Het heilige herken je, als het er is. Dat gebeurt spontaan. Je kunt er ook ruimte voor maken – het is zelfs aan te raden – maar je kunt het niet regelen of beheersen, laat staan helemaal begrijpen.
In Nederland hebben we een blinde vlek voor het heilige. In zekere zin zijn we allemaal wetenschappers, managers en kooplui: we willen onderzoeken, meten, regelen, vastleggen. We willen problemen oplossen zodat alles en iedereen productief kan zijn, nuttig, winstgevend. Anders heb je d’r niks aan.
In deze cultuur wordt het heilige vaak gezien als een ervaring, een mening of zelfs een bezit. Het hoort bij je privéleven. Daar kun je rustig bidden, spirituele lectuur lezen of aan yoga doen. Al ga je op je hoofd staan! Misschien is dat deel van het ongemak in discussies met veel orthodoxe christenen en moslims: die hebben ook ideeën die over de samenleving en de wereld gaan.
Het heilige is een blinde vlek en veel kerken hebben daar hard aan meegewerkt. Die zijn namelijk gaan doen alsof het heilige iets is voor een bepaalde plaats (de kerk), een moment (zondagmorgen), een taal (onbegrijpelijke woorden), een vorm (samen in een liturgie) en een richting (eenrichting vanaf kansel of altaar).
Het heilige heeft het moeilijk in ons bijna perfecte polderland, omdat we zo ongelofelijk goed zijn geworden in het aanwijzen, analyseren en oplossen van problemen. Daardoor zijn we weliswaar rijker, ouder, comfortabeler dan ooit in de geschiedenis, maar de ellende is dat het heilige zich vaak toont op kwetsbare momenten. En als je niet geoefend bent, lijken die momenten op problemen die moeten worden opgelost.
Het heilige heeft het moeilijk in ons polderland, omdat we zo ongelofelijk goed zijn geworden in het aanwijzen, analyseren en oplossen van problemen.
Kijk, de geboorte van een kind, de vredige dood van een geliefde, een machtig muziekstuk of het begin van de lente: dat redden we nog wel. Maar wat moeten we met de komst van Syriërs die hun kapotgeschoten land ontvluchtten? Met nieuwe Nederlanders die onze tradities bevragen?
Wat moeten we met jonge mensen die massaal burnout raken? Met honderdduizenden mensen die antidepressiva slikken? Met ouderen die naar het einde verlangen? Met ‘topmensen’ die zichzelf rijk rekenen? Met onderwijzers en verplegenden die massaal merken hoe het streven naar beheersing ten koste gaat van de ziel van hun werk? Met de uitputting van de aarde die ons voedt?
En wat moet ik met de bewegingen in mijn eigen ziel?
‘Uw Naam worde geheiligd.’ Vroeger vond ik het geheimtaal, ergens uit den hoge. Nu vind ik het instructief, een eeuwenoude wijsheid.
Want wat is die naam die geheiligd zal of moet worden? Het verhaal gaat dat Mozes in de woestijn zwierf en de Heilige ontmoette. Hij vroeg naar een naam en kreeg een ontwijkend antwoord, te vertalen als: ‘Ik ben die ik ben’. Wel moest hij zijn schoenen uitdoen, want, zo zei de stem, ergens in de woestijn: ‘Waar je staat is heilige grond’.
Het heilige is niet ver weg, maar precies waar wij zijn, en waar aanwezigheid is. Als ik zo kijk, hoef ik het niet eens uit te leggen.
Arjan, ik begrijp precies wat je bedoelt.
Met je denkende hoofd kun je het heilige niet herkennen.
Met haastige pas op weg naar de volgende afspraak en met een volle agenda… ga je onwetend voorbij aan gewaarwordingen die niet in woorden te vangen zijn.
Je zintuigen kunnen wèl je helpers zijn. En bovenal is een diepe, rustige ademhaling nodig. Daarmee schep je ruimte om te ontvangen.
Het kan een uitdrukking of een beleving zijn van waarde, respect, eerbied e.d., die voor een individu of groep geldt. Het respecteren van dat feit is voor velen vanzelfsprekend, maar is soms beperkt uit praktische overwegingen: daar waar het aanpassing van de ander vergt. Dan speelt het wegen van belangen een rol, wat gepaard kan gaan met waarde-oordelen. Veel kan heilig zijn, maar niet alles is even heilig en zeker niet voor iedereen. Respect voor wat voor de ander heilig is, kan een issue zijn bij zaken, die voor een individu of groep als heilig worden ervaren, maar op dat niveau is het onderwerp nog algemeen bespreekbaar.
Heel anders wordt het wanneer zaken zo heilig geacht worden, dat het voor anderen ook zou moeten gelden en wanneer gebrek daaraan verklaart wordt als een persoonlijke tekortkoming. Dan gaat het niet meer over respect voor de ander. Het respect voor het heiligdom zelf is in dat geval in het geding. Als de heiligheid van die orde is, treedt er een interessant conflict op tussen partijen die het met elkaar oneens zijn. Voor degeen die het heiligdom erkent, verlegt dat het accent van zichzelf (respect voor de persoon) naar het onderwerp (respect voor het heiligdom), terwijl voor de ander het accent verlegt wordt van het onderwerp (algemeen respect voor anderen) naar zichzelf (persoonlijke overtuiging). Ook hier is de oplossing om waar mogelijk de ander in zijn waarde te laten, maar nu hebben beide partijen andere redenen om daar geen vrede mee te hebben.
De definitie van het begrip ‘heilig’ kan veel omvatten, maar het kan niet in alle betekenissen behandeld worden als hetzelfde onderwerp. Het maakt uit of we de ander gewoon zijn gang kunnen laten gaan en wat de effecten daarvan zijn. Als voorbeeld wil ik noemen, dat de leraar van mijn kleinkinderen zelf moet weten wat hij denkt en doet, maar dat ik niet alles kan accepteren wat hij de kinderen toestaat of verbiedt. Datzelfde herkennen we in elkaar. We zijn niet blind voor wat voor de ander heilig is, maar die overeenkomst maakt het nog geen makkelijke materie.
Het kan nog veel erger Abeer: wat voor de een het heiligste is wat er is, kan voor de ander pure afgoderij en duivelse praktijk zijn: Bonifacius hakte de heilige eik (eredienst van eeuwen) van de Friezen om, en dat pikten ze natuurlijk niet, ze waren razend!
Precies. Er zit een groot verschil in betekenis tussen respect voor wat voor iemand heilig is en respect voor wat heilig is.
Dat kan uitmaken.
Dat is inderdaad moeilijk, Abeer! Zodra je (klein) kinderen in aanraking komen met onderwijzers of geestelijk leiders, zullen ze andere opvattingen te horen krijgen over van alles. Ook over heiligheid.
Vertrouw op die kinderen. Als de thuissituatie goed en veilig is, is dat hun basis, hun ankerplaats.
Ze moeten leren omgaan met de diversheid om hun heen, maar het gaat om verschillen tussen opvoeders over wat toegestaan moet worden en wat niet. We zijn geen buitenstaanders, maar begeleiders met gedeelde verantwoordelijkheden. Hoe we onderling met verschillen omgaan, levert geen problemen, maar de kinderen zijn van allebei, en dat is geen kwestie van gewoon elkaar wat gunnen. Overeenstemming in beleid is een vereiste, waar het gaat over wat hun heilig moet zijn.
Kinderen zijn niet helemaal vrij om dat zelf te kiezen. Opvoeders begeleiden hun tot zij dit zelfstandig en met de nodige wijsheid kunnen doen. Dat zijn de betrokkenen met elkaar eens, maar het creëert ongewenste verwarring als ingestelde vrijheden en beperkingen voor de kinderen ingaan tegen wat ze van een opvoeder leren als belangrijke of zelfs heilige waarden. Ook daarover bestaat enigheid, maar dit punt levert struikelblokken op.
Het is een aardig advies: “Loslaten dus!” maar de betrokkenheid is geen optie en overeenstemming is op punten nodig om één lijn te kunnen trekken over zaken die “nooit” mogen en zaken die “altijd” moeten. Als kinderen de waarde van die begrippen niet leren, zal niks hun heilig zijn en zullen ze ook niet begrijpen wat het betekent dat sommige zaken voor anderen heilig zijn.
Maar het voorbeeld haalde ik eigenlijk aan als één uit vele. Het begrip ‘heilig’ verandert van betekenis als het niet enkel gaat over wat heilig is voor jezelf.
Er zitten inderdaad vele kanten aan het begrip “heilig”.
Ikzelf groeide op in een niet-religieus milieu. Wel ben ik opgevoed met “de 9 geboden”. Geen 10, want het Eerste Gebod -dat voor gelovigen het belangrijkst is- ontbrak.)
Ik hoefde de 9 geboden niet uit mijn hoofd te leren. Ze werden me vóórgeleefd. Dan slijpen ze in (naar mijn idee). Heilige begrippen als: eerlijk zijn, blijf af van andermans spullen, gun een ander het leven en het geluk…
Wat ik als een tekortkoming van deze tijd zie, is, het gebrek aan AANDACHT. Alles moet snel en tegelijk. Beide ouders moeten werken om het in materieel opzicht te rooien.
Wanneer is er dan tijd voor het sociale, het contact met je kind, het reflecteren op je eigen gedrag en daden, of (zo je wilt) voor meditatie en gebed?
Het is triest, maar die “AANDACHT” is niet meer heilig en we kunnen kinderen niet meer uitleggen hoe dat ooit was.
Heilig verklaren heeft te maken met het toekennen van absolute waarde. De waarde, respect en eerbied voor wat heilig is, kenmerkt zich door onvoorwaardelijkheid. Als de aandacht van iemand voor zijn kind meer voorwaarden kent, dan is het kind hem minder heilig (en de aandacht minder heilig in de ogen van de kinderen). Er is geen uitleg in woorden nodig om dat de kinderen duidelijk te maken, en er is geen uitleg in woorden die dat ongedaan kan maken. We kunnen alleen de voorwaardelijkheid uitleggen en dat is net het tegendeel van zeggen dat iets heilig is.
Uitleg van een absolute waarden heeft voorbeelden nodig. Regels kunnen we leren, maar ‘heilig’ heeft geen rationele waarde. U zei: “Ze werden me vóórgeleefd” en dat deel van de uitleg is (absoluut) onontbeerlijk.
Wat een goed stuk
Ik heb ooit voor de IKON een podcast gemaakt over over hoe je ‘heilig’ kunt zien. https://roomsmeisje.wordpress.com/2012/11/26/verloren-paradijs/