Dr. Kolimon’s eigen biografie raakt nauw aan deze zwarte bladzijde in de Indonesische geschiedenis: ook haar eigen vader was één van de daders. Wrang is dat haar vader juist een held werd in de kerk. Hij werd gezien als iemand die meegeholpen had om Indonesië te ontdoen van de communistische dreiging. Ook de kerk profiteerde van de moorden. Iedereen moest zich registreren als één van de vijf toegestane religies: protestant, katholiek, hindoeïstisch, boeddhistisch of atheïsme. De atheïst werd gezien als een communist. Veel mensen lieten zich daarom registreren als protestant, wat zorgde voor een toevloed aan nieuwe leden van de kerk.
Schuldbelijdenis
Helaas werden de slachtoffers van de anti-communistische hetze niet met open armen ontvangen door de kerk. Zij moesten schuldbelijdenis doen van hun vermeende communistische loyaliteiten, ook al waren ze nooit communist geweest. Deze wonden zijn nog steeds niet geheeld, omdat de kerk nog steeds weigert om schuld te belijden.
Vaak wordt het verhaal van de verloren zoon (Lukas 15) aangehaald om snel over te gaan tot vergeving van de daders, zonder dat er daadwerkelijk vergeving is gevraagd. Dr. Kolimon stelt daarom een ander leidend Bijbels verhaal voor. In Genesis 4 wordt de moord van Kaïn op Abel beschreven. Kaïn vreest voor wraak na de moord als hij vogelvrij door het land moet zwerven. Daarom geeft God Kaïn een teken op zijn lichaam: een teken waardoor hij veilig is voor wraak, maar tegelijkertijd ook herkenbaar blijft als moordenaar. Dit verhaal kan ons inspiratie geven voor hoe om te gaan met moordenaars in de kerk. Hun misdaden moeten niet onder het tapijt geveegd worden, ze moeten herkenbaar blijven.
De koloniale erfenis in Indonesië laat zich zien in een “verdeel-en-heers”-politiek. Diverse groepen wantrouwig gemaakt en tegen elkaar opgezet.
Tegelijkertijd is het ook van belang dat ze de kans krijgen om een nieuw bestaan op te bouwen, omdat isolatie en stigmatisering juist een voedingsbodem zijn voor nieuwe golven van haat. Door de daders aan het licht te brengen, wordt er recht gedaan aan de slachtoffers. Tegelijkertijd moet er ook voldoende aandacht zijn voor de structurele factoren die bij hebben gedragen aan deze brute moordpartijen. Eén van die factoren is het machismo in de maatschappij: jonge jongens werden gerekruteerd in de strijd om zo hun mannelijkheid te bewijzen.
Verdeel en heers
De koloniale erfenis in Indonesië laat zich zien in een “verdeel-en-heers”-politiek. Zo worden diverse groepen wantrouwig gemaakt en tegen elkaar opgezet. Het is daarom een bij uitstek post-koloniale daad van verzet om juist te werken aan vertrouwen, om ons niet te laten leiden door angst, maar om voorbij de breuklijnen in onze samenleving te kijken.
Ik vroeg of ze een voorbeeld kon geven van hoe het wantrouwen omgezet kan worden in vertrouwen.
Dr. Kolimon: “Onze synode heeft moslims tijdens de ramadan uitgenodigd voor de iftar maaltijd. Wij maakten de maaltijd voor hen klaar, zodat ze op die manier echt onze gasten zouden zijn. We wisten niet zeker of ze wel naar ons toe wilden komen. Maar we hebben alleen maar positieve feedback ontvangen, zowel van mensen uit onze eigen kerk, als van de moslims zelf. Het wordt zeer gewaardeerd dat we een open plek creëren om met elkaar te praten. In deze open ruimte kunnen we ook de pijnlijke en gevoelige onderwerpen aankaarten, bijvoorbeeld door het onderwerp radicalisering en terrorisme aan de orde te stellen. We vroegen onze moslimvrienden wat hun visie is voor ons land, voor onze provincie, voor onze maatschappij. In dit eerlijke gesprek konden ze uitspreken dat het hun visie is om gezamenlijk te leven, in harmonie, om samen te werken aan tolerantie.”
En over de manier waarop ze deze onderwerpen in haar werk met vrouwen aankaartte, zei dr. Kolimon: “Vrouwen verkeerden in een zeer kwetsbare positie na de moorden in de jaren ‘60. Zij waren zowel getraumatiseerd als gestigmatiseerd. Ook hadden vrouwen de rol om de rituelen in de traditionele religies uit te voeren: met de marginalisering van deze religies verdween ook hun rol. Deze trauma’s zijn vaak nog niet geheeld.”
Marginale positie van de vrouw
Ook nu nog spelen er twee factoren een belangrijke rol in de gemarginaliseerde positie van vrouwen: de patriarchale samenleving en de diepe armoede. Huiselijk geweld is hiervan de trieste consequentie.
Om deze factoren te doorbreken, is het van belang dat vrouwen op de hoogte zijn van hun rechten om in verbondenheid met andere vrouwen kunnen werken aan de verbetering van hun positie. Rolmodellen spelen bij empowerment een belangrijke rol, en dr. Kolimon is zelf zeker zo’n rolmodel.
Dr. Kolimon is de eerste vrouwelijke synodevoorzitter van de Assembly of Christian Evangelical Church in Timor (GMIT) en als zodanig thematiseert ze het thema huiselijk geweld. De pastors van de kerk worden opgeleid om huiselijk geweld sneller te signaleren en krijgen ook een juridische training om vrouwen bij te kunnen staan. Door het afleggen van frequente huisbezoeken wordt het makkelijker om de schaamte te doorbreken en om een vertrouwensband met de pastores te smeden.
Ook de positie en emancipatie van LHBT’ers in de kerk op Oost-Timor staat voor haar hoog op de agenda. Dit onderwerp blijkt bijzonder taai om te bespreken vanwege het patriarchale karakter van de samenleving in Oost-Timor. De missie van deze feministische theologe blijft dus ‘work in progress’.
Eleonora Hof sprak met dr. Mery Kolimon in het kader van de jaarlijkse IRTI-Conferentie (International Reformed Theological Institute).
Er was onlangs een TV programma over, waarin de oude daders met plezier en met welgevallen voordeden hoe ze die communisten met een stalen draad de keel dicht knepen tot hij dood was. Dus aub niet al teveel hypocrisie hierover, het was erg genoeg, en zal daar best nog wel eens losbarsten als de situatie zich voordoet. En dan doet geloof, vrees ik, heel weinig toe.