De ingewikkelde relatie tussen angst, nabijheid en racisme is een belangrijk thema in de roman The Waterdancer van de Amerikaanse journalist en publicist Ta-nehisi Coates. Coates werd in 2015 bekend met een publieke brief aan zijn zoon waarin hij hem voorbereidt op de pijnlijke ervaringen die hij als AfroAmerikaan zal opdoen met racisme in het onderwijs, het rechtssysteem, de media en de politiek. Hij schetst een werkelijkheid die de meeste witte Amerikanen niet kennen.

In The Waterdancer (2019), zijn eerste roman, laat hij zien hoe de angst waarover LeBron James sprak, terugreikt tot in de dagen van slavernij. Het verhaal gaat over de bevrijdende kracht van herinnering, op een tegelijkertijd plastische en mysterieuze manier, die ik hier niet zal verraden. Wat u wel moet weten:

De jonge slaaf Hirem Walker ontvlucht de plantage waar hij opgroeide zonder moeder. Toen hij nog een klein jongetje was werd zij verkocht door de plantagehouder, die ook Hirems vader is. Het boek verhaalt van zijn worsteling met het verleden, met de gevolgen van het uit elkaar rukken van geliefden, van moeders, vaders en kinderen op de plantages. Hij leert de verwoestende kracht hiervan in zijn eigen leven en in de levens van wie hij houdt te onderkennen. De vernietiging van nabijheid: dat is het gezicht van slavernij dat Coates in zijn boek toont. Tenslotte lukt Hirem de sprong in een bevrijd leven doordat hij de angst voor zijn herinneringen overwint.

“The jump is done by the power of the story”, zegt zijn leermeesteres, “It pulls from our particular histories, from all of our loves and all of our losses.” Wanneer je je eigen verzwegen en verdrongen verhalen toelaat, komt een geweldige levensbrengende kracht vrij. The Waterdancer gaat over de zwarte moed jezelf te zijn. Wat zegt dit over mij als witte lezer?

Zolang ik lees, identificeer ik me met Hirem, maar zodra ik het boek dichtsla, realiseer ik me dat dat niet zomaar kan: dit is niet mijn geschiedenis, maar die van hen die mijn voorouders tot slaaf maakten. Als ik mij het verhaal toe-eigen, vernietig ik de kracht ervan. Maar als ik er afstand van houd alsof het mij niet aangaat, versper ik de weg naar nabijheid. Als ik de bevrijdende kracht van het verhaal wil ervaren, moet ik zelf de sprong in mijn eigen geschiedenis wagen.

Hirem is de zoon van een witte slavenhouder en een zwarte, tot slaaf gemaakte vrouw. Toch hoort hij bij de gemeenschap van slaven. Het heeft mij veel tijd gekost om te begrijpen wat dit simpele feit betekent. Misschien wel omdat dat verhaal op een heel pijnlijke manier ingrijpt in het verhaal dat we als witte mensen over onszelf hebben geleerd en blijven doorgeven. Velen die we zwart noemen en als ‘anderen’, als vreemden’ zien, zijn in werkelijkheid onze familieleden. ‘Wit’ is een geconstrueerde identiteit, die alleen bestaat door niet te luisteren en niet te zien, door nabijheid geweld aan te doen.

Racisme begint met de ontkenning van je eigen kinderen, met hen als vreemden van je af te duwen, te verkopen als waren ze dingen. Die daad vernietigt zwarte levens en vervreemdt witte mensen van hun eigen geschiedenis. Wij hebben onszelf geamputeerd, want we hebben de herinneringen van onze kinderen, onze in bezit genomen bijslapen, maar ook onze geliefden losgesneden van de verhalen over wie wij zijn.

Dat is niet ongedaan te maken met verzoenend bedoelde teksten als ‘laten we zonder te polariseren als volwassenen met elkaar praten, want we zijn toch allemaal mensen’, of woorden van dergelijke strekking. De kloof die is ontstaan is niet met goede bedoelingen te dichten, daarvoor is ze te vaak en met te veel geweld bevestigd. Wie zo lang herinneringen afwijst, verdringt en verzwijgt kan deze niet meer als de eigen claimen zonder de werkelijkheid van de ander opnieuw te ontkennen. Nabijheid komt daardoor niet dichterbij.

Nabijheid vraagt de moed om niet alleen de werkelijkheid van een ander te zien, maar ook de verwarrende en beangstigende onbekende werkelijkheid in jezelf. Dat, denk ik, is het begin van de mogelijkheid tot echte nabijheid.

Deze tekst sprak Erica Meijers uit tijdens een minisymposium in Groningen bij de opening van het academisch jaar van de Protestantse Theologische Universiteit op 2 september 2020 onder de titel ‘Nabijheid en racisme: theologie in crisistijd’.

U kunt gratis verder lezen

Klik deze melding weg via het kruisje. Maar goede artikelen schrijven kost geld. Steun daarom onze schrijvers en word al vanaf € 5 per maand Vriend/in van Nieuw Wij.

Ik lees eerst het artikel verder.
Erica Meijers

Erica Meijers

Universitair docent

Erica Meijers (1966) is universitair docent Diaconaat aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) voor de vestiging Groningen. …
Profiel-pagina
Al 5 reacties — praat mee.