De christelijke theologie was en is, volgens Stegeman, de software van het witte racisme en de ideologie van het kolonialisme en de slavernij. Ook tegenwoordig zien we misbruik van theologische concepten wanneer in de politiek en in het publieke debat Nederland voorgesteld wordt als ‘joods-christelijk’. Dit gebeurt vaak louter als een stok om moslims en antiracisme activisten mee te slaan. In Alles moet anders! met als ondertitel ‘Bevrijdingstheologie voor witte Nederlanders’, voorgedragen in de Nacht van de Theologie op 23 september 2017, pleit de activistische Stegeman daarom voor een radicaal andere theologie. Ze richt zich met een bevrijdingstheologie vooral tegen het superioriteitsdenken en de daarmee gepaarde privileges van witte, heteroseksuele, mannelijke, christelijke lichamen. Onder het mom van neutraliteit en objectiviteit wanen deze zichzelf, volgens Stegeman, boven alle kritiek.
Geen 'white saviour'
Het zelfkritische essay bevat belangrijke inzichten over wat postkoloniale bevrijdingstheologie is en hoe dat er uit zou moeten zien in de witte Nederlandse context. Waar bevrijdingstheologie, zoals dat in Latijns-Amerika ontstond, structuren wilde afbreken om ruimte te maken voor de gemarginaliseerden ziet Stegeman een omgekeerde taak weggelegd voor bevrijdingstheologie in een witte christelijke context. “Theologen als ik, bezig met bevrijding, leren juist hoeveel ruimte we hebben en al innemen. Deze bevrijdingstheologie gaat over het anders inrichten van die ruimte en over het opgeven van macht en privilege.” (p.49) .
Hoewel Stegeman sympathiseert met Latijns-Amerikaans en Afro-Amerikaanse bevrijdingstheologen stelt ze realistisch vast dat haar positie om een andere vorm van bevrijdingstheologie vraagt. “(…) ik kan Vincent Harding of Martin Luther King niet rekenen tot mijn traditie. Zij zijn het tegengeluid, ik maak eerder deel uit van de macht. Maar binnen mijn eigen traditie kan ik wel een dwarse stem zijn.” (p.19)
In plaats van de witte redder (‘white savior’) te willen uithangen om ruimte te maken voor anderen, kunnen witte Nederlanders en kerken volgens Stegeman beter zelf naar de marge bewegen. Dat lijkt vreemd. Is het idee van mensen die ruimte maken voor andere mensen dan niet sympathiek? Nee, betoogt Stegeman overtuigend:“Zet ‘m op. Jullie horen erbij, God houdt ook van jullie. Het risico van zo’n welkom dat genereus lijkt is dat de norm overeind blijft: die blijft wit, mannelijk, heteroseksueel, cis-gender. Je kunt ook andersom redeneren. Is de kerk van oudsher niet een verzameling randfiguren en misfits? Voor zover er een norm is in de kerk, zou dat niet die van de marge moeten zijn?” (p.52)
Kritieken
Tegenstanders van Stegeman verwijten haar omgekeerd racisme, zelfhaat, partijdigheid in het Israël-Palestina conflict en een gebrek aan oplossingen of helder uitgewerkte theologie. Stegeman anticipeert echter op al deze kritieken in haar essay door erop te wijzen dat om onrecht aan te pakken het soms nodig is om het evenwicht te verstoren, te polariseren en partij te kiezen voor de gemarginaliseerden. Een beroep op het redelijke midden en neutraliteit wordt in zulke gevallen misbruikt om de onrechtvaardige status-quo te bestendigen. “Bevrijdingstheologie daagt de machthebber uit en klaagt machtsmisbruik aan. Daar zit lang niet iedereen op te wachten. Voor wie geniet van privileges is gelijkheid al een radicaal concept.” (p.18)

We moeten volgens Stegeman leren inzien dat 400 jaar slavernij en kolonialisme diepe sporen hebben nagelaten en dat zowel daders als slachtoffers en hun nakomelingen iets van hun identiteit en menselijkheid zijn kwijt geraakt in het proces. Echter, “dat wil niet zeggen dat we gebukt onder gevoelens van schaamte door het leven moeten gaan. Bewustwording over racisme leidt juist tot meer vrijheid voor meer mensen.” (p.51) Bevrijdingstheologie heeft dus als uiteindelijke doel alle mensen te bevrijden, ongeacht hun kleur.
Bij bevrijdingstheologie staat niet om een theologisch eindproduct, maar staat het proces centraal. Daarbij hoort de erkenning dat de traditie veelzijdig, dynamisch en nooit af is. Een ander belangrijk inzicht van de bevrijdingstheologie is dat interpretaties niet los van machtsrelaties staan. Interpreteren is altijd politiek. Er bestaat geen neutraal perspectief. De (christelijke) bevrijdingstheoloog keert zich tegen het perspectief van de machthebbers en heeft – in de geest van Jezus – een voorkeur voor het perspectief van de onderdrukte en gemarginaliseerde groepen. ”Sommige dingen kunnen alleen gezien worden door ogen die hebben gehuild, zei Oscar Romero.” (p.23) En: “Ik pleit voor erkenning van veelstemmigheid, en meer nog: voor actief zoeken naar verborgen stemmen, vooral de stemmen die in het verhaal van de eigen groep het onderspit delven.” (p.32)
Ruimte voor God?
Stegeman schreef een helder en krachtig betoog in een voor een breed publiek toegankelijke taal. Wat ik in het pleidooi van Stegeman echter mis, is het inzicht dat de meeste witte Nederlanders niet alleen christelijk maar ook seculier zijn. Soms seculier-christelijk, maar vaak ook seculier in een niet-religieuze of atheïstische vorm. Stegeman stelt dat het in de bevrijdingstheologie niet noodzakelijk is om over “God”, “genade” of “kerk” te spreken. Spreken over “liefde” en “verzet” is volgens haar net zo goed theologie. Dat is een terecht punt.
Echter, zou een bevrijdingstheologie voor witte Nederlanders niet ook dominante seculiere structuren moeten uitdagen en doorbreken? Moeten “God” en religieuze taal niet op een creatieve manier uit de marge gehaald worden? Is de verrijzenis van God in het centrum geen verzetsdaad? Immers, verzet wordt gedreven door liefde. En God ís liefde!
Boekgegevens:
Janneke Stegeman, Alles moet Anders! (Bevrijdingstheologie voor witte Nederlanders
Boekencentrum/Kok, Utrecht, 2017
Aantal pagina’s: 61
Meer informatie:
- Het essay ‘Alles moet anders’ is in de boekhandel te bestellen.
- Interview met Janneke Stegeman over haar periode als Theoloog des Vaderlands
- Lezing van bevrijdingstheoloog Farid Esack – met reflectie van Janneke Stegeman – is er op zondag 19 november bij Argan, Amsterdam. Zie deze pagina.
Deze recensie wordt voor mij als niet-christen (niet-theïst) pas interessant in de laatste allinea. Kommentaar op een paar zinnen daaruit:
“Wat ik in het pleidooi van Stegeman echter mis, is het inzicht dat de meeste witte Nederlanders niet alleen christelijk maar ook seculier zijn. Soms seculier-christelijk, maar vaak ook seculier in een niet-religieuze of atheïstische vorm.”
Helemaal mee eens.
“Stegeman stelt dat het in de bevrijdingstheologie niet noodzakelijk is om over “God”, “genade” of “kerk” te spreken. Spreken over “liefde” en “verzet” is volgens haar net zo goed theologie. Dat is een terecht punt.”
Helemaal mee eens.
Echter, zou een bevrijdingstheologie voor witte Nederlanders niet ook dominante seculiere structuren moeten uitdagen en doorbreken?”
Waarom zou dat door een bevrijdingstheologie gedaan moeten worden, waar bemoeit die zich mee? Welke zijn trouwens die seculiere structuren?
“Moeten “God” en religieuze taal niet op een creatieve manier uit de marge gehaald worden? Is de verrijzenis van God in het centrum geen verzetsdaad? Verzet wordt gedreven door liefde. En God ís liefde!”
Van deze passage begrijp ik niets. Heeft de mededeling dat God liefde is, iets met het seculiere te maken?
De vooruitstrevende mens is geobsedeerd door kleur en deelt in volgens de categoriën zwart en wit (blank). Dit is een totaal verkeerde zienswijze die uiteindelijk alleen maar tot ellende kan leiden. De voorbeelden hiervan ervaren mijn gezin en ik vrijwel dagelijks. Wij zijn van Afro-Surinaamse afkomst en krijgen de laatste tijd te maken met uiterst positieve multiculturalisten die, mogelijk geplaagd door irreëel schuldgevoel, extra aardig doen en onze kleur en culturele achtergrond de hemel in prijzen. Dit is net zo onnatuurlijk en akelig als de pleidooien van extreem-rechts voor een blank Nederland. Daarom mijn dringende advies: kleur is slechts een pigmentatie van de huid, doe eens normaal!
Wat een kunstmatige academische problematiek. Zit de gewone man en vrouw c.q. gender-neutrale mens hier nu echt op te wachten? Hebben we niets beters te doen? Ik geloof er niets van. Het is m.i. dan ook geen theologie waar mee geschermd wordt, maar theo-logica: de rede en de logica dicteren het verloop van het discours plus de uitkomst, maar niet Christus noch Jezus van Nazareth van wie gezegd wordt door mensen die Hem hebben gekend dat Hij de Zoon Gods was/is, ja God zelve. Wie door de navolging van Christus het Rijk Gods zoekt, kan de theoretische bespiegelingen van bevrijdingstheologen’ – gedomesticeerd door hun cerebraal gepreoccupeerde instituut ‘kerk’ – daarom missen als kiespijn, want zij brengen het Rijk Gods voor ieder van ons geen millimeter dichterbij. Sterker, zij versperren eenvoudige mensen die zij zeggen te leiden de toegang tot het Rijk der hemelen. (Mt.23:1-28) Men blijft in zijn/haar hoofd zitten; het hart staat feitelijk onder curatele, en dus buitenspel! Noemden we dat vroeger geen zonde?
De zoekende, verlangende mens kan daarom beter zijn/haar oor te luisteren leggen bij de mystiek en spiritualiteit van de Heilige Schriften én bij de religieuzen (en daar reken ik ook soefi’s, praktiserende moslims enz. toe!) die daar middels gebed en biddende reflectie/meditatie zich dagelijks met hoofd en hart op toeleggen. Al het andere is Spielerei voor Vrijgestelden, naderend tot geestelijke hoogmoed, uit bepaalde pseudo-wetenschapsgebieden; het lijkt imponerend, maar is feitelijk voor het Rijk Gods, alsmede het tot-onze-echte, door God gewenste-bestemming-komen van nul en gener waarde. En daarmee dus feitelijk hier en nu tijd-, energie- en geldverspilling! Wij moeten eerst onszelf verbeteren door (zelf)discipline en (zelf)kennis. De wereldvrede enz. zal en kan alleen de som zijn van al die geslaagde en niet-geslaagde individuele bekeringstrajecten, altijd. Het paradijs op aarde kan men dus gevoeglijk vergeten!
Laat dus de Liefde (uit en tot God/het goddelijke) tot je doordringen, zo vaak en zo goed als menselijkerwijs maar mogelijk is (gebed, meditatie en Lectio Divina kunnen – mits gedisciplineerd volgehouden, daarbij van grote betekenis zijn!), en leef daarvan uit. Treed uit je zelf, uit je ‘IK-burcht’ of Ego en heb lief, bemin zonder te claimen of geclaimd te worden je eigen God. (Jezus, Maria, Allah o.i.d.)
Neem het wezenlijke van je eigen traditie toch serieus; je kunt en hoeft het wiel op religieus gebied niet opnieuw uit te vinden! Echte devotie is de beste grondslag voor waarachtige menswording, en uiteindelijk ware verbetering van de wereld plus het samenleven van al wat leeft c.q. is.
Het nieuwe is niet altijd beter dan het oude en beproefde. Weer oog en oor krijgen voor het wezen van bijvoorbeeld de r.-k. (liturgische, gebeds- en klooster-) tradities kan daarom van harte aanbevolen worden, want ze hebben meer te bieden of zeggen dan moderne mensen – elkaar pedant napratend – doorgaans helaas menen.