Ook het Pinksterverhaal is pas decennia na de verhaalde gebeurtenis opgeschreven, net als met het Hemelvaartverhaal gebeurde, en weer door Lukas. De orale traditie had het al vorm gegeven. Het verhaal is het vloertje waarop een kerktoren aan betekenissen is neergezet. Het wemelt van de mensen die hun eigen betekenissen toevoegen. Dat proces loopt van de uitstorting van de Heilige Geest tijdens het Joodse feest van Shavuot, via de introductie van de leer van de Drie-eenheid, langs de opkomst van Pinksterkerken, tot de Meubelboulevard van onze tijd.

De Joodse bron

Om te beginnen de Joodse kalender: daar was Shavuot, ook bekend als Wekenfeest, aanvankelijk een oogstfeest, later vooral het feest van de wet die God aan Mozes gaf. De naam Wekenfeest verwijst naar de zeven maal zeven weken, plus een dag, na Pesach. Het getal vijftig speelt nog een rol, namelijk in het Joodse Jubeljaar. Dat kwam elke vijftig jaar terug, maar wordt nu niet meer gehouden. In dat Jubeljaar kwamen lijfeigenen vrij en werden schulden kwijtgescholden. Men begon dus met een schone lei aan nieuwe sociale verhoudingen.

De christelijke versie

Christenen hielden voor het Pinksterfeest dezelfde kalender aan, zeven weken plus een dag na Pasen/Pesach. Pinksteren als naam komt van pentekoste, Grieks voor vijftigste. Het Joodse feest van Shavuot werd gekerstend tot het feest van de uitstorting van de Heilige Geest. De Geest kwam wel al voor in het Jodendom, maar dan als aanwezigheid van God. Een voorbeeld is het scheppingsverhaal, waar de Geest over de wateren zweefde. Het idee van de Geest die schepping en creativiteit stimuleert, is gebleven in het Christendom. ‘De Geest waait’, zegt men dan. Christenen zagen de Geest bovendien als plaatsvervanger voor de in de hemel opgenomen Jezus. Analoog aan het Joodse feest van de wet werd de Geest gezien als ‘de wet geschreven in ons hart’. Anders gezegd: de set kernwaarden voor menselijk gedrag is in de mens ingebouwd. Na een aantal eeuwen werd het idee van een Drie-eenheid in de theologie opgenomen: Vader, Zoon en Heilige Geest.

Van beweging naar institutie

Het Pinksterfeest markeert verder de geboorte van de wereldkerk, als een soort echo van het Jubeljaar met zijn nieuwe sociale relaties. Dat idee zit ook in het verhaal als de aanwezigen bij de uitstorting van de Geest elkaar ondanks taalverschillen blijken te verstaan. Het ging immers om Joden uit allerlei landen die naar Jeruzalem waren gekomen voor Shavuot. De spraakverwarring, zoals verteld in het verhaal over de Toren van Babel, wordt zo ongedaan gemaakt. Het Christendom presenteert zich als een wereldreligie, voorbij etnische grenzen, talen en culturen.

De symbolische uitleg, zoals die voor Hemelvaartsdag mogelijk is, dient zich ook aan als Pinksteren gezien wordt als het begin van de kerk, met de Geest als geestelijke architect. Zo legitimeren verhaal en feest de geleidelijke overgang van beweging naar institutie. De stichter ontbreekt, maar hij had volgens de evangelisten bij leven al gezinspeeld op de Geest als plaatsvervanger. Zo werd de lijn die door de stichter was begonnen doorgetrokken in plaats van verbroken.

Elementen

Typerend is ook de rol van de elementen water, vuur en wind in het Pinksterverhaal. De uitstorting van de Geest wordt gezien als een doop met vuur. Bij de uitstorting van de Geest met Pinksteren verschijnen op de hoofden van Jezus’ volgelingen ‘tongen als van vuur’. Dat is nieuw, want de doop wordt primair uitgevoerd met water, zoals in het optreden van Johannes de Doper die Jezus doopte in de Jordaan. Bovendien wordt melding gemaakt van een sterke wind. Zo is er een link met de elementen die bij de hemelvaart een rol speelden. De nieuwe religie continueert daarmee de elementen die ook al in het Oude Testament voorkomen.

Letterlijk versus symbolisch

Naast de symbolische, is er altijd een letterlijke betekenisgeving gebleven, als van een historische gebeurtenis. Daarvan getuigt de kerkgeschiedenis, met als duidelijkste voorbeeld de Pinksterbeweging die rond 1900 ontstond en nu de grootste sector is in het Protestantisme. De gaven die toegeschreven worden aan de Geest functioneren in de ervaring van deze gelovigen als dagelijkse lijfelijke werkelijkheid: gebedsgenezing, visioenen, spreken in tongentaal en profetie. De symboliek neemt men letterlijk. Ook dat is een manier van betekenis geven.

Pinksteren Droogers Dialoogje 191
Beeld door: André Droogers

Misschien loopt er zelfs een symbolisch lijntje van Pinksteren naar de Meubelboulevard. In beide gevallen wordt een persoonlijk nieuw begin gemaakt. In het seculiere geval laat men zich, na misschien wel vijftig jaar, door de reclamegeest van het moderne kapitalisme inspireren om, volgens economische wetten, oud meubilair door nieuw te vervangen. Het leven wordt opnieuw ingericht, een feestdag ritueel gemarkeerd.

Haiku

het vuur ontstoken
zo sta je in vuur en vlam
houd de vlam brandend

droogers

André Droogers

Antropoloog

André Droogers is emeritus-hoogleraar culturele antropologie, in het bijzonder religieuze en symbolische antropologie, van de Vrije …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.