het criminele gedrag van veel PVV-parlementariërs bekend werd.

Belangrijker is dat Pegida opereert onder het mom van kritiek op ‘islam als religie’ en ‘extremisme’, maar dat daaronder veel vreemdelingenhaat schuil gaat. Daardoor kan zo’n beweging snel extremer worden, zie Wilders die het niet over ‘moslim-extremisten’ heeft maar over ‘moslims’. Dat dit nu al gebeurt, blijkt uit de steunbetuigingen die ze vanuit extreem-rechts krijgt. De politie in Dresden onderzoekt op het moment een incident dat na de Pegida demonstratie op 22 december 2014 plaatsvond. Een vijftigtal gemaskerde aanhangers van Pegida bestormden een winkelcentrum waar ze dertig migranten in elkaar sloegen en door omstanders aangemoedigd werden.

Tot nu toe is Pegida vooral in Dresden groot geworden, maar dat kan snel veranderen omdat islamofobie en populistisch rechts ook in de rest van Duitsland sterker worden. Het grootste probleem is dat net als in Nederland het juist de gevestigde partijen en media zijn die de weg voor deze bewegingen plaveien.

Gevestigde politiek

Ten eerste is er de bewering dat er door ‘de’ islam in elke moslim een gewelddadige neiging huist – zie de aanslag op Charlie Hebdo. Konrad Adam, journalist en een van de leiders van AfD (Alternatief voor Duitsland), een partij die steeds meer op de PVV lijkt, beschuldigt moslims van het hebben van ‘een agressieve speciale zelfbewustzijn’. Dit negeert natuurlijk het feit dat moslims geen homogene groep zijn, en dat de terroristen een kleine minderheid vormen. Bovendien zouden ‘de’ moslims met dezelfde logica iedereen in het Westen verantwoordelijk moeten houden voor de tienduizenden onschuldige doden die er in Irak zijn gevallen toen westerse leiders met leugens dat land in 2003 binnenvielen. Ze zouden kunnen wijzen naar de martelingen en vernederingen in Abu Ghraib door ‘de christenen’, of deze uitspraken van George W. Bush in herinnering roepen: “Ik las de Bijbel elke dag tijdens mijn presidentschap… Geloof beïnvloedde mijn principes en besluiten.” Het is die logica, van de ‘oorlog tussen beschavingen’, die de wereld onveiliger maakt.

Ten tweede, is het populair geworden om te beweren dat immigratie vanzelf tot allerlei sociale ellende leidt. In veel verpauperde wijken in Europa zien inderdaad veel oude bewoners dat hun wijk achteruitgaat en het aantal immigranten toeneemt. Maar de achteruitgang hangt niet per se samen met de komst van nieuwe culturen, maar met het feit dat in de afgelopen twintig jaar door de neoliberale politiek op buurthuizen en sociale voorzieningen is bezuinigd, en dat de werkloosheid onder laagopgeleiden is toegenomen. De gevestigde politici en journalisten hebben echter bijgedragen aan de groei van islamofobie door de sociale problemen cultureel te framen, en sociaaleconomische misstanden uit het publieke debat te weren.

Vanuit deze analyse is het heel goed mogelijk om het islamofobe tij te keren. De grote demonstraties die in Berlijn, Keulen en andere Duitse steden tegen Pegida georganiseerd zijn, laten zien dat er ook een politiek van de hoop bestaat tegenover die van de haat en de angst.

Vooral in de nasleep van de verschrikkelijke aanslagen op Charlie Hebdo is het de uitdaging om de politiek van de hoop te versterken. Zij die in naam van ‘de islam’ aanslagen plegen, en zij die in naam van de ‘judeo-christelijke beschaving’ terroriseren (Anders Breivik) en tot een oorlog oproepen (Wilders), willen ons tegen elkaar opzetten en hun gedroomde ‘oorlog tussen beschavingen’ realiteit maken. We hebben meer dan ooit de verantwoordelijkheid om te strijden tegen alle vormen van intolerantie en discriminatie, en om hun sociale en politieke voedingsbodem weg te nemen.

Peyman Jafari

historicus, politicoloog, Iran-deskundige

Profiel-pagina
Al 25 reacties — praat mee.