Nu is daar op zichzelf niets op tegen. Ook het rechtse geluid mag gehoord worden in het publieke debat. Maar het ergerlijke steekt erin dat Baudet wel erg gemakkelijk allerlei meningen poneert maar ze zelden deugdelijk beargumenteert. Een vergelijkbare kritiek was al te horen bij de verdediging van zijn eerder genoemde proefschrift. Een mooi voorbeeld van de manier waarop Baudet redeneert is de volgende passage:

“…generaliseren is een elementaire methode om tot wetenschappelijke kennis te komen. Als het niet mogelijk was om uit waarnemingen algemene conclusies te trekken, dan bestonden er geen medicijnen, dan begrepen we niets van de banen van planeten, dan zou het onredelijk zijn om aan te nemen dat we sterfelijk zijn. Toename van kennis komt voort uit generalisatie. Daarom is het jammer dat generalisaties over de islam worden gemeden… ” (p. 67). Baudet mist hier de gevoeligheid voor het verschil tussen algemeniseren (als wetenschappelijk-neutrale methodiek) en generaliseren (waaraan morele oordelen zijn verbonden).

Boeken als Oikofobie grossieren in geprononceerde meningen over van alles wat er mis is, waarbij de uitkomst van het betoog wordt bepaald door de inzet ervan. Baudet richt zijn pijlen op het ‘megalomane’ project van de Europese eenwording, op het modernisme in kunst en architectuur, op het multiculturalisme en de immigratie (of is het op de islam?), op klimatologen die waarschuwen tegen het broeikaseffect, ja zelfs op het slaapkamerspeelgoed voor volwassenen, de seksuele stimulantia, die een vernietigend effect zouden hebben op onze liefdesrelaties (pp. 222-224). Niets deugt of er mankeert wel wat aan. Baudet lijkt in een permanente staat van verontwaardiging te verkeren.

oiko
Beeld door: Bol.com

Die toon van verongelijktheid gaat je bij het lezen al snel storen, zodat de zinnige dingen die hij soms op te merken heeft – bijvoorbeeld over het loskoppelen van de gemeenteraadsverkiezingen van de landelijke (p. 119) – al snel ondersneeuwen onder de onzin waarmee ze worden omringd. Daarbij komt dat Baudet zichzelf nogal eens herhaalt. Gevolg van het feit dat dit boek feitelijk is opgebouwd uit eerder verschenen columns. Hij becommentarieert daarin de actualiteit, bijvoorbeeld de strafzaak tegen Wilders (79 – 11), die inmiddels al weer achterhaald is, of bekommert zich om volstrekt onbelangrijke zaken, zoals de rituelen bij een academische promotie (219-221).

De grootste teleurstelling van het lezen van dit boek is dat de titel op een vreemde manier in de lucht blijft hangen. Oikofobie, de angst voor het eigen huis, in tegenstelling tot de angst voor de vreemdeling – xenofobie – is als term gemunt door Roger Scruton, conservatief filosoof en moet hier dienen om de cultuurkritische beschouwingen van Baudet van samenhang te voorzien, maar dat blijft allemaal sterk aan de oppervlakte steken. We krijgen geen nadere uitleg van het begrip, geen inzicht in de verklarende kracht ervan, geen kritische argumentatie om het gebruik van een dergelijke kwalificatie te rechtvaardigen. Dat draagt niet bij aan de geloofwaardigheid van zijn beschouwingen. Want wie er op let ziet met evenveel zo niet meer recht in onze moderne maatschappij allerlei tekenen van het tegendeel van oikofobie, in het nieuwe nationalisme, in de populariteit van TV-programma’s als Ik hou van Holland, in toenemende vreemdelingenhaat en euroscepsis. Vecht Baudet niet tegen windmolens?

Klik hier voor boekgegevens of om het boek te bestellen.

profielfoto_Bert-Altena-2

Bert Altena

Predikant

Bert Altena (1963) is als predikant werkzaam in Vries en als stadspredikant in Assen. Hij promoveerde in de theologie en geeft regelmatig …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.