In negen hoofdstukken neemt Thomas Quartier de lezer mee in een zoektocht om de hedendaagse monastieke spiritualiteit op het spoor te komen. Hij maakt daarbij gebruik – monastieker kan haast niet! – van zijn eigen ervaring als o.a. professor, reiziger en toerist maar vooral als oblaat van de benedictijnen. Tevens maakt hij heel gedoseerd gebruik van – ook weer zo’n monastiek talent – de vrucht van zijn eigen studie en lezing door het citeren van meerdere auteurs uit het verleden en het heden. Dit boek is voor mij als beoefenaar van de hedendaagse monastieke spiritualiteit een hele opluchting! Eindelijk een gedegen en toch leesbare inleiding in de monastieke spiritualiteit zonder te vervallen in een romantische nostalgie, in managementachtige beschrijvingen of in een infantiele betutteling van eventuele gasten of bezoekers aan monastieke plaatsen. Dit boek is niet ‘het laatste boek dat we allen in verband met monastieke spiritualiteit in handen hebben’, maar het is een ‘must’ voor iedereen met interesse voor dit onderwerp!
Het boek heeft een mooie opbouw waarin de auteur werkt van buiten naar binnen. Terwijl je als lezer telkens een stapje mee naar binnen genomen wordt, zelfs met kleine tussenbalans- momenten als intermezzo, is er tegelijkertijd de beweging van binnen naar buiten oftewel van vervreemding naar openheid. In deel 1 beschrijft Quartier de monastieke levensvorm, de echte buitenkant aan de hand van de vervreemding die deze levenswijze bewust oproept in haar bereik, beleving van ruimte en tijd. In het tweede deel wordt de stap naar binnen verder gezet door enkele monastieke praktijken, als lezen, waken en vasten, te beschrijven. In het derde en laatste deel wordt er nog een stap verder naar binnen gezet door naar de inhoud te kijken waarbij denken, handelen en vieren de kernwoorden zijn. Het boek wordt afgesloten met een epiloog over profetisch leven. De auteur heeft er vragen aan toegevoegd voor persoonlijk of gemeenschappelijke reflectie. Er is nog een beknopte maar goede literatuurlijst voor verdere verdieping en een lovend nawoord van de abt-primaat van de Benedictijnen. De auteur is oblaat van de benedictijnerabdij van de Slangenburg te Doetinchem. In het boek beschouwt hij zichzelf als “grensganger tussen de monastieke wereld en de wereld van de wetenschapper”.
Naar mijn mening is de grootste bijdrage die dit boek levert aan het zoeken en verwoorden van een goed gefundeerde hedendaagse monastieke spiritualiteit de gedachte die is uitgedrukt in de titel van dit boek: ‘Anders leven’. Het monastieke leven is anders leven, dat wil zeggen: “een levensvorm die je wakker schudt en wakker houdt”. Je bent als monnik en moniale meer dan ‘een vreemde in de stad’ (M. Casey) of ‘een oplettende toeschouwer’ (Thomas Merton). De auteur vult dit anders leven in door te spreken over het belang van vervreemding, aandacht en openheid. Hiermee geeft hij telkens een positieve invulling aan een levenswijze die zich bewust tegendraads ontwikkelt. Hierdoor onderstreept de auteur het belang van het profetisch karakter van het monastieke leven. Op dit aspect heeft niet alleen het Tweede Vaticaans Concilie zoveel nadruk gelegd maar ook de huidige Paus in zijn benadering van de religieuzen in het algemeen. Wellicht had deze epiloog over het profetisch leven meer uitgewerkt mogen worden gezien het belang ervan want monniken en monialen leiden een anders leven om ‘een brug te slaan naar het onbekende’, ‘naar een betere wereld die er nog niet is.’ En dit, terecht zoals de auteur opmerkt, in alle nederigheid!
Is dit boek enkel bestemd voor de beoefenaars van de hedendaagse monastieke spiritualiteit? Nee, iedereen die zoekt naar de wijsheid van een levensvorm die anders wil zijn kan in dit boek inspiratie vinden. In zijn roman Geachte meneer M. schrijft Herman Koch: “Alles wat in hoge stapels naast een kassa ligt is immers een meesterwerk. Of juist helemaal niet-een tussenweg is er niet.” Ik hoop aan de ene kant dat dit boek van Thomas Quartier in een hoge stapel naast de kassa ligt, want het is onbetwist een meesterwerk maar, in de lijn van het boek (anders leven) hoop ik dat er geen al te grote stapel ligt maar ook dan is en blijft het een meesterwerk.