Een aanval op het Israëlische restaurant ‘Hacarmel’ en de volgende dag schuiven enkele parlementariërs daar aan om hun betrokkenheid te tonen. Een uitspraak over het dragen van keppeltjes in Duitsland is goed genoeg om Tweede Kamerleden op Het Plein in Den Haag het parlementsgebouw uit te krijgen om zich daar op de stoep uit te spreken tegen antisemitisme. ‘Het Joods Akkoord’, een verklaring tegen Jodenhaat, wordt naar hartenlust ondertekend door een nagenoeg voltallige Amsterdamse gemeenteraad.

Vinden deze uitingen van solidariteit plaats rond verkiezingstijd, dan zijn we nogal eens geneigd om deze betrokken politici ‘electorale bedoelingen’ toe te dichten. Of dat zo is? Ongetwijfeld komt dit in voorkomende situaties voor. Maar het zou onterecht en ook niet fair zijn de band tussen de Joodse gemeenschap en de politiek in alle gevallen zo te beoordelen.

Nee, in de meeste gevallen dus geen electorale bedoelingen. Maar ook zonder deze vingerwijzing over niet inhoudelijk oprechte intenties slagen de goedwillende politici onder hen erin voor zichzelf soms best wat moeilijke situaties te scheppen.

Ongefundeerd

Zoals na die aanval op het Hacarmel restaurant in Amsterdam, nu bijna anderhalf jaar geleden, door een Syrische vluchteling. Een deel van onze samenleving wees onmiddellijk in de richting van vluchtelingen in het algemeen en de moslims in het bijzonder. Termen als terrorisme en antisemitisme werden acuut gelanceerd, nog voor de handhavende autoriteiten zoals de bekende Driehoek, de Korpsbeheerder, de Hoofdofficier van Justitie en de burgemeester van de gemeente, een gefundeerde conclusie kenbaar kon maken. Zo een beschuldiging alleen vanuit een ‘samenleving in shock’ is natuurlijk niet goed, maar gezien de emoties wel te begrijpen.

Niet goed voor de samenleving en ook zeker niet voor de politiek is dat deze tot op dat moment nog niet gefundeerde conclusie door volksvertegenwoordigers meteen wordt overgenomen. Met het wijzen in de richting van ‘daders’ vanuit de moslimhoek geeft de volksvertegenwoordiger aan de ‘getroffen’ Joodse gemeenschap graag van dienst te willen zijn. Maar dat is een stap te snel en te ver. Daarmee volgt de politiek het voorbeeld vanuit de samenleving om anderen vanuit een emotie in de beschuldigde hoek te plaatsen. Zo een ongefundeerde rol kan een politieke stroming die zichzelf serieus neemt in onze parlementaire rechtsstaat zich niet veroorloven. Empathie voor één groepering mag vanuit onze volksvertegenwoordiging nooit ten koste gaan van andere groeperingen die onderdeel uit maken van onze samenleving. En als de rechter dan zijn uitspraak doet die niet conform de voortijdige conclusies van de politiek is, zal deze laatste zijn eerdere uitspraken moeten inslikken. En dat is nooit gemakkelijk voor iemand die de politieke stem van het volk heet te verkondigen.

man-3274012_1920
Beeld door: Pixabay

#Keppel Op-dag

Een ander moeilijk moment voor enkele van deelnemende politieke partijen vond plaats tijdens de recente ‘#Keppel Op’-actie die werd georganiseerd door het Centrum voor Informatie en Documentatie Israël (CIDI). Naar aanleiding van de uitspraak in Duitsland dat het in dat land niet op iedere plek verstandig zou zijn om met een keppeltje rond te lopen riep het CIDI op om getooid met een keppeltje op het Haagse Plein recht voor het gebouw van de Tweede Kamer te komen demonstreren tegen antisemitisme.

Hoezo bleek dit een moeilijk moment? Allereerst ging het om het verschil tussen realiteit en de beeldvorming. De realiteit is dat, behalve dan een enkeling waaronder dan ook één rabbijn, nagenoeg heel keppel-dragend Nederland bij deze gebeurtenis niet aan- maar afwezig was. Met keppel-dragend bedoel ik zij die 24 uur per dag, puur om religieuze redenen, overal ‘gekeppeld’ door het leven gaan. Deze echte keppeldragers kiezen voor de realiteit dat de Jood over het algemeen drommels goed met zijn religieuze hoofdbedekking over straat kan. Ja, er zijn momenten dat het misschien niet zo verstandig is, te midden van een groepje baldadige jongeren, uitzinnige voetbalsupporters of wanneer een massale pro-Palestina demonstratie aan de gang is. Bij die gelegenheden is het mogelijk om dan net de ‘rotte appel’ die zich daar ook bevindt tegen te komen. Maar een uur later op dezelfde plek is het weer ruim baan voor keppeltjes.

En de politici die wel bij de CIDI-bijeenkomst aanwezig waren, in hun onschuld, zo niet onwetendheid: zij kozen dus voor dat deel van de Joodse gemeenschap dat deze beeldvorming creëert en in stand houdt. En dat is lastig. Ook hier mogen wij van diegenen die ons vertegenwoordigen daar op het Haagse Binnenhof verwachten dat deze bij de feiten blijven. Feitenkennis is de eerste bagage van hen die daar in de Eerste en Tweede Kamer zitten om hun werk te doen. Maar niet alleen de aanwezigheid zelf, er gebeurden nog een paar ‘lastige’ dingen tijdens die bijeenkomst.

Misbruik

De organisatoren gaven de verschillende politieke stromingen een platform om hun zegje te doen. Enkelen deden dat, vanuit wat zij dan menen te weten over de positie van Joden in ons land, keurig netjes.

Er waren echter ook andere fracties die het podium kregen van de organisatie om hun verhaal af te steken. Alleen, zij maakten misbruik van de gelegenheid door op de hun bekende ordinaire en discriminerende manier met hun beschuldigende ultrarechtse vinger naar vluchtelingen en de moslimgemeenschappen in ons land te wijzen. Solidair zijn met de Joodse burger, door de islamitische burger in een kwaad daglicht te stellen.

De fatsoenlijke politieke vertegenwoordiger die niets van dit soort haatuitspattingen wil weten, wordt door zijn of haar aanwezigheid dan wel ongewild onderdeel van een demonstratie waarvan de verantwoordelijke organisatie, hopelijk alleen in haar onnozelheid, ook discriminerende en uitsluitende partijen een platform gunt.

israel-1157540_1920
Beeld door: Pixabay

Vlaggen

En dan ten slotte nog één ongemakkelijk punt. Het ging om een demonstratie tegen antisemitisme. Niet om een demonstratie tegen Israël of tegen het Israëlische beleid. Dat staat er bij een demonstratie tegen antisemitisme, zo roept Joods Nederland altijd, buiten. Jodendom, de Joodse gemeenschap is één ding. Israël is wat dit betreft iets anders. Maar dan wordt tijdens deze bijeenkomst daar te midden van onze politieke vertegenwoordigers ineens volop met grote Israëlische vlaggen gezwaaid. Antisemitismebestrijding in Nederland en de Zionistische droom van de Joodse Staat gaan eensklaps naadloos in elkaar over. Antisemitismebestrijding krijgt daarmee dus die politieke lading vanuit het Midden-Oosten. En dat is dan weer lastig voor in ieder geval een deel van de Nederlandse politiek.

Natuurlijk mag Joods Nederland blij zijn dat er politieke belangstelling bestaat wanneer het gaat over de vraag of de Jood nog wel met een keppeltje over straat kan. Lastig of niet, de politici stonden daar op Het Plein op ‘Keppel-op dag’ achter de microfoon, tussen de Israëlische vlaggen, getooid met zo een zwart kalotje op het hoofd.

Ritueel slachten en de besnijdenis

Hoe lastig Keppel-op dag dan misschien ook bleek te zijn, de realiteit is dat het nog veel lastiger kan. Er staan nog zaken op het programma die binnenkort ook weer de politieke agenda zullen halen. Ze zijn al aangekondigd. Dat is het ritueel slachten. Om dit af te schaffen heeft de Partij voor de Dieren onlangs opnieuw een nieuw wetsvoorstel ingediend. En dan is er de besnijdenis. Ook hierover is alweer het een en ander gaande.

Of diezelfde fracties bij deze onderwerpen ook weer kiezen de demonstrerende Jood naar het Malieveld, het Museumplein of dat plekje voor het gebouw van de Tweede Kamer te volgen, blijft een vraag. De Joodse gemeenschap ter wille te zijn waar het ritueel slachten of de besnijdenis betreft betekent immers dan ook op hetzelfde moment het islamitische volksdeel te ondersteunen. Het slachten en het besnijden geldt als een religieuze verplichting voor beiden.

Voor een aantal van de pro-Keppel-partijen uit de Tweede Kamer die nu dus op verzoek van het CIDI aanwezig waren bij hun demonstratie wordt het dan echt lastig. Steun geven aan de Jood, dat kan dan nog wel. Maar de moslim? Daar gaan we niet voor kiezen.

Het dunne laagje

En zo wordt het opstaan om deze twee religieuze verplichtingen ook in de toekomst in ons land veilig te stellen werkelijk de proef op de som hoe waarachtig de politieke liefde voor de Joodse gemeenschap werkelijk is. Nog maar vijf jaar geleden, toen het ritueel slachten ook op het programma stond, heb ik geleerd dat dit, behalve bij de drie confessionele partijen CDA, CU en SGP, een heel dun laagje was.

Lody van de Kamp2

Lody van de Kamp

Rabbijn

Afkomstig uit een Joods gezin waarvan de vader twee jaar doorbracht in het concentratiekamp Auschwitz en de moeder als onderduikster de …
Profiel-pagina
Al 6 reacties — praat mee.